Signalementen
Paling en aal
Jan Bruijns
Ruim 500 jaar voor Chr. beweerde Her-
akleitos, de Griekse filosoof die de bij
naam kreeg "de duistere", dat alles
voortdurend verandert en dat wij als
gevolg daarvan niet tweemaal dezelfde
rivier kunnen oversteken.' Zo begint 'De
veerman van Sint-Amands' (Slibreeks,
nr. 78, Stichting Kunstuitleen Zeeland,
9063540825, 10,-), geschreven door
Aarnout de Bruyne. Het beschrijft een
jaarlijkse tocht (in november 1995) naar
Sint-Amands-aan-de-Schelde, de ge
boorteplaats van de dichter Emile Ver-
haeren. Het is niet alleen beschrijvend,
maar ook beschouwend, gaat over een
reis in zichzelf, naar verleden en toe
komst. Daar aan de oever van de Schel
de, is voor De Bruyne Verhaeren's
gedicht 'Le Passeur d'eau', 'de veer
man', aanleiding tot bespiegelingen
over idealen, over wat je in het leven
buiten jezelf kunt bereiken, over ver
wachtingen en de onbereikbaarheid
ervan. Hij merkt op: 'Dat heeft mij altijf
een prachtige taak geleken. Perspectief
scheppen voor anderen en daarmee
voor jezelf.' De auteur is hoofdredac
teur van de Slibreeks en biedt al jaren
aan kunstenaars de mogelijkheid te
publiceren. Nu was hij een keer zelf aan
de beurt en reikt hij de lezers een
juweeltje aan.
We blijven aan de Schelde, zij het meer
aards, bij de bespreking van een boekje
van Rien van Reemst, met recepten
voor gerechten met vis-, schaal- en
schelpdieren, afgewisseld met verhalen
van de waterkant: 'Zeeuwse visgerech
ten, verhalen en recepten' (Den Boer-
De Ruiter, 9074576141, 15,90). Het
betreft een bundeling van afleveringen
uit zijn receptenrubriek in de PZC, staat
boordevol heerlijke maaltijden en is
helder en vlot geschreven. Ik pik daar
wel wat ideeën uit op en in de keuken
komt het zeker van pas. Handig is dan
de spiraalband, om het boekje open te
leggen, maar juist daardoor is het niets
voor in de boekenkast. De uitvoering is
helemaal niet aantrekkelijk: een lang
werpig model, dik papier, foto's alleen
maar in zwart-wit en soms over twee
pagina's, met de spiraal er dwars door
heen. Een bokkig boekje.
De geheimzinnige paling - er is nog veel onbekend
over het leven en met name de voortplanting van
deze delicate consumptievis - is culinair van groot
belang in het noorden en het zuiden van Zeeland.
Op Schouwen-Duiveland kennen we de paling uit
de Schouwse kreken die zijn naam heeft gegeven
aan het Zierikzeese palingbrood. In het uiterste zui
den. in Zeeuws-Vlaanderen ontmoeten we het typi
sche Vlaamse gerecht Paling in 't Groen, gestoofde
paling in een romige saus van verse tuinkruiden
Palingbrood bestaat uit ca tien centimeter lange uit
brooddeeg vervaardigde broodjes met een moot
paling als vulling. Kenners eten palingbrood op de
volgende manier je brengt het broodje dwars naar
de mond en knabbelt er dan brood en visvlees af
tot op de graat. Dan eet je van de andere kant tot
je de kale graat overhoudt Begin nooit aan de
smalle kant te eten want dan zit je met een mond
vol graten
Paling in 't groen is een lekkernij die in vele eetgele-
genheden ten zuiden van de Westerschelde op de
menukaart voorkomt, zowel in bistro's als in topres
taurants. Groene kruiden geven de naam aan dit
gerecht De samenstelling van die kruiden kan
plaatselijk verschillen maar vrijwel alti|d zit er kervel
in
De paling voor 'paling in 't groen' komt met langer
uitsluitend uit de kreken van Zeeuws-Vlaanderen
maar wordt voor een deel geïmporteerd uit paling-
landen als Denemarken en zelfs de Verenigde
Staten
De reeks van uitgaven van de Provincie
Zeeland blinkt qua uitvoering ook niet
uit. Een brede strook wit bovenaan de
pagina, met de tekst daar toch enigszins
onder gepropt. En dat voor een serie
publieksboekjes. De laatste uitgave,
'Zeeuwen te water, sporen van een
maritiem verleden' (Provincie Zeeland,
9071565467, 7,50) van Jan J.B. Kui
pers kost zeven-vijftig, geen geld dus
en je mag dit paard misschien niet in de
bek kijken, maar een wat betere vorm
geving zou - zonder veel meer kosten te
maken - de serie beter recht doen. In
het op een rij zetten van informatie is
Jan Kuipers goed en het boekje biedt
een helder overzicht van de scheep
vaart, vanaf de Romeinse tijd tot nu.
Het is rijkelijk geïllustreerd en al vind je
het misschien in de boekenkast niet snel
terug (108 bladzijden, maar geen titel
op de rug, dit in tegenstelling tot eer
dergenoemd Slibboekje van 53 bladzij
den), het mag er wel een plekje heb
ben.
In vergelijking met de vorige uitgaven
ziet 'Vondsten in Veere, Middeleeuwse
voorwerpen uit een beerput van huis
"In den Struys'" (Uniepers, ROB en Prov.
Depot voor Bodemvondsten,
9068251740, 27,50) er onvergelijk
baar veel beter uit. Een prachtig ver
zorgd boek, onder redactie van Ellen
Vreenegoor en - alweer - Jan Kuipers.
Het gaat over een historisch rijke
vondst: een goed gevulde beerput ach
ter één van de Schotse huizen in Veere:
'In den Struys'. Eerst worden de stad,
de kaai en het huis beschreven en na
een algemene beschrijving van de
gevonden beerput, krijgt de lezer een
schat aan voorwerpen te zien: aarde
werk, glas, tin, hout, leer, textiel, vlees,
vis, gevogelte, granen, groente en fruit.
Het was voor de eerste keer, dat in Zee
land een beerput zo systematisch is
onderzocht. Nu kon er bijvoorbeeld
worden gezeefd en werden ook voor
werpen en resten van weinig geldelijke,
maar wel van grote wetenschappelijke
waarde meegenomen. Wat er is gevon
den, vormt samen een boeiend verhaal
over het dagelijks leven in de Middel
eeuwen.
In 'Middelburg, architectuur en steden
bouw 1850-1950' (Waanders,
9040099081, 35,-) besteedt Hans
Sinke aandacht aan de jongere monu
menten in de Zeeuwse hoofdstad, in
het kader van het landelijke Monumen
ten Inventarisatie Project (MIP), dat in
1987 van start ging. Zeeland was er als
eerste bij en in de periode 1988-1990
werden ruim 5300 objecten en com
plexen beschreven. Een keuze daaruit
verscheen in 1993 onder de titel 'Archi
tectuur en stedebouw in Zeeland 1850-
32 Zeeuws Tijdschrift