een jazzfestival aan zou kloppen, zou
den we het voorstellen samen te werken
met Jazz by the Sea in Domburg. Het
zelfde geldt voor activiteiten op het
gebied van de beeldende kunst; die ver
wijzen we naar de Stichting Atol.'
Wat zijn de criteria?
'Het aanbod moet van een cultureel
hoog niveau zijn. Het moet het waard
zijn om voor te reizen. Wat dat betreft is
er nu nog te veel binnen de Zeeland
Nazomer Festivals wat het reguliere aan
bod niet overstijgt. Ik ben op zoek naar
unieke, eenmalige gebeurtenissen, zoals
Cirque Plume.
We beginnen op te vallen, aandacht te
trekken buiten de provincie. We willen
echter nog meer boven het maaiveld uit
steken en zullen daarom nog kritischer
kijken naar participanten. In een nieuw
beleidsplan voor een volgende subsidie
aanvraag zullen we aandringen op ver
nieuwing. Binnen het kader van de festi
vals moet meer plaats ingeruimd worden
voor educatie. Dat gebeurt al bij het
Kamermuziekfestival; vooraf gaande aan
een concert wordt er een korte toelich
ting over het evenement gegeven. Die
informatie stellen bezoekers zeer op prijs.
Dat willen we uitbreiden, ook bij de
andere festivals toevoegen, opdat de
toegankelijkheid groeit. Bovendien moe
ten er meer verbanden ontstaan tussen
de festivals onderling, zodat er steeds
meer een geheel ontstaat.'
Eén Zeeuws Nazomerfestival?
'Ja, maar wel blijvend met zelfstandige
onderdelen. Ik ben niet uit op een cen
trale organisatie. Het draagvlak van de
organisaties in het veld heel belangrijk.
Essentieel. Hoe anders vind je mensen
die de kaartjes willen verkopen, de stoe
len willen plaatsen, het licht bedienen?
Ook daarom is het goed dat de festivals
regionaal gebonden zijn. Door intensie
vere samenwerking van de festivals zul
len er vanzelf verbanden ontstaan. Een
kruisbestuiving. Daar ben ik een groot
voorstander van. Niet ieder eiland een
eigen festival, maar ontmoetingen
onderling. Ik kan dat niet bewerkstelli
gen, dat moeten zij doen. Vanuit de pira
mide, die natuurlijk wel bestaat, stuur ik,
geef ik de richting aan waarheen het zou
moeten gaan. Ik geef mijn visie door
middel van opbouwende kritiek.
Steeds moet je alert zijn, de formule
aanpassen. Een voorhoedefunctie bin
nen het landelijke festival-aanbod heb
ben we nog lang niet bereikt. Het is niet
uitgesloten dat op termijn festivals afval
len vanwege de kwaliteitseisen.'
Overheidsbeleid
Ruud van Meijel overdenkt zijn woor
den, die wellicht wat hard overkomen.
Zo moeten ze niet opgevat worden. De
Zeeland Nazomer Festivals liggen hem
na aan het hart. 'Het is ook een wonder
lijke verzameling festivals eigenlijk. Som
mige werken met professionals, andere
met alleen vrijwilligers. Je moet niet ver
geten dat de Zeeland Nazomer Festivals
nog jong zijn. Festivals als Oerol op Ter
schelling, het Festival aan de Werf in
Utrecht, het Festival Oude Muziek in
Utrecht, het Filmfestival Rotterdam
bestaan al jaren. Maar als je je bedenkt
dat het Holland Festival met een budget
van veertien miljoen gulden vijftig dui
zend bezoekers trekt en wij met 1,3 mil
joen vijfentwintig duizend bezoekers
halen, doen we het toch niet slecht.'
Ruim een miljoen?
'Ja. De Zeeland Nazomer Festivals ont
vangen jaarlijks meer dan honderddui
zend gulden van de verschillende
gemeenten en drie en een kwart ton van
de provincie Zeeland. Aan recettes halen
we ongeveer honderdduizend gulden
binnen. Met ruim vier ton is het bedrijfs
leven dus onze grootste subsidiënt. Voor
de opening en het slot van de Zeeland
Nazomer Festivals ontvingen wij vijfen
twintig duizend gulden, terwijl Cirque
Plume alleen al vier ton kost. De Zeeland
Nazomer Festivals zijn niet dankzij, maar
ondanks de overheid succesvol zou ik
bijna zeggen.
Het overheidsbeleid wordt gekenmerkt
door bezuinigingen. Niet alleen omdat
er te weinig geld is, maar ook uit over
tuiging. Alles moet meer geprivatiseerd
worden. Ik houd mijn hart vast voor de
gevolgen van dat beleid.
De mogelijkheden voor sponsoring zijn
beperkt in Zeeland. De provincie geeft
projecten steeds te weinig subsidie en
verwacht te gemakkelijk dat de bijdra
gen uit de gemeenschap toch wel
komen. Dat beleid raakt kant noch wal.
Vooral regionale projecten die de pro
vinciegrens niet overstijgen zullen zelden
of nooit gesteund worden door landelij
ke sponsors. Er is dus steeds te weinig
om echt iets goeds neer te zetten. Het is
nu en/en, terwijl het of/of moet zijn. De
overheid moet keuzes maken welke cul
turele activiteiten wel en welke niet
gesteund worden met overheidsgeld.
Er zit nog wel wat rek in de sponsorcapa
citeit van het bedrijfsleven, maar de pro
jecten beconcurreren elkaar teveel. De
vermenigvuldigingsfactor is niet zo groot
als gedacht wordt. Wij moeten nu al de
verplichtingen aangaan om een mooie
openingsact te hebben in 1997 bijvoor
beeld. We weten niet of we dan ook die
vijfentwintig duizend gulden zullen ont
vangen. Dat werkt naar sponsors ook
ontmoedigend: overheidssteun werkt
vertrouwen in de hand. Wanneer de
overheid ons zou steunen met een mil
joen, dan krijgen we dat ook wel los bij
het bedrijfsleven: dan werkt die verme
nigvuldigingsfactor wel.'
Smeerolie
'Voor Zeeuwse begrippen werven wij
veel sponsorgeld. Het zijn echter altijd
dezelfde die over de brug komen. Grote
bedrijven plaatsen zichzelf buiten de
maatschappij door van sponsoring af te
zien. Sponsoring werkt altijd twee kan
ten op. Het biedt ons de middelen om
dergelijke festivals te organiseren, maar
het bedrijf krijgt er publiciteit voor terug.
Het is goed voor het onderhouden van
hun relaties. Zij tonen zich door spon
soring een partner van de overheid. Er
wordt over gepraat bij de provincie en
de gemeenten. Het is een soort smeer
olie om andere zaken soepeler te laten
verlopen. Bovendien tonen bedrijven
door ondersteuning hun sociale gezicht:
dat kan heel gunstig zijn. Een bedrijf
bevindt zich immers niet op een eiland,
al denken sommige van wel.
We geven voor onze sponsors vaak een
receptie na afloop van de voorstelling.
In Zeeuwsch-Vlaanderen bijvoorbeeld
werkt dat heel goed: daar worden zaken
gedaan tijdens zo'n ontmoeting. Op een
dergelijke receptie is er een mengeling
van vertegenwoordigers uit het bedrijfs
leven, de overheid en de culturele sector
aanwezig die elkaar anders niet zo snel
Zeeuws Tijdschrift 9