Openheid Op de jaarvergadering van de Maat schappij voor Nijverheid en Handel pleitte hij onlangs voor de komst van een nieuw kwalitatief tijdschrift om het imago van Zeeland te versterken en een einde te maken aan 'het gesol met de provincie'. ,,Wat me voor ogen staat is een goed, informatief tijdschrift waarin we klip en klaar duidelijk maken wat we als provin cie te bieden hebben: de uitstekende lig ging, de hoge arbeidsmoraal en produc tiviteit van de haven, de ruimte, de mogelijkheden. Een soort promotie magazine inderdaad, dat provincie en bedrijfsleven samen maken. Wij willen als Maatschappij de zaak wel aanjagen, we hoeven er echt niets aan te verdie nen. In zo'n blad zouden we nu eindelijk eens met één gezicht naar buiten moe ten treden. Het kan er toe bijdragen dat mensen buiten de provincie eindelijk eens anders over Zeeland gaan denken. Er moet ook concrete informatie in staan; over vestigingsmogelijken en sub sidies bijvoorbeeld. Niemand weet toch nu welke weg hij moet bewandelen? Maar ook in de informatie aan de eigen inwoners van Zeeland kan zo'n tijd schrift een rol spelen. Dat de mensen in Zeeland ook eens weten wat zich nu precies waar ontwikkelt." Het huidige imago van Zeeland is rond uit zwak, zegt hij. De provincie lijdt onder die beeldvorming, maar is er deels ook zelf verantwoordelijk voor: ,,De meningen in Zeeland blijven ver deeld en de kwaliteit van de discussies komen vaak niet verder dan de marge. Er worden te veel tegenstellingen opge roepen in de diverse beleidssectoren, waar juist sprake zou moeten zijn van duidelijkheid en eenheid van gedachten. Het eigen belang, of een deelbelang, prevaleert nog maar al te vaak boven het algemeen -Zeeuwse- belang. We zitten hier maar al te vaak allemaal te praten als los zand. Als de één roept 'ik wil dit', zegt de ander onmiddellijk: 'nee, dat kan niet want die heeft een grote mond'. Mensen die naar Zeeland komen en hier actief iets willen bereiken, zie je na verloop van tijd allemaal weer ver trekken. Ze kunnen zich niet ontplooien. Daar heb ik zoveel voorbeelden van gezien. Vorige voorzitters van de Maat schappij voor Nijverheid en Handel heb ben het ook geprobeerd. Maar ze kre gen geen kans, hé? Ik heb het voordeel dat ik Zeeuw ben, dan mag je iets meer zeggen dan een niet-Zeeuw. Van mij accepteert men het iets gemakkelijker. Daarom zit ik nog steeds op die stoel, denk ik." Hij wil er niet al te dramatisch over doen. Zo is hij niet. Maar het gaat hem ook niet altijd voor de wind. Hij heeft soms wel eens last van de verschillende 'petten' die hij draagt (ondernemer, sta tenlid, onbezoldigd bestuurder en belangenbehartiger) ,,Als je in je enthousiasme iets direct wilt zeggen in een bepaalde vergadering moet je soms wel uitkijken. Ik ben er al eens mee de mist ingegaan. Als statenlid ben ik ook minder opvallend, dat geef ik toe. Daar is bewust voor gekozen. Ik ben natuurlijk een beetje ongelukkig in die staten beland (door die voorkeurstem men) en dat heeft gigantische problemen opgeleverd, dat moet ik eerlijk bekennen. Ik moest eerst geaccepteerd worden in de staten, vooral in de fractie van mijn eigen partij (CDA). Ik heb twee jaar gele den tegen mezelf gezegd: 'laat het nu eerst maar eens rustig betijen, de komen de twee jaar maar eens de kat uit de boom kijken'. Als statenlid ben ik meer achter de schermen bezig. Met lobby werk bijvoorbeeld. En dan is de koppeling van mijn verschillende functies beslist weer een voordeel. Bij het bezoek van een minister of staatssecretaris bijvoor beeld. Dat praat dan net even gemakke lijker. Maar ik blijf natuurlijk oppassen voor de vermenging van belangen." Een open dialoog daar gaat het hem om, in alles wat hij doet. Hij houdt niet graag iets achter en vindt dat ook het provinciebestuur meer openheid zou moeten betrachten. Bijvoorbeeld bij het totstandkomen van een goede, samen hangende toekomstvisie: Ik heb het al vaker gezegd: ga nou eens met een groep mensen om de ta fel zitten. Organiseer brainstormdagen waarop de Zeeuwse zaak in kaart wordt gebracht en een visie op de toekomst wordt ontwikkeld. Natuurlijk moeten de deelnemers wel een stuk gezag hebben, dus een delegatie van provinciebestuur, werkgevers, werknemers en relevante organisaties. Leg dat nu eens gewoon open. Dan kun je straks je beleid ook veel beter verkopen. Nu wordt dat nog zo vaak verkeerd gebracht. Neem de plannen voor de ontpoldering. Gewoon verkeerd gepresenteerd. Er zijn landbou wers die best bereid zijn een stuk grond af te staan terwille van de natuur. Maar dan gaan ze praten over dijken doorste ken, dat moet je hier in Zeeland natuur lijk niet doen. Je had eerst eens goed rond de tafel moeten gaan zitten met de landbouwers en uitleggen wat je doel stelling nu precies was. Heus, als je het beter had aangepakt, was het heel anders gelopen." De landbouw verdient extra aandacht, ook van de Maatschappij voor Nijver heid en Handel, benadrukt hij. Er zijn al mooie plannen: ,,De landbouw zit op dit moment in het verdomhoekje en veel landbouwers blij ven juist nu in hun stoel zitten. Ze zijn lang niet altijd creatief bezig. Dat kan anders. Een specifiek Zeeuws product, kan uitkomst bieden. Dé Zeeuwse aard appel of Zeeuwse poffertjes, bijvoor beeld. Maar dan wel zó gebracht dat het uitstraling heeft in Europa en wereldwijd. Dus mooi verpakt en goed gepromoot. Ik denk zeker dat we ons met zo'n product kunnen onderscheiden, als het maar goed wordt gepresenteerd. Hoe breng je het aan de man Daar gaat het om. In Zeeland zijn we daarin altijd wel erg bescheiden, om het even om welk pro duct het gaat. "Moet dat nu zo nodig?" Ja, dat moet en het kan!" Het gevoel voor kwaliteit en goede pro motie is ook hard nodig in de toeristi sche sector in Zeeland. Die staat zwaar onder druk door de toenemende con currentie van de Duitse Oostzeekust en Polen, de teruglopende economie in Duitsland en de strenge milieuwetge ving in eigen land die forse investerin gen van de ondernemers vergt. Op de jaarvergadering van de Maatschappij in mei luidde hij de noodklok. Zeeuws Tijdschrift 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1996 | | pagina 5