avond. Het schuinse licht valt mild op de rustende erven, waar bonte boeren- kippen krieuwelen in het zand tussen de graspollen. Het jonge witte geitje graast, de poes sluipt door de haver. Overal groepjes pratende mensen, schoon, opge poetst, op hun zondags, een lucht van kleren die uit de mottenballen komen. Fris en toch bezonken. Een gevoel van heel lang geleden. (uit: 'Ik ging naar de Noordnol' Natuur- dagboek 1936-1942 „Soms waren het aanzetten tot latere gedichten, zou je bijna zeggen. Poëti sche opwellingen. Ik ben laat gedichten gaan schrijven, voor een dichter althans. De meeste dichters schrijven echt in hun puberteit, beginnen daar althans mee. Ik ben eerst gaan schilderen maar daarin kon ik dus niet uiten wat ik wou; het werd altijd anders. Er zat wel iets in, maar ik vond het niet goed genoeg. Toen ik met woorden begon, voelde ik dat het beter ging. Ik was toen eventjes in de twintig dat zijn dus eigenlijk ook nog puberteitsgedichten! Is hij voor alles eigenlijk niet vooral dichter? Hij aarzelt, glimlacht minzaam: „Ik vind het héél moeilijk om een voor keur uit te spreken. Ik twijfel zelf tussen dichter en dagboekenschrijver. Stel er zou nog niets gepubliceerd zijn, hier lig gen mijn gedichten en daar mijn dag boeken, er gebeurt een ramp en ik kan maar een van de twee meepakken. Een vreselijke moeilijke keuze. Ik zou in ver schrikkelijke gewetensnood verkeren. Natuurlijk vind ik mijn gedichten mis schien ook wel het belangrijkste, maar voor mij zijn de Geheime Dagboeken ook van belang, omdat ik ze al lang niet meer zie als een soort boekhouding, maar als een creatie. Als een zo all round mogelijk verslag van een mensen leven in deze eeuw, waarin ik ook veel meer zeg dan een beschrijving van de dagelijkse dingen. Het is trouwens een theoretische kwestie. De gedichten kun nen niet meer verloren gaan; ik schrijf nu haast geen gedichten, zo'n periode heb ik overigens vaker in mijn leven gehad. Wanneer verloren ging wat niet in de verzamelde gedichten staat, is dat hooguit een bundel (35 gedichten), ter wijl als verloren ging wat nog niet aan dagboeken gepubliceerd is, dan is dat enorm veel. Een derde is nog maar gepubliceerd. Ik heb de laatste jaren heel veel geschreven. Die twaalf delen kunnen er wel 36 worden! Zijn reeks Geheim Dagboek neemt nu al een unieke plaats in de Nederlandse literatuur in. Een eenzame ook, want het genre is en wordt nauwelijks op Hans Warren zichtbaar geroerd tijdens het uitspreken van zijn dankwoord. Foto: W. Helm. Zeeuws Tijdschrift 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1996 | | pagina 5