LUIK
Kaart van Luik en omgeving. Tussen de samenloop van Maas en Ourthe ligt de
hoogte Angleur, een geschikte plaats voor een Romeins winterkamp. Vanuit
deze hoogte zijn zowel de plaats Luik als de rivieren Maas, Ourthe en Vesdre te
controleren. Bij plaatsen als Namen, Nijmegen, Kalkar, Xanten, Homburg zoch
ten de Romeinen een vergelijkbaar hogergelegen gebied voor de vestiging van
een kamp. Onderaan op de kaart is de lus te zien die de Ourthe maakt nabij
Esneux.
Kaartje uit een publicatie rond 1900 door A.van Kampen. Van Kampen local i-
seert hierop het winterkamp bij Atuaca op de hoogte Embourg tussen samen
loop van Ourthe en Vesdre. Deze plek ligt minder strategisch dan de situatie A
op de Angleur. Vanuit de Embourg is minder controle op Luik en de drie rivie
ren, en ook is een aftocht naar het Maasdal moeizamer en gevaarlijker. De plek
A heeft de meeste strategische voordelen en ligt met steile hellingen aan drie
zijden goed beschermd tegen bestorming. Links op het kaartje loopt 2 mijl wes
telijk van A, bij de b van bois de St. Laurent, een beekje naar het Maasdal. Wel
licht liepen in dit dwarsdal de Romeinen in de hinderlaag van de Eburonen.
ES>UetAK
gen van Caesar maar levert daarmee
nog geen rechtstreeks bewijs.
Dan de vluchtburg. Op de Luikse kaart
kijkend leek me de beste plek een volk
van 53.000 man in veiligheid te brengen
een nabijgelegen schiereiland in een lus
van de Ourthe nabij Esneux. Dus daar
naar toe. Maar uitkijkend van de Val
kenrots tegenover de lus was de aanblik
teleurstellend: geen steile wanden, maar
een lieflijk glooiend landschap. Tot ik me
realiseerde, dat ik nu juist op een steile
wand stond. Bij nader onderzoek bleek
het schiereiland inderdaad rondom afge
grendeld door hoge rotswanden. Welis
waar met enkele lagere plekken. Daar
door was voor een totale afgrendeling
van het gebied een linie van precies 4
km nodig! De smalle toegang van het
schiereiland was inderdaad maar zo'n
100 m. breed.
Na foto's van de rotswanden gemaakt te
hebben parkeerde ik op de terugweg de
auto ergens op de smalle toegangsweg
en ging kijken of er misschien nog aan-
32 Zeeuws Tijdschrift