Hebreeuws is Deurloo zo dicht mogelijk
bij de oorspronkelijke tekst gebleven. Hij
heeft geen poging ondernomen om de
klassieke tekst dichter bij de hedendaag
se mens te brengen. „Bewust niet, want
klassieke teksten moeten klassiek spre
ken. Ik heb geprobeerd het oude, poëti
sche van het Hebreeuws ook in het
Nederlands te laten klinken. Ritme is
altijd heel moeilijk over te brengen in
een vertaling, als het goed is hoor je
toch iets van de oorspronkelijke klank
zoals in alliteraties bijvoorbeeld, vraag,
vrede voor de vredesstad, wél varen
voor wie je beminnen. Dat staat heel
dicht bij de klank en ritme in het
Hebreeuws. De muziek en de manier
waarop het wordt uitgevoerd moeten
de actualiteit maar aangeven". Deurloo
is er erg benieuwd naar. Hij heeft er -na
een aantal sessies met Willem Breuker-
alle vertrouwen in. „Dat is een musicus
die er wat mee kan, hij had direct oog
voor allerlei eigenaardigheden in de
psalm. Gerard Hali is ook zo'n jongen
die nieuw, origineel iets verbeeldends
kan maken en dat is natuurlijk precies
wat past bij deze psalm, die zelf ook
zo'n originele vorm heeft". Voor hem
zelf is de voorstelling in zekere zin een
'testcase'. „Is dit wat? Werkt dit nog?
Raakt dit mensen nog? Daar ben ik
benieuwd naar. Maar ach, die psalm
moet gewoon klinken en als die mensen
ook nog wat doet is dat mooi meegeno
men!
Reuze ballon
Beeldend kunstenaar Gerard Hali (1956,
Amsterdam) gelooft er wel in. Hij ziet
het al helemaal voor zich. Nog maar
kortgeleden is hij door Nieuwe Muziek
Zeeland gevraagd om ook een groot
deel van de theaterregie -het concept
van de voorstelling voor zijn rekening te
nemen, nadat Johan Simons van
Theatergroep Hollandia was afgehaakt.
Het decorontwerp was van begin af aan
al aan hem toevertrouwd. „Mijn idee
was al vrij snel dat ik wilde werken met
een 'onstoffelijk' decor zodat het impo
sante interieur van de Grote Kerk in
Veere een wezenlijke rol speeltin de
voorstelling. De bogen, nissen en open
plaatsen in de kerk moeten symbolen
worden voor de Grote Poort en het
Tempelplein van Jerusalem in de
psalm". Hali -hij volgde een opleiding
monumentaal en omgevingsontwerpen
aan de Koninklijke Akademie voor Beel
dende Kunsten in Den Haag- ontwierp
voor deze voorstelling een enorme wit
te ballon (10 meter doorsnee, 30 kilo
zwaar) van polyesterdoek, die pal boven
het speelvlak in de kerk komt te han
gen. „Een reuze ballon, een enorme
wolk als je wilt, waarop geprojecteerd
kan worden: dia's, letters, woorden
SjalomJeroesjalaim)." Van hem komt
ook het idee voor een maaltijd met spijs
en drank uit het Oude Testament die
publiek en spelers na afloop kunnen
nuttigen maar die feitelijk als slot van de
voorstelling moet worden gezien.
Alles in stijl en in de juiste sfeer geser
veerd." Gerard Hali maakte als voorbe
reiding op dit project een studiereis naar
het Oud-Testamentische gebied. Ruim
20 dagen trok hij door Syrië, Jordanië en
Israël en maakte er ruim 700 dia's,
waarvan een deel terug te zien zal zijn
in de Grote Kerk van Veere. De reis was
inspirerend. „In de Arabische wereld
kun je nog écht veel terug vinden van
het Oude Testament. Je kunt je regel
matig voorstellen hoe het is geweest,
vooral in Syrië zie je het als het ware zó
voor je. Israël is heel anders. Rond elke
opgraving staat een hek, kassa's bij de
ingang en overal vuilnisbakken en lan
taarnpalen. Ook in Jerusalem zelf is bij
na niets meer te vinden dat je direct aan
het Bijbelse verleden kunt relateren.
Hoe dan ook ik heb veel dia's gemaakt
bij de Klaagmuur. Orthodoxe Joden die
het laatste stukje muur van het oor
spronkelijke Tweede Tempelcomplex
bewenen. Daar zie ik voor mezelf ook
een relatie met die opgang uit Psalm
122. Kónden ze maar opgaan, dacht ik
dan. Beelden die ik in mijn achterhoofd
heb meegenomen en ook vastgelegd,
veel close-ups, nachtdia's ook. Indruk
ken die terug komen in de voorstelling."
Zijn belangrijkste indruk van de reis laat
zich het best omschrijven als 'een cul
tuurschok'. „Het enorme verschil in
sfeer tussen de Arabische wereld en
Israël. Hoe relaxed de Arabieren overko
men en hoe gespannen de Israëli's zijn.
Op het moment dat je de grens met
Israël overgaat beland je in een politie
staat. Eén op de vier mensen draagt een
machinegeweer, er zijn enorme hekken
waar stroom op staat, mijnenvelden,
noem maar op. Volkomen waanzinnig!
Het contrast is zo ontzettend groot, ook
op menselijk vlak. Arabieren zijn heel
voorkomend, beleefd, gastvrij. Israëli's
gejaagd, kortaf. Inderdaad: de Amerika
nen van het Midden-Oosten."
Strijd
Gerard Hali zoekt sterk de actualiteit in
zijn benadering van de voorstelling van
Psalm 122. Een logisch gevolg van zijn
recente verblijf in het Oud Testamen-
tisch gebied. Daar komt nog iets bij: het
project heeft voor hem persoonlijk nog
een extra dimensie, omdat hij zelf -in
deeltijd- theologie studeert aan de
faculteit van professor Deurloo in
Amsterdam. „Ik beschouw mezelf als
een kritische theoloog-in-spé. Die reis
heeft mij vooral op de strijd gezet.
Psalm 122, het opgaan naar de vrede,
Jerusalem als de stad van de vrede, dat
is toch een beetje een utopie, misschien
ook wel een belofte, maar dan voor de
toekomst. Tot aan de dag van vandaag
staat die belofte erg onder druk. Er is
sprake van een voortdurende strijd en
het ideaal lijkt vooralsnog onbereikbaar.
Dat heb ik in Jerusalem zo treffend
gezien bij de Gouden Poort, een dicht
gemetselde dubbele poort in de muur
onder de Tempelberg. De Messias gaat,
volgens de Joden, door dié poort naar
binnen en dan wordt de Staat Israël uit
geroepen (vandaar ook dat de ortho
doxe Joden de huidige staat Israël niet
erkennen) Maar: de Messias komt pas
als de Tempel herbouwd is en er is dus
sprake van een patstelling. Want de
herbouw van de Tempel is niet aan de
orde zo lang de Tempelberg islamitisch
(Arabisch) grondgebied is." Die actuali
teit -van spanning en strijd- wil Hali ook
in de voorstelling naar voren brengen.
„Psalm 122 zelf is een betrekkelijk korte
tekst en als je niet oppast ontstaat er
een éénrichtingsverkeer. Ik vind het
belangrijk dat er bepaalde spanning
ontstaat, een wisselwerking ook met het
publiek. Er moet een ontwikkeling in zit
ten: het vertrekt ergens en komt ergens
anders uit. De voorstelling begint ook in
de nacht en eindigt in de ochtend. Het
gaat van weinig naar veel. Ik zie het
Willem Breuker Kollektief als de Palestij-
nen, die komen in de nacht om de stad
in te nemen. Het Koor Nieuwe Muziek
Zeeuws Tijdschrift 27