Zeeland heeft nu de plaats gekregen die 't verdient Hoe het begon Spraakmakende Zeeuwse vrouwen: Clasien A/1, Rooze-Stouthamer Gerdi Preger Clasien M. Rooze - Stouthamer (Ellewoutsdijk; 13-9-1942) is behalve echtgenote van een Belgische man (ze heeft een dubbele nationaliteit) en moeder van vier kinderen, ook drs. geschiedenis en archivaris. Ze studeerde geschiedenis in Gent bij Prof. Dr. E.l. Strubbe en werkte als Wetenschappelijk Archiefambtenaar bij het Rijksarchief in Den Haag, waar ze aan de Rijksarchiefschool ook twee jaar les gaf in paleografie (het oude schrift). Samen met haar gezin woonde ze langere tijd in Grimbergen, bij Brussel. Van daar uit begon ze ruim 15 jaar geleden als een ware "archief-detective" materiaal te verza melen voor haar promotie-onderzoek "Hervorming in Zeeland, circa 1520 - 1572". Al dat speurwerk is op 11-11 -'96 afgerond, als mevrouw Rooze promoveert aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam, tijdens een plechtigheid in de Lutherse Kerk. In het kader van deze promotie wordt dan ook haar 600 bladzijden dikke boek rond dit onderzoek gepresenteerd. Dit boek "Hervorming in Zeeland, circa 1520- 1572(Uitgave De Koperen TuinGoes) is voor een groot publiek toegankelijk en zal daarna voor iedereen die belangstelling heeft, in de boekwinkels te koop zijn. Clasien Rooze houdt zich met meer zaken bezig dan geschiedenis alleen. Ze heeft een warme plek voor "de koning der instrumenten": het kerkorgel. Als organist begeleid de ze in Brussel regelmatig kerkdiensten. Samen met haar echtgenoot was ze aktief in Protestantse kringen in Brussel en deed veel oecumenisch- en vrijwilligerswerk. Zes jaar geleden kwam ze met haar gezin terug naar de ouderlijke boerderij in Elle woutsdijk, onder aan de dijk van de Westerschelde. "Zeeland is lang een blinde vlek gebleven wat betreft de 16e eeuw. Daar was bijna niets over bekend. In de geschiedschrij ving is Zeeland buiten beeld gebleven. Dat wil ik proberen recht te zetten. Door mijn onderzoek hoop ik Zeeland de plaats te kunnen geven, die het verdient. Dat is voor mijn gevoel, een kwestie van recht vaardigheid." Zo omschrijft drs. Clasien M. Rooze haar passie voor het verleden, die maakte dat ze jaren achtereen ("het staat zo zwoe- gerig, maar het was vooral heel leuk!") bijna ieder vrij moment een archief indook: Brussel, Middelburg, Goes, Zie- rikzeeze kent ze allemaal van binnen en van buiten. "Gezellig in oude spullen bladeren", noemt ze het, "al was mijn gedrevenheid moeilijk naar andere men sen over te brengen." We praten over de geboorte van een "levenswerk", de gedrevenheid van een mens en het belang van een diepgaand onderzoek. Zeeuwser kan het bijna niet: een boerde rij die al van generatie op generatie in de familie is. Vanuit de zijdeur kijk je tegen die hoge Westerschelde-dijk aan, waar achter een bijna tastbaar vermoeden van glinstering, stroming en beweging ligt. Achter de boerderij de hoge, immens grote, donkere, wit-omrande schuur. Die wordt alleen nog voor opslag gebruikt. Eén van de kinderen Rooze scheurt boven op een grasmaaier met een vaartje over het grasveld. Iets verder op tussen de bomen zijn de graslanden verhuurd aan een schapenboer. Dat scheelt weer in het maaien. Alles ziet er mooi aangelegd en perfect onderhouden uit. Een prachtig plaatje. "Dat was vroeger wel anders", zegt mevrouw Rooze (glimlacht), "de boerde rij wordt nu alleen gebruikt om te wonen en we hebben geen dieren. Dan is het niet zo moeilijk om het zo netjes te hou den". De boerderij lijkt aangepast aan de woonnormen van deze tijd. Hoewel een televisie is er niet ("we gaan wel graag eens naar de bioscoop") en in een hoek van de woonkamer staat een klein, maar echt pijporgel. De "diepliggende" boekenkasten geven aan, waar vroeger de bedsteden waren. "Ik weet nog, dat mijn zus en ik daar mochten liggen, als het heel koud was of als we ziek waren. Dat vergeet je nooit meer. Het is heel bijzonder om weer terug te zijn op de plek waar je bet-over grootvader nog gewoond en gewerkt heeft. Ik ben hier tussen de sporen van de 18e eeuw opgegroeid. Dat doet je wel wat. Dat heeft zeker bijgedragen tot mijn gevoel voor geschiedenis. Mijn vader heeft daar ook een rol in gespeeld. Zeker. Ik kom uit een eenvoudig boerengezin. Mijn vader was een verstandige man, die aanvoelde wat waarde had. Zo vertelde hij een verhaal, dat al generaties in de familie is. Op zich is het niets bijzonders: "oral history", een doorvertelde momentopname van twee eeuwen gele den. Het verhaal gaat over de vader van mijn bet-overgrootvader die havenmees ter was. Terwijl de dorpsbevolking was gevlucht voor de intocht van de Franse troepen stond hij eenzaam achter de gesloten lui ken van zijn huis. Door het uitgezaagde hartje zag hij vanuit de haven de Fransen Zuid-Beveland binnentrekken. Dat is alles. Maar juist door die paar persoonlijke details krijgt zo'n verhaaltje een extra waarde. Alsof het gisteren is gebeurd, zo klinkt het dan. Ik denk, dat ik dat gevoel voor geschiedenis van mijn vader heb geërfd. Hij las ook graag, had eerbied voor het geschrevene. Voor hem waren pen en papier bijna iets heiligs. Hij kon heel krie gelig worden, als de "d" en de "t" in de nederlandse taal niet goed werden gebruikt. Ze moet er even om lachen. Herkent daar ook wel wat in. "Dat was dus de basis. Later kreeg ik in de laatste twee klassen van het Christelijk Lyceum in Goes een leraar, die zijn vak geschiedenis niet alleen begreep, maar dat ook wist over te dragen. Het was inspirerend om van hem les te krijgen, Zeeuws Tijdschrift 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1996 | | pagina 35