Dubbeldeks veerboot Koningin Beatrix. der klagenden werd immers veroorzaakt door het niet geïnformeerd worden over oorzaak en lengte van door calamiteiten veroorzaakte vertragingen en ongemak ken voor of tijdens de overtocht. Wel licht was mijn conclusie over het mij toe komende Zeeuwschap prematuur. Voor zichtig liet ik de cijfers over de bedoelde informering op mijn beeldscherm ver schijnen en door mijn ooghoeken ont waarde ik de voor mijn culturele identi teit bepalende resultaten. Ik en mijn ogen schoten vol. God en geluk waren met mij! Alleen voldoendes schitterden mij van het beeldscherm tegemoet. Rei zigers op het traject Vlissingen-Breskens gaven voor de verkeersinformatie en de lichtkranten een 7. Een ruime voldoende dus. Voor de informatie zoals die via de omroepinstallaties wordt verstrekt, gaven zij een 6. Een voldoende. Voor het traject Kruiningen-Perkpolder was het zelfs nog beter. Alle informatiebron nen kregen gemiddeld een 7. De infor mering bij calamiteiten was op dit traject derhalve ruim voldoende. Welk een for tuin overkwam mij? Niks onvoldoende, maar voldoende tot ruim voldoende. Nog even en ik hoef niet alleen te wijzen op het altijd in mijn portefeuille aanwe zige uittreksel uit het bevolkingsregister van de gemeente Middelburg. Op korte termijn zal ik niet alleen officieel als inwoner van Zeeland geregistreerd staan, maar ook als zodanig door mede- Zeeuwen erkend en in mijn Zeeuw-zijn bevestigd worden. Zoals de boot in Zeeland vaart, vaart hij nergens Het is duidelijk. Discussie over de con clusie is niet mogelijk. Onomstotelijk is vastgesteld wat reizigers van 'de boot' vinden: voor beide trajecten geldt dat zij op alle behandelde aspecten een vol doende krijgen. Aangetoond is dat 'de boot' ten onrechte ter discussie is gesteld. Daar waar de media in het Zeeuwse spreken over ontevreden veer- gebruikers betreft dat enkelingen. Immers, was het merendeel van de Zeeuwen van mening dat het slecht gesteld was met 'de boot', dan had dat geleid tot onvoldoende rapportcijfers. Dat was geenszins het geval. Het moe ten derhalve geluiden van enkelen zijn geweest, die zich geen Zeeuw in de ware zin des woords zouden mogen noemen. Afvalligen waren het die 'de boot', de parel van de Zeeuwse scheep vaart, in een kwaad daglicht wilden stel len. Gefaald hebben zij, en ik ben er trots op dat ik aan hun falen heb bijge dragen. Woorden schieten mij te kort! Een droom gaat in vervulling! Ik kan het Zeeuwse woordenboek gaan bestude ren teneinde op gepaste wijze en in het juiste dialect met mijn mede-Zeeuwen te converseren. Zij zullen mij als geloofs-, streek- en bondgenoot in de armen slui ten en als één der hunnen beschouwen. Het leven is mooi, want het Zeeuwschap is mijn. Zeeuws Tijschrift 3 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1996 | | pagina 41