stellingen van hedendaagse kunst. De
opmerkingen die je dan hoort: 'Sterk werk,
verrassend, spannend'. Maar goed: je
moet wat zeggen. Ik sta vaak ook met m'n
mond vol tanden. Maar, ik merk wél of het
me iets doet of niet. Je moet niet bang zijn
om die confrontatie aan te gaan. Ik snap
best dat het voor veel mensen lastig is
omdat ze niet weten wat ze er mee aan
moeten: moet ik het mooi vinden, of juist
niét?
A/loef kunst altijd nieuw zijn? En speelt
vakmanschap, liefde voor het materiaal en
toch maar weer dat gevoel voor schoon
heid ook nog een rol?
HIJ (en ZIJ) (lachend): „Rob Webster-beel
dend kunstenaar en docent aan de Akade-
mie in Den Haag- heeft als stelling: alles
wat op het ogenblik in de kunst wordt
gebracht, is niet nieuw, is al eens gedaan.
En dan haalt hij Picasso aan en gaat hij
terug naar de prehistorie. De rotstekenin
gen van de Bushmen in Zuid Afrika, daar
sta je toch gefascineerd naar te kijken. En
een indrukwekkend klassiek gebouw met
poorten en bogen. Daar krijg ik ook een
bijzonder geluksgevoel van: wat is dit
mooi."
ZIJ:Alles is al gedaan, het is een illusie dat
het vernieuwend is. Het was er al, mis
schien op een wat andere manier. Naarma
te je meer hebt gezien en je goed blijft kij
ken zie je dat ook. De ontdekking: dat heb
ik al eens eerder gezien.
Terug naar Zeeland, de cultuur van de pro
vincie is ook vaak de cultuur van het ver
leden. Historisch gezien is dit gewest heel
cultureel. Maar wordt dat door iedereen
zo ervaren en beleefd?
HIJ: „Bestuderingen beleving van geschie
denis is ook een belangrijk stuk cultuurpar
ticipatie. Maar ook daar speelt in Zeeland
weer die maatschappelijke stratificatie. De
heemkundekringen bijvoorbeeld, daar is
maar een bepaald deel van de bevolking
actief in. Daar is een scheiding getrokken
tussen autochtone en allochone Zeeuwen,
lijkt het wel Dat is op zichzelf niet erg, maar
wel jammer. Juist nieuwkomers in een
gebied willen veel weten over hun nieuwe
omgeving, zou je zeggen. Maar bij sommi
ge van die heemkundekringen krijgt het
Zeeuw zijn -wat ik altijd als iets aardigs en
waardevols heb gezien- plotseling een ele
ment van uitsluiten. 'Dat zijn géén Zeeu
wen, ze dénken niet Zeeuws'. Daar heb ik
moeite mee. Ik heb grote bewondering
voor wat men op Tholen en in Dreischor
bereikt met de inspanningen voor een
Heemkundig- en een agrarisch museum.
Zoveel mensen die zich daarvoor inzetten,
ik ben er echt van onder de indruk. Ik juich
dat van harte toe en ben ook graag bij zo'n
opening. Maar wat ik minder vind is dat
anderen dat aspect dan weer in een heel
ander kader plaatsen. Zeeland is meer dan
dat. Er is na 1965 een heel ander Zeeland
bijgekomen, door de ontsluiting, de indus
trialisatie en de economische ontwikkeling.
En er is een enorme samenhang tussen de
economische en de culturele ontwikkeling.
De vele kunstenaars zijn niet voor niets in
de jaren zeventig hier naar toe gekomen.
Daarom zeg ik nu, juist vanwége die eco
nomische ontwikkeling, je moet de cultu
rele ontwikkeling niét stoppen. Die is
belangrijk. Ook voor de beeldvorming,
want het traditionele Zeeland is nog steeds
beeldbepalend voor iedereen buiten Zee
land."
ZIJ (na een stilte): „Er is echt heel veel
moois hier. Als ik door Middelburg loop
denk ik steeds weer: wat prachtig. Je
beseft je echt dat je door een culturele stad
loopt. Ook mensen van buiten Zeeland
zeggen het steeds weer."HIJ: „De Zeeu
wen zouden veel troster moeten zijn op die
historie. Dat kunnen we veel beter uitbui
ten. Ik merk het telkens weer bij bezoek
van buiten. Of het nou ambassadeurs,
bewindslieden of vrienden zijn, allemaal
zijn ze onder de indruk als ik ze Zeeland
laat zien. Een wandeling door Middelburg,
een bezoek aan Veere. Ze vinden het
prachtig en ze wisten het niet. Ik ga mezelf
maar na: wat wist ik nou over Zeeland, bij
na niets. Die kennis over Zeeland, die moe
ten we veel meer uitdragenl
Bij het weggaan neemt hij alvast een voor
schot. Laat me de kamers van het oude
pand zien. Buiten staat hij stil voor de
monumentale gevel van "De Gouden
Moolen" waarvan ook de ramen (van
paars glas) monument zijn. Dan, met de
hand richting Abdij:
„En als ik dan zo te voet naar mijn werk ga,
voel ik me een héérlijke provinciaal!"
Wat hebben de Van Gelders de laat
ste tijd gelezen, gezien, gehoord?
Oftewel: Waar houden ze van, wat
raden ze aan?
HIJ: De boeken van Paul Auster,
John Burker en F.B. Hotz. „Fascine
rende schrijvers, leder boek dat van
hen verschijnt, lees ik meteen. Bur
ker vanwege zijn fascinerende
beschrijving van het leeglopende
Franse platteland. Auster om zijn
vervreemding, beschrijft mensen die
een rol vervullen die niet echt is. Bij
Hotz geniet ik van de manier waar
op hij Nederlandse situaties
beschrijft, zijn taalgebruik is fantas
tisch, heel terughoudend en natuur
lijk zijn fascinatie voor de geschiede
nis. "Laatst gelezen boek: Theorie
van het zweefvliegen. „Ben ik hele
maal door gefascineerd en verder
neemt het werk en een nieuwe
computer heel veel tijd in beslag, kijk
ook bijna geen televisie." Muziek:
„Jazz, maar vooral klassiek: Shostak
ovich. Laatste voorstelling (samen
met haar): „Prachtige uitvoering van
'Turandot' van Puccini, óók op cd."
Laatste expositie (ook samen met
haar): „Die hele interessante over
zichttentoonstelling van hedendaag
se kunst uit Zeeland in de Waterto
ren in Oost-Souburg."
ZIJ: Zuid-Amerikaanse literatuur en
ook reisverhalen. „Isabel Allende
'Het goud van Tomas Vargas' is een
absolute aanrader. Heel goed. Laatst
gelezen: 'Colmeta' van Mercé Rod-
oreda, een Spaanse schrijfster.
„Prachtig, heel direct. Onopge
smukte taal, geen uitwijdingen. Heb
ik van genoten". Muziek: klassiek.
„Vooral vocaal. Requiem van Verdi,
de Vier Letzte Lieder van Straus. Een
beetje gedragen, treurig. Prachtig
vind ik dat. Maar ook: de Suites van
Bach." Tentoonstelling: de expositie
in de Watertoren met hem en
onlangs nog een bezoek aan het
Bonnefantenmuseum in Maastricht
(„Géén mooi museum, trouwens").
Film: „Een paar dagen geleden op tv
'My Dinner with André' van Louis
Malle (1981). Hele mooie film."
6 Zeeuws Tijdschrift