De Cultuur van de Van Gelders
Een gesprek met een cultureel echtpaar
Peter van Houte
Ze hebben elkaar door 'de cultuur' leren kennen. Doen op dat gebied nu ook veel samen
in Zeeland. Drs.(economie) W.T. (Wim) van Gelder (54) en drs.(pedagogiek) H.J.W. (Mine-
ke) van Gelder-Wiggers (52). Omnivoren zijn het. Literatuur, beeldende kunst, theater,
muziek: het is hen allemaal even lief. Zij is ook op bestuurlijk vlak cultureel actief in het
Zeeuwse, als voorzitter van de Stichting Nazomer Festivals Zeeland en de Stichting Cine
ma Middelburg. Hij heeft als Commissaris der Koningin een aantal 'culturele' nevenfunc
ties (voorzitter bestuur Zeeuws Tijdschrift, voorzitter afdeling Zeeland van de Belgische
Nederlandse Vereniging, voorzitter Anjerfonds/Prins Bernhardfonds). Vier jaar geleden
kwamen ze vanuit de culturele hoofdstad Amsterdam naar Zeeland. Hoe hebben ze dat
ervaren? Wat viel hen op? Wat ontbreekt er in Zeeland? Hoe zit het met hun eigen cultu
rele voorkeuren? Vragen genoeg voor een goed gesprek aan de vooravond van een
maand vol cultuur in Zeeland.
Ze hebben zich er al voor geïnstal
leerd.Comfortabel in de zonnige tuin ach
ter het statige monumentenpand aan de
Dam (Noordzijde). Er is thee met stroop
wafels. En stemmige muziek (Vier Letzte
Lieder van Straus). Heeft zij opgezet. Op
basis van haar cv (tekenlerares, onderzoek
naar cultuurparticipatie van jongeren) lijkt
zij ook 'cultureler' dan hij. Hoe cultureel
zijn ze?
ZIJ: ,,ll< heb duidelijk een culturelere oplei
ding dan mijn man, maar als je vraagt ben
jij cultureel actiever? Nee, dat denk ik
niet.
HIJ: ,,Op dat punt doen we veel samen.
Toen ik in Zeeland kwam heb ik gezegd:
mijn vrouw zal niet in mijn slipstream tre
den, ze zal op eigen wijze haar rol inhoud
geven, los van mij. Zo is het ook gegaan. In
de vrije tijd genieten we allebei van cultuur
en dat doen we dan heel veel samen.
ZIJ (glimlachend): ,,Zo hebben we elkaar
ook leren kennen."
HIJ: ,,De eerste keer dat we met elkaar uit
gingen was naar het afsluitende feest van
het Cinestud-festival (het studentenfilm
festival) dat ik voor het studentenblad ver
sloeg."
ZIJ: Dat vond ik héél interessant zo'n cul
turele man (lachje). Nadat ik gewoon kleu
terleidster was geweest begon ik na het
huwelijk met een opleiding voor tekenlera
res. Toen ben ik me meer met het culturele
leven gaan bemoeien en daarna is het voor
mij eigenlijk ook min of meer een vak
geworden. Hoe oud was ik toen? Toch wel
24 of 25."
HIJ: ,,ll< ging in mijn studententijd veel naar
de film. Soms wel drie op een dag. En van
af de middelbare school en zeker in mijn
studententijd had ik me een systeem opge
legd van gemiddeld één boek per dag
lezen. Dat heb ik niet lang volgehouden na
mijn studententijd! En dan natuurlijk ten
toonstellingen en allerlei voorstellingen.
Die bezochten we vaak."
Literatuur, beeldende kunst, theater en
muziek. Ze hebben geen echte voorkeur.
Culturele omnivoren noemen ze zichzelf:
HIJ: ,,Het is natuurlijk wel zo dat het één
een stuk tijdsintensiever is als het ander.
Een tentoonstelling kost je een uur of
anderhalf, een film twee uur en een boek
meerdere uren of dagen. Ik merk dus dui
delijk dat het lezen onder druk komt te
staan, als de tijd dringt.
ZIJ: ,,Mijn allereerste interesse was beel
dende kunst. Dat kwam natuurlijk óók
door die opleiding. Op een gegeven
moment wilde ik een scriptie schrijven over
Siena -de Siënese school- en er een studie
reis naar maken. Dus gingen we samen;
dat was een bijzondere ervaring. Ik wist er
al veel van en hij nog niets en dan vertelde
je erover en zo kom je tot de ontdekking
dat je het steeds leuker gaat vinden naar
mate je er meer over weet. Je herkent din
gen, ziet verbanden. Het was voor ons
aanleiding om vaker naar Italië te gaan,
kunstreisjes maken. Ook later -met de kin
deren- altijd een vakantie met een cultu
reel tintje." HIJ: „Dat is nog zo. We zijn net
terug van een wandelvakantie in Schot
land. Aan het eind zijn we wel een dag
naar Edinburg gegaan, bezoek aan de
National Gallery.
Vier jaar geleden kwamen ze -voor zijn
werk- naar Zeeland. Van de culturele
hoofdstad Amsterdam naar de provincie
hoofdstad Middelburg. Een hele overgang.
Hoe is dat gegaan?
HIJ: „Dat de frequentie van de culturele
activiteiten buiten de deur omlaag zou
gaan, had ik verwacht. Hier ga je naar
Nieuwe Muziek, daar zaten we wekelijks
in het Concertgebouw óf in het Bimhuis
óf in Paradiso. Minder mogelijkheden
dus, maar er is nog een andere reden: er
is hier vaak maar één voorstelling. Overi
gens is het aanbod helemaal niet zo afwij
kend, afgezien van de grote producties. In
Amsterdam las ik een recensie om vast te
stellen of ik de komende veertien dagen
naar een bepaalde voorstelling wilde of
niet. Dat heeft hier geen zin. De drang om
recensies te lezen is enorm afgenomen,
omdat ik hier alleen maar kan lezen wat ik
heb gemist! Aan de andere kant had ik
een beeld van Zeeland dat er hier veel
gebeurde op cultureel vlak. De discussie
over de bouw van een museum voor
hedendaagse kunst (naar een ontwerp
van Aldo van Eijck) in Middelburg bijvoor
beeld was mij al bekend in Amsterdam,
nog vóór ik naar Zeekand kwam. Toen ik
hier was benoemd was dat onderdeel van
de felicitaties: 'Zorg dat het museum er
komt' (het kwam er uiteindelijk niet). Ik
had een hogere verwachting van het cul
turele leven, dan ik hier uiteindelijk aan
trof. En wat ik absoluut een probleem
vind is het aan de provincie aangepaste
repertoire. Dat ontdekte ik bij een concert
van het Nieuw Sinfonietta. In Amsterdam
spelen ze Shostakovich (wat mijn favorie
te componist is), hier in Zeeland opeens
Mozart!
ZIJ: „Wat ik hier vooral mis zijn de concer
ten van de grote symfonische orkesten.
Daar genóót ik altijd van en dat is hier
helemaal niet. En de film. Het irriteerde me
dat je hier in de provinciehoofdstad niet
eens naar de film kon. Toen ze me dan ook
vroegen mee te doen met het clubje
enthousiaste mensen dat ijverde voor een
filmvoorziening heb ik nog geen halve
2 Zeeuws Tijdschrift