Paul van der Velde
Nu de Zeeuwse Staten de knoop door
gehakt hebben, lijkt weinig de Zeeland
tunnel meer in de weg te kunnen staan.
Deze beslissing moet voor de onderne
mer, politicus en lobbyist Rinus Stoffels
als een zegen zijn ervaren. In het inter
view dat Peter van Houte met hem had,
beklaagt hij zich juist over de besluite
loosheid die de Zeeuwse politiek soms
kenmerkt. Hij pleit voor duidelijkheid en
transparantie in het Zeeuwse en roept
op tot een discussie over de toekomst
van Zeeland. Stoffels benadrukt dat van
de diensten van het Innovatiecentrum
Zeeland (ICZ), dat zich vooral op het sti
muleren van het midden-en kleinbedrijf
richt, te weinig gebruik wordt gemaakt.
Karen Kroese sprak met de directeur van
het ICZ, Bram Maljaars, over de werk
zaamheden van het het centrum. Zo
brengt het ICZ kortlopende allianties
tussen bedrijven tot stand, zogenaamde
vlechtwerken, die tot innovatie moeten
leiden. In een breder perspectief ver
wacht Maljaars een economische ople
ving in Zeeland door de bouw van de
Zeelandtunnel. Als de tunnel er eenmaal
ligt, zal door de aansluiting van twee
gebieden een nieuwe dynamiek ont
staan die gunstig is voor de hele provin
cie.
In Overkanten verplaatst Dirk Haanman
zich in de huid van een voorlichter van
Rijkswaterstaat die maar niet kan begrij
pen dat boeren rustig land voor wegen
afstaan maar niet voor de natuur.
In zijn artikel over de kapittelkerk in
Kapelle neemt G.J. Lepoeter, ons mee
op een tocht langs de karakteristieke
dorpskerken van Zuid-Beveland, wier
torens er al sinds de middeleeuwen de
horizon beheersen. Hij schreef dit artikel
naar aanleiding van een definitieve rijk
geïllustreerde studie van meer dan 500
pagina's over de bijzondere kapittelkerk
in Kapelle met zijn gemetselde hoekto
rentjes en het Batz-Witte orgel. De
Heemkundige Kring De Bevelanden ver
dient waardering voor het feit dat ze
deze uitgave mogelijk heeft gemaakt.
In de rubriek Gedicht een bijdrage van
Andreas Oosthoek, hoofdredacteur van
houtsnede.
de PZC. De neerlandicus L. van Driel
wijdt een beschouwing aan de poëzie
van Oosthoek. Er staan fragmenten in
van een interview met Oosthoek dat in
het najaar in Walacria, het blad van De
Heemkundige Kring Walcheren zal ver
schijnen. Vooral in zijn laatste bundel
Tijger en Lam is er sprake van een ont
moeting tussen de Westerse en Ooster
se cultuur. Oosthoek ziet duidelijk ver
band tussen het landschap van Zeeland
en Thailand maar het grote samenbin
dende element is toch het water. Oost
hoek zou zelf graag een rivier zijn!
G.E. Huisman, directrice van de Zeeuwse
Bibliotheek, formuleert in haar bijdrage
een nieuwe politiek voor de Zeeuwse
Bibliotheek. Deze zal zich meer en meer
als wegwijzer in de immer groeiende in
formatiestromen moeten gaan ontwik
kelen. Een laagdrempelig multi-mediaal
centrum staat Huisman voor ogen. Zo
biedt de Zeeuwse Bibliotheek sinds kort
instellingen toegang tot de electronische
snelweg. Het Zeeuws Tijdschrift heeft
zich op die manier ook toegang ver
schaft tot het World Wide Web (WWW).
Het is te bereiken op het navolgende
adres: http://www.zebi.nl/~zts
Op de site van het Zeeuws Tijdschrift
worden naast het colofon en de
inhoudsopgave ook het redactioneel en
soms een gedicht of de column aange
boden.
Onlangs promoveerde te Leiden Victor
Enthoven op een proefschrift over Zee
land en de opkomst van de Republiek.
Enthoven geeft zelf een samenvatting
van zijn boek waarin hij uit de doeken
doet hoe een klein vrijwel onderwater
gelopen gebied zo'n grote rol in de
wereldeconomie kon gaan spelen. Het
boek van Enthoven bevat waardevolle
lessen voor het Zeeuwse heden.
J.A. Rozemeyer die ons in de vorige jaar
gang over de Friezen in Zeeland bericht
te, heeft een historische onderbouwing
gevonden voor zijn claim dat Atuaca
niet Tongeren was maar Luik. Hij vond
er de 2000 jaar oude muur van de Atu-
aken. Het is een sensationele historische
ontdekking. Als hij nu nog het definitie
ve bewijs kan leveren dat Trajectum
Antwerpen is, dan kan de vroege
geschiedenis van ons gewest herschre
ven worden. Totnutoe zijn de reacties
van professionele historici uitgebleven.
Francisca van Vloten belicht in Galerie
het werk van Jan Heyse, die tot een van
de grootste twintigste eeuwse beelden
de kunstenaars in Zeeland gerekend kan
worden. Hij zou vooral als schilder van
het ontluikende, dat ons meestal onge
merkt omringt, getypeerd kunnen wor
den. In Culturele Berichten een bijzon
der toneelstuk over 700 jaar Veere.
Zeeuws Tijdschrift 1