Over het belang van duidelijkheid Een gesprek met Rinus Stoffels Peter van Houte Een uitgesproken mening heeft hij, noemt de dingen graag bij de naam. Recht door zee is hij ook, altijd. Als ondernemer Indigo Services Group), als politicus (CDA-sta- tenlid) en als onbezoldigd bestuurder en belangenbehartiger (VNO, Brabants- Zeeuwse Werkgeversvereniging, Culturele Businessclub, Rotary). Rinus Stoffels (55) staat voor wat hij vindt. Ooit stapte hij op als wethouder van Arnemuiden omdat hij het beleid niet langer kon verdedigen en baarde opzien door het wachtgeld terug te storten in de gemeentekas. Als voorzitter van het departement Zeeland van de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel kraakt hij geregeld harde noten. De boodschap wordt soms weieens bewust aangedikt, want anders heeft het geen effect. Zijn uitgesproken duidelijkheid kan rekenen op grote waardering bij ondernemend Zeeland, en niet alleen daar. No non-sense met een menselijk gezicht, dat ziet men in hem. In 1994 werd hij voor het CDA gekozen in Provinciale Staten, na een spraakmakende voorkeurstemmen-campagne. In het eigen bedrijf (Stoffels Groep) zette hij 'bewust een stapje opzij' en werd voorzitter van de raad van commi- sarissen van de Indigo Services Group, de grote holding waarin het groot gegroeide familiebedrijf inmiddels is opgegaan. Nog is hij bijna geen avond thuis. Maar daar moeten we niet dramatisch over doen. Dat hoort gewoon zo. 'Als je iets goed wilt doen moet je het voor 110 procent doen', zegt hij altijd. Net terug uit Spanje (waar weer een nieuw bedrijf wordt opgezet) is er even tijd voor een gesprek.Over de cul tuur van politiek, bestuur en bedrijf in het Zeeuwse. En over het belang van een hel der verhaal. Ik wil altijd aangeven: wees duidelijk, leg de problemen op tafel, zwem er niet omheen. Duidelijkheid, daar ontbreekt het in Zeeland nogal eens aan. Ook in de politiek. Naar de kiezer en naar het bedrijfsleven toe wordt onduidelijke taal gesproken. Dat is triest. En telkens dat zoeken naar het compromis, geen dui delijk standpunt innemen. Ik houd daar niet van. Ik ben in hart en nieren onder nemer én ik zit in de politiek. Ik probeer op mijn manier de zaken duidelijk op tafel te krijgen. Het is een harde slag, óók in mijn eigen fractie, maar dat moet dan maar." De rol van voorzitter van het departe ment Zeeland van de Nederlandse Maatschapij voor Nijverheid en Handel is hem op het lijf geschreven. Hét gezicht en dé spreekbuis van onderne mend Zeeland? Wij vervullen niets anders dan een aan jaagfunctie in de provincie. We kunnen vrijuit spreken over hoe wij denken over de ontwikkelingen in Zeeland, hoeven geen ruggespraak te houden met een achterban van bijvoorbeeld werkne mers- of werkgeversorganisaties. De meeste bestuursleden komen uit het bedrijfsleven, dat is wel prettig. Het is de kracht van de Maatschappij om de din gen in duidelijke taal te kunnen zeggen. Ik doe dat zo'n twee keer per jaar (op de jaarvergadering en tijdens de kerstrecep tie) en daar wordt altijd behoorlijk aan dacht aan besteed". Een heldere toekomstvisie, méér bestuurlijke daadkracht en een betere lobby voor en promotie van Zeeland. Daar komt de boodschap in 't kort op neer. Die is niet nieuw, maar wel nog steeds heel actueel, vindt hij. „Neem nou de Westerschelde Oever verbinding. Wat voor een geklungel is het niet geweest om dat nu eindelijk eens voor elkaar te krijgen? En dan dat gekrakeel over fusies van waterschap pen en havenschappen en de hele dis cussie over de gemeentelijke herinde ling. Daar zijn we hier in Zeeland sterk in. Er moeten gewoon nu maar eens knopen worden doorgehakt in de sta tenzaal. Zo van: dit gaat gewoon door, punt uit! Niet telkens weer met zachte hand werken en sturen en nog eens gaan praten. Dat is vragen om nieuwe problemen." Hij spreekt -vlug en gedreven- over de geloofwaardigheid van de economie in Zeeland: „Wij geloven er ongetwijfeld in. We hebben een perfecte ligging, met ruime havens aan diep water. Maar als je nu ziet wat er in Zeebrugge op korte ter mijn is gerealiseerd en je vergelijkt dat met Vlissingen. Dan ontwikkelt Vlissin- gen-Oost zich toch niet? Het ontbreekt bestuurlijk Zeeland aan de nodige daad kracht om iets te ontwikkelen en te pro moten.We moeten veel meer de boer op. Het betere lobbywerk, inderdaad. Dat is vreselijk belangrijk. Als je in Den Haag of Brussel over Zeeland begint dan weten ze soms niet eens waar het ligt. We staan gewoon niet op de kaart, bij wijze van spreken. De Commissaris (der Koningin) doet het goed hoor, maar hij zou nog veel meer kunnen. Dat wil hij zelf ook wel, maar hij wordt belemmerd. Dat is heel jammer." Ambassadeur Een doeltreffende Zeeuwse lobby, een eigen ambassadeur in Brussel en Den Haag. Een oude wens, die hij graag nog maar eens uitspreekt: „Een goede campagne, een mooie bro chure dat is heel belangrijk. Maar de persoon geeft vaak de doorslag. Net zoals in het bedrijfsleven. Je bent het gezicht van een bedrijf. Dat werkt. Bij alle promotieactiviteiten voor Zeeland is de voeding vanuit het bedrijfsleven noodzakelijk, en een draagvlak bij ondernemend Zeeland. Er zou bij de promotie meer gebruik gemaakt moe ten worden van de kennis in het bedrijfsleven. Ondernemers wetenhoe je campagne moet voeren. Laatst bleek dat er een ton over was op de promo tiebegroting van de provincie. Hoe kan dat nou? Dan doe je het toch niet goed!" 2 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1996 | | pagina 4