Achter de schermen van de Zeeland Nazomer Festivals Een gesprek met Ruud van Meijel, coördinator Karen Kroese Ruud van Meijel (33), zoon van een bakker uit het Zeeuwsch-Vlaamse Clinge, heeft de hogere hotelschool doorlopen voordat hij algemeen directeur werd van Bohemen Resorts. Met 250 personeelsleden runde hij 'een exclusieve variant van Center Pares of Cran Dorado', een kuuroord-achtig villapark met golfbanen en beautyfarms voor de welgestelde gasten. Toen de projectontwikkelaar het resort, met vestigingen in het Limburgse Vaals en het Zeeuwse Haamstede, verkocht aan twee verschillende eigenaren, ontving Van Meijel een riante gouden handdruk. Hij was toen 29 jaar. Zijn plan was met dat geld een bootje te kopen en naar Spitsbergen te varen. Het liep anders. Bohemen Resorts sponsorde het Kamermuziekfestival Schouwen-Duiveland en Tholen. Ruud zat in het bestuur van de Zeeland Nazomer Festivals (toen nog Zee land Cultuurmaand) waar hij met anderen de recreatiesector vertegenwoordigde. Al op de lagere school organiseerde hij van alles. Bovendien is hij verzamelaar van hedendaagse beeldende kunst. Het is dus niet zo vreemd dat de provincie in hem een kundig coördinator voor het Mondriaanjaar zag. Hij heeft ja gezegd. Van het een kwam het ander. Sinds 1994 is hij coördinator van wat uitgegroeid is tot de Zeeland Nazomer Festivals nu. 'Dit is de mooiste provincie van Neder land. Toen ik in Vaals werkte, woonde ik op het terrein van het resort. Ik had een prachtige villa in een mooi groen dal: een plaatje. Maar ik vind een dal zo onrustig. Je ziet steeds alles, elke fietser, elke auto. Ik miste de horizon, de zee, de ruimte van Zeeland. Als ik vanuit Limburg naar Zeeland ging, reed ik expres over de Oosterscheldekering: die lucht, de zee, steeds anders. Zo'n land schap is toch tien keer interessanter dan een heuvellandschap.' Eenmaal in Zeeland richtte Ruud van Meijel het bureau Spitsbergen op voor public relations en projectmanagement, een eenmansbedrijf. 'Het was niet mijn bedoeling een eigen bedrijf te beginnen, maar het is zo gelopen. Ik wilde ook niet in vaste dienst. Mijn jongste broer heeft de bakkerij van mijn ouders overgeno men, mijn andere broer is tandarts; het ondernemerschap zit in de familie. In Vaals waren er 250 mensen in dienst. Hier stond ik er plotseling alleen voor. Dat was erg wennen. Ik moest nu zelf mijn postzegels plakken en de post naar de brievenbus brengen. Als ik aan het werk was, moest ik ook de telefoon opnemen. Bovendien heeft een eigen bedrijf toch een heel andere waarde dan wanneer je de leiding hebt over een onderneming van een ander, al denk je dan van niet. Wanneer je als onderne mer duizend gulden uitgeeft, voelt dat anders dan wanneer je werknemer bent. Als zelfstandige moet je leren dezelfde risico's aan te gaan als je zou nemen wanneer je werknemer bent. Je moet durven, niet conservatief zijn.' Snotneus 'Ik ben een generalist. Ik heb geen echte specialisatie, ik ben heel breed geïnteres seerd. Aan de Zeeland Nazomer Festi vals doen elf organisaties mee, verschil lende gemeenten, vele sponsors; daar binnen vervul ik een spilfunctie. Ik coördineer, inspireer anderen en bege leid het geheel naar het einddoel. Daar ben ik goed in. De vereiste diplomatie laat soms te wensen over', lacht hij. Zijn ogen glimmen ondeugend. Ruud van Meijel is een man met visie die zijn mening niet onder stoelen of banken steekt. 'Dan zie ik mensen wel eens den ken: die snotneus... Er bleek duidelijk een behoefte te zijn aan zakelijk management in de culturele en toeristische sector. Vooral op project matige basis. Er was behoefte aan een vertaler, iemand die van beide markten thuis is. Het vereist een bepaalde manier van denken, een specifieke benadering van problemen. Ik heb de hogere hotel school gedaan en ben daardoor vrij pragmatisch. Dat is voor mensen uit de culturele hoek nieuw, maar ook weten schappelijk opgeleide personen zijn niet gewend zo te werken. Zij werken vanuit een hypothese, zonder duidelijk doel. Ik zoek naar praktische oplossingen, heb steeds een einddoel voor ogen.' Samenwerken 'Uit een onderzoek naar het bezoek van buiten de provincie blijkt dat toeristen Zeeland niet geschikt vinden voor mu- seumbezoek. Ze komen hier voor de zee, de natuur en andere redenen, maar voor musea zullen ze eerder naar Rotter dam of Antwerpen gaan. De weinige bezoekers die er zijn, wil het museum niet kwijt. Ik begrijp niet waarom er geen samen werkingsverband bestaat tussen de ver schillende Zeeuwse musea. Samenwer ken maakt sterk. Dat is de kracht van de Zeeland Nazomer Festivals. Meermalen heb ik voorgesteld aan de Zeeuwse musea zich aan te sluiten bij de Zeeland Nazomer Festivals, alleen promotioneel. Er zou dan bijvoorbeeld een museum dag kunnen komen in september, die aangekondigd zou worden in de festi valkrant en dergelijke. Het profiel van de festivalbezoeker komt vrijwel overeen met die van de museumbezoeker. Het enige wat de musea voor deze extra impuls moeten doen, is het openen van hun eerste tentoonstelling van dat sei zoen tijdens de Zeeland Nazomer Festivals... Samenwerking kan alleen winst opleve ren. Een schoenenwinkelier weet dat hij naast een andere schoenhandelaar moet gaan zitten om goed te verkopen. Maar de musea zijn bang voor beïnvloeding van hun eigen produkt door de ander. Dat is nergens voor nodig. Juist door samenwerking zullen ze meer bezoekers trekken en zullen er dus meer inkomsten zijn, waardoor er weer meer ruimte is om middelen aan te schaffen en zo weer meer bezoekers te trekken. Een op waartse spiraal kortom, die nu onge bruikt blijft.' Zeeuws Tijdschrift 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1996 | | pagina 8