GJ.C. (Gert-Jan) Buth (44), Serooskerke (S.). Hoofd Terreinenbeheer van het Zeeuws Landschap, bestuurslid van Natuur- en Vogelwacht Schouwen-Duiveland. rikzee woon, of in Haamstede, Bruinisse of waar dan ook. Veranderingen? Het wordt voor mij als archivaris eenvoudiger omdat ik straks niet meer met zes gemeenten te maken heb maar nog slechts met één gemeen tebestuur. Ik ben nu nog in dienst van een gemeenschappelijke regeling die wordt gevormd door de zes gemeenten, straks resorteer ik formeel onder het col lege van b en w van de nieuwe gemeen te. De lijnen kunnen wat korter worden, hoewel het ook weer zo is dat het over meer schijven gaat omdat de gemeente lijke organisatie immers groter wordt. De uitvoering van het werk blijft overigens voorlopig ongewijzigd. Alle andere ambtenaren van de oude gemeenten gaan in januari over naar een tijdelijke huisvesting is Zierikzee, echter wij van het -nieuwe- gemeentearchief blijven voorlopig nog achter in de gemeente huizen. We blijven nog werkzaam op vijf lokaties totdat er een nieuwe centrale huisvesting is voor het gehele gemeen telijke apparaat, uiterlijk over vier jaar. Vanaf dat moment zal ons werk pas effi ciënter worden en gaat een lang gekoesterde wens van een centraal archief voor het hele eiland in vervulling. Dat zal ook zijn uitstraling hebben naar onze dienstverlening aan de belangstel lende burgers. Die hoeven straks niet meer alle lokaties af om hun informatie te verzamelen.' Ook nadelen? 'Laat ik het zo zeggen: het voordeel van de huidige situatie is dat wij als streekarchivariaat werkten in het verlengde van de gemeenten. We hebben maar een beperkte menskracht en we hebben in het verleden dan ook vaak voortgebouwd op het werk in de verschillende gemeentesecretarieën. Door middel van de collega-ambtenaren ter plaatse hadden we allerlei lijntjes uit staan naar de samenleving en daar kon den we heel gemakkelijk gebruik van maken. Dat zal straks veel minder wor den, omdat de binding met de plaatselij ke bevolking allengs minder wordt. Veel ambtenaren zullen op den duur richting Zierikzee verhuizen. Maar: je kunt het ook zien als een uitdaging! Als je straks minder contact krijgt met de bevolking omdat die minder snel naar jou komt, moet je andere middelen inzetten. Zelf naar hén toe gaan, open dagen organiseren enzovoorts'. De toekomst? Geen toekomst zonder verleden, zeker voor een streekarchiva ris. 'Deze herindeling staat in een lange traditie. Al in de 17e eeuw is men -op kleine schaal- begonnen om heerlijkhe den (de voorlopers van gemeenten) samen te voegen. Voornaamste argu ment: een te gering aantal inwoners en daardoor te weinig kandidaten voor bestuursfuncties. In de Franse Tijd is er vervolgens ook het nodige gedaan om samenvoegingen tot stand te brengen, maar van gemeentelijke herindelingen is pas sprake in de gemeentewet van 1851. Aanvankelijk werden die steeds tegengehouden door verzet van de plaatselijke bevolking. Zelfs tegen grens correctie heeft men zich met hand en tand verzet. Als je het naleest valt op hoe emotioneel dat verzet was! Ook latere discussies over herindeling stuitten op grote weerstand. De Waters noodramp van 1953 is het grote keer punt. Daarna komt er eerst één water schap voor het hele eiland en dringt ook het besef door dat het met de gemeen ten zo niet meer kan. Criterium wordt een inwonertal van 2000. Alleen Zierik zee en Bruinisse halen dat. De 16 ande ren komen in aanmerking voor herinde ling, die in 1961 wordt ingevoerd, ondanks hevige en emotionele protes ten. In de jaren negentig komt, zowel van hogerhand als van onderop, de dis cussie opnieuw op gang en wordt de gemeentelijke herindeling -ondanks ver zet- breed gedragen. Opvallend is dit keer dat het emotionele aspect een onderschikte rol speelt. Vooral rationale argumenten komen nu naar voren. Er is ook sprake van gewenning; het wordt gezien als een natuurlijke ontwikkeling. Ik zeg wel eens bij wijze van serieus bedoelde grap: wil je de les van de geschiedenis leren? Het zal niet bij deze herindeling blijven! Het zal echt nog wel eens zo zijn dat we het in een nóg gro ter verband zullen moeten zoeken.' En de nabije toekomst? 'Het nieuwe gemeentebestuur van Schouwen-Duive- land is nu aan zet. Zij staan voor een taak. Wij als burgers moeten kijken hoe zij gaan opereren. Ik denk dat het heel belangrijk is hoe zij als bestuur met de burgers om zullen gaan. Ik wijs in dat verband weieens op de aanpak die de gemeente Borsele destijds heeft gekozen met veel aandacht voor de vele kleine kernen. Dat zou ook goed zijn voor Schouwen-Duiveland. Als gemeentebe stuur heel duidelijk aangeven: mensen we zijn er voor jullie. Het is niet zo dat jullie alleen maar naar Zierikzee moeten komen, wij komen ook naar jullie toe. Als dat hier ook lukt dan denk ik dat je de contouren kunt krijgen voor een goede toekomst: een goed contact tussen de samenleving en het gemeentebestuur!' 'Persoonlijk maakt het me niet zo veel uit. Ik denk eerder aan de activiteiten op het gebied van natuurbescherming waar we wél het verschil zullen merken. Als natuurbescherming hebben we altijd al gepleit voor een grotere gemeente om dat we de laatste jaren nogal eens tegen dorpspolitieke zaken aan liepen. Grote ontwikkelingen die dan toch op een ouderwetse, kleinschalige, dorpse ma nier gerealiseerd werden. Ons idee - of in ieder geval onze hoop- is dat het nu toch een beetje anders zal gaan. Effi ciënter en professioneler. Neem nu de ontwikkeling van recreatieparken, dat moest elke gemeente voor zich doen en het leek soms wel een beetje op een wedstrijdje tegen elkaar. Voor ons was het dan heel moeilijk om mee te praten, bezwaar te maken, te pleiten voor een meer integrale aanpak. Voor de wethou der of burgemeester was het blijkbaar toch erg moeilijk om iets verder te kijken dan de eigen gemeentegrens. Om die reden was herindeling volgens ons hard nodig!' De grotere afstand bestuur-burgers een nadeel1 'Nee, ik denk het niet hoor. Allerlei zaken worden nu eenmaal als maar grootschaliger. Kleine bankfilialen verdwijnen, waterschappen worden samengevoegd. Je weet eigenlijk niet Zeeuws Tijdschrift 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1996 | | pagina 15