Populariteit en Waardering
verhaal met dat van Daniel Defoe? Er is
een eiland-episode en deze duurt in de
Engelse versie maar liefst 28 jaar. De
vanzelfsprekendheid waarmee de hoofd
persoon Robinson wordt genoemd duidt
op een intentie van de schrijver om zijn
werk met dat van de Engelsman te ver
gelijken. Robinson Crusoe was een pop
ulair verhaal dat de meeste geletterden
in de lage landen kenden uit vertalingen
en navolgingen en de naam Robinson
stond voor de mens die op een onbe
woond eiland zijn leven zelf moet inrich
ten, daar wel bij geholpen door de God
delijke voorzienigheid. Net als zijn Engel
se tegenhanger moet onze Zeeuwse
Robinson zijn eigen zaakjes behartigen
en dat wordt uitvoerig beschreven. Een
groot verschil is het feit dat de Walcher-
se Robinson vanaf zijn derde alles zelf
moet ontdekken. Hij heeft daarbij ook
geen Vrijdag om hem te helpen. Zo is er
het probleem van tijd en de indeling in
dagen en jaren. De schrijver heeft hier
duidelijk over nagedacht en hij laat het
zijn held aldus ontdekken: "wanneer
myn Jaren klommen, gaf ik ook acht op
het ryzen en dalen der Zon, en het was-
schen en afgaan der Mane. ik had my
ten dien einde van stokjes bediend, en
door eene zeer naukeurige aanmerking
veel bevonden, (want ydre dag, stak ik
een stokje by het verste schaduwpunt
der Zonne, wanneer ze my op het hoog
ste scheen,) en had gezien, dat wanneer
ik 365 stokjes had gestoken, de Zon
wederom vlak by het eerste staan
bleef..."
Dit soort realisme komen we ook op
andere plaatsen tegen, waar een vogel
wordt beschreven als "wel zoo groot als
hier in Zeeland een Reiger". Zo verbazen
ook de details in de volgende beschrij
ving: "Men zeilde dan voort, en naderde
vast de Hollandsche vloot, sterk 91 sche
pen en oorlogsfregatten, 54 brandsche-
pen, en 23 advysjachten. Zy was ver
deeld in drie esquaders, het hoofde-
squader werd door den Hollandschen
Luitenant Admiraal Generaal de Ruiter
zelf' geleid".
Men zou denken dat de schrijver zelf
aanwezig moet zijn geweest of er een
nauwkeurige beschrijving van hebben
gelezen.
De oorspronkelijke Robinson Crusoe is
uitgebreider over zijn manieren om te
overleven en het maken van allerlei
voorwerpen dan zijn Zeeuwse navolger,
die ons daarentegen uitgebreid deelach
tig maakt van zijn overwegingen om tot
het voor hem ware geloof te komen.
"Indien dit deeltje onze verwagting
beantwoord, zullen wy het tweede haast
laten volgen, dat wy verzekeren kunnen,
nog ruim zoo frai te zyn.Hiermee refe
reert de uitgever aan een tweede manu
script dat hij naar eigen zeggen nog in
portefeuille heeft en het verdere leven
van Robinson beschrijft tot twee jaar
voor zijn dood, 48 jaar later. De wens
lijkt de vader van de gedachte, want er is
geen tweede uitgave bekend. Helaas zijn
de gegevens over de eerste uitgave ook
uiterst schaars. Er zijn wel zo'n tien
exemplaren aanwezig in diverse biblio
theken, maar dat zegt nog weinig. Wel is
er een tweede druk uitgekomen, of lie
ver gezegd, een heruitgave met andere
titelpagina. Hieruit blijkt dat N. Cornel,
drukker en boekverkooper op de Meent,
over de Lombertschebrug, te Rotterdam,
dit werk rond 1790 weer eens probeerde
te slijten. Alles wijst erop dat hij geen
nieuwe uitgave heeft gemaakt maar een
stapel onverkochte exemplaren opnieuw
heeft gekaft. Dat zou er dan op wijzen
dat de eerste uitgave minder succesvol
zou zijn geweest, dan wel dat de eerste
uitgever Alardus van Eyk zich enigszins
misrekend had. Over de uitgevers is wei
nig bekend en het fondslijstje dat als een
reclamepagina achter in het werk staat,
ook merkwaardigerwijs in de heruitgave,
vermeldt over het algemeen religieuze
titels. In ieder geval zijn twee exemplaren
terecht gekomen in de bibliotheek van
de Universiteit van Michigan in Ann
Arbor, USA. Ik heb deze exemplaren
geraadpleegd en ze komen uit de verza
meling van Lucius L. Hubbard, een Ame
rikaanse geoloog met een passie voor
reisverhalen en robinsonades. Zijn verza
meling had hij over een periode van 40
jaar bij elkaar gekregen door inkoop in
Europa, met name in Nederland, en later
heeft hij deze geschonken aan de biblio
theek. De tweede, latere uitgave van de
Walchersche Robinson heeft voorin de
aantekening 'Ex Bibliotheca Dr. H.
Ullrich' en daarmee komen we op het
spoor van de bekende Duitse weten
schapper Hermann Ullrich, die de
Robinsonade-vorsing de allereerste en
grootste stoot gegeven heeft. Hij publi
ceerde in 1898 zijn levenswerk Robins
on und Robinsonaden, Bibliographie,
Geschichte, Kritik waarin een uitgebreid
overzicht wordt gegeven van de origine
le uitgaven, de vertalingen, de bewerkin
gen en imitaties van dit voor velen zo
fascinerend verhaal. In zijn voetspoor
kwam de Nederlander Werner Staver-
man met zijn dissertatie Robinson
Crusoe in Nederland, uit 1907. Daarin
lezen we verschillende Nederlandse imi
taties zoals De Hollandsche Robinson,
Gevallen van den Oude en Jongen
Robinson, De Haagsche Robinson en De
Vriesche Robinson. De vertaalde werken
geven ook een beeld van de grote ver
scheidenheid en verspreiding van de
diverse Robinsons: De Saxische Robins
on, De Silesische Robinson, De Sweed-
sche Robinson, De Nieuwe Engelsche
Robinson, De Libanonsche Robinson, De
Zwitsersche Robinson, De Fransche
Robinson, De Erfgenaam van Robinson,
De Kleinzoon van Robinson. Dan spre
ken we niet eens van allerlei moderne en
postmoderne versies, zoals bij voorbeeld
een Female Robinson Crusoe uit 1837,
Der Schwarze Robinson uit 1877, The
Dog Crusoe uit 1869, Robinson Crusoe,
a grand Christmas pantomime uit 1893,
een Laurel en Hardy-film Robinson
Crusoeland uit 1950 of de strip-versie,
voor de luie lezer. Wie zich maar even in
Robinson verdiept, kan op de meest
onverwachte plaatsen Robinson, Vrijdag
of een onbekend eiland tegenkomen.
Heel vroeg in deze ontwikkeling was er
dus al een Zeeuwse versie, al is de Wal
chersche Robinson dan zelf geen gebo
ren Zeeuw.
Het relaas van een schipbreukeling op
een onbewoond eiland is niet voor het
eerst door Defoe verzonnen. Er beston
den vóór die tijd al diverse verhalen,
waarvan ik een curieus Nederlands voor
beeld noem uit 1708: Beschryvinge van
het magtig Koningryk Krinke Kesmes
door de Zwolse chirurgijn Henrik
Smeeks. Een van de oudste is het Ara
bisch verhaal Leeven van Hay Ebn Yokd-
han door Ibn Thophail, een Spaanse Ara
bier uit de 12e eeuw. Dit was wel bekend
in Nederland door verschillende vertalin
gen van Johannes Bouwmeester en Adri-
aan Reland in de 17 en 18e eeuw. "Waar
24 Zeeuws Tijdschrift