Zeeland en de opkomst van de Republiek Victor Enthoven Inleiding De opkomst van de Republiek van Ver enigde Provinciën in de zeventiende eeuw is een fenomeen dat tot de ver beelding spreekt. Alleen al in 1995 zijn hierover drie dikke boeken met meer dan tweeduizend bladzijden verschenen. K. Davids, J. Lucassen en J.L. van Zan den hebben al eens gewezen op het uit zonderlijke karakter van de Republiek. De vele gewapende conflicten van de Noordelijke Nederlanden leidden in de Republiek niet tot een sterker centraal gezag, in tegenstelling tot veel Europese landen waar een nauwe relatie ontstond tussen oorlogvoering en de opkomst van een moderne nationale staat. Deze opkomst werd vooral mogelijk gemaakt doordat voldoende geldmiddelen (belas tingen) beschikbaar kwamen. Op het centrale niveau heeft dit staatsvormings proces in de Republiek niet plaatsgevon den. Aan het eind van meer dan een eeuw strijd tegen de koningen van Span je, Engeland en Frankrijk en bij toene mende belastingdruk was in 1713 de decentralisatie groter dan ooit. Gezien het relatief'moderne' karakter van eco nomie en samenleving en de economi sche expansie tijdens de eerste helft van de zeventiende eeuw die hieraan ten grondslag lag, bestond er blijkbaar geen noodzaak voor een sterk centraal gezag. Over de uitzonderlijke relatie tussen overheid, belastingen, oorlogvoeringen handel gaat deze samenvatting. Hoe konden zeven amper bewoonbare gewesten aan de Noordzeekust die deels nauwelijks boven zee uitstaken - in het bijzonder de zeegewesten Holland en Zeeland - in de Gouden Eeuw tot een dominante factor in de wereldhandel uitgroeien? Dat dit het geval was, daar over laat J. Israel al in de titel van zijn Dutch Primacy in World Trade, 1585- 1740 geen twijfel bestaan. Israel plaatst de Republiek in de context van de inter nationale politiek en geeft aan hoe de handel hierdoor werd beïnvloed. De economische opkomst van de Republiek werd volgens hem vooral veroorzaakt door de handel in dure en hoogwaardi ge luxeprodukten en niet door de han del in bulkgoederen, de zogenaamde 'moedernegotie'. Hij legt echter geen direct verband tussen deze opkomst en de eigen dynamiek van de Republiek. Ook De Vries en Van der Woude komen in hun knap gecomponeerde boek niet zozeer tot een verklaring als wel tot een beschrijving van de expansie van de Noordnederlandse handel. In deze voor liggende studie wordt aan de hand van de ontwikkelingen in de Scheldedelta, met het eiland Walcheren als handels centrum, een aantal interne factoren onderzocht die tot deze expansie van de Republiek aan het eind van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw hebben geleid. De volgende constatering van Jan de Vries vormt hiervoor het uitgangspunt: one cannot help but be struck by the seemingly symbiotic relationship existing between the state, military power, and the private economy effi ciency". In de vroeg-moderne tijd bestond een nauwe relatie tussen overheid, oorlog en particuliere ondernemers. De vele oorlo gen die toen werden gevoerd, hadden een militaire revolutie tot gevolg. Een bekend voorbeeld daarvan waren de tactische vernieuwingen die Maurits van Nassau (1567-1625) ten tijde van het ontstaan van de Republiek ontwikkelde. De oorlogen hadden elders staatsvor ming en monopolisering van geweld door de overheid tot gevolg. Het geld dat voor het voeren van oorlog nodig was en dat werd verkregen via belastin gen en leningen op de geldmarkt, was de motor achter het proces van staats vorming. In de Republiek heeft dit pro ces niet geleid tot een sterk centraal gezag, maar wel tot de suprematie van de wereldhandel. Als handelsmogendheid beschikte de Republiek over een machtige vloot om de koopvaarders te beschermen. Om de oorlogsschepen te financieren belastte de Noordnederlandse overheid de han del van de kooplieden. De admiraliteits colleges waren voor hun inkomsten direct afhankelijk van deze belastingen, convooien en licenten genaamd. Er bestond in de Republiek dus een direct verband tussen de omvang van de han del en de financiering van de zeeoorlog. Het convooi- en licentgeld was overi gens de enige Generaliteitsbelasting die over het hele grondgebied van de Repu bliek uniform werd geïnd. De vele oorlo gen die de Republiek voerde, hebben niet tot meer 'nationale' belastingen geleid. Er was nog een tweede verband tussen de handel en de strijd ter zee: de kaap vaart. In de Republiek had de overheid, althans ter zee, het monopolie van geweld. Particulieren konden met ge bruikmaking van een commissie van de soeverein jacht maken op schepen en goederen van de vijand. Tussen deze drie factoren - de convooien en licenten, de oorlog ter zee en de kaapvaart - bestond een nauwe relatie die onlosma kelijk was verbonden met de handelsex pansie en de daarmee gepaard gaande opkomst van de Republiek. De Walcherse rede Aan de vooravond van de Opstand had de Walcherse rede ondanks het grote overwicht van de Antwerpse markt in de Scheldedelta een eigen en zelfstandige positie verworven, waarbij produkten uit Noordoost-Europa werden geruild tegen goederen uit Zuidwest-Europa. De pij lers van dit systeem waren de handel in vis, zout en wijn en in mindere mate de uitvoer van scheepsbouwmaterialen. Op het eiland Walcheren voerden de vis sershavens Vlissingen en Veere op grote schaal vis naar Frankrijk en Vlaanderen uit. Rond Arnemuiden was een uitge breide panneering gevestigd die zout afkomstig uit Zuid-Europa raffineerde en de Lage Landen van fijn zout voorzag. Door het recht om de westerse wijn te meten, was in Middelburg in feite de stapel van deze wijnen gevestigd. Als gevolg van al deze activiteiten fun geerde de Walcherse rede rond 1550 niet meer in hoofdzaak als overslagha ven van Antwerpen. De meeste schepen met bestemming de Scheldestad voeren door naar Antwerpen zelf en gingen niet bij Walcheren voor anker. Een uitzonde- Zeeuws Tijdschrift 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1996 | | pagina 27