trouwens ook niet minder worden, we moeten houden wat we hebben. Anders verarm je en dat is niet goed. Je moet nooit achteruitkrabbenDat heb ik van een oud-leermeester van mij en het is waar.' Hoe ziet economisch Zeeland er, over pakweg 25 jaar uit, denkt hij? 'Een licht gegroeide provincie. Het inwonertal is een beetje toegenomen, de bedrijvig heid heeft daar gelijke tred mee gehou den. Die lichte toename van de bedrijvig heid komt dan hoofdzakelijk van nieuwe bedrijven. Niet spectaculair maar wel ge noeg om in de behoefte van de bevol king te kunnen voorzien.' Hij kan het niet bewijzen maar zo voorvoelt hij het. Aan luchtfietserij doet Hartog niet. Daarvoor is hij te nuchter. 'Het zal allemaal kalm aan gaan. Als de economische groei gelij ke tred houdt met de bevolkingsgroei en het voorzieningenniveau in verhouding is mee gegroeid dan mogen we blij zijn. Dan is het goed. Ook in een ander op zicht: de leefbaarheid blijft zo ook behou den. Het is dan nog steeds goed toeven in deze provincie.' We moeten nu niet denken dat hij de theorie van 'genoeg is genoeg' aanhangt. Integendeel. Econo mische groei moét, zegt hij. 'De nationale economie zal wél behoorlijk groeien, maar regionaal -bijvoorbeeld hier in Zee- land- hoeft dat niet perse.' Pensioen Voor hem persoonlijk moet het na dit jaar dan eindelijk wél genoeg zijn. Hij stopt met werken. Bereidt hij zich er op voor? 'Welnee, dat kan helemaal niet. Mijn vrouw waarschuwt me er al voor: straks val je weer in een gat. Ik zal er maar aan moeten wennen, straks. Je kunt toch niet aan de gang blijven...?' Maar, als ze hem straks toch nog vragen voor het een of ander zegt hij geen nee. 'Dat weten ze. Ze kunnen altijd een beroep op me doen. Maar je moet uitkijken dat ze het niet uit beleefdheid gaan doen. Dat is hetzelfde met De Schelde. Ik kom er nog wel eens maar dat moet niet te veel worden. Straks zeggen ze nog: wat is dat voor een vogel? Uitkijken dat ze je niet wegsturen. Je moet ook niet baantjes toegeschoven krijgen uit een soort medelijden om je tijd gevuld te krijgen. Dat hoeft van mij niet.' Hij zal dus vaker en langer met vakantie gaan en niet zoals nu eerder met trein of vliegtuig terugkomen, terwijl zijn vrouw achterblijft op de camping. Meer samen met zijn vrouw. Hij glundert bij het voor uitzicht. 'Zonder haar had ik nooit de car rière kunnen maken die ik heb gemaakt. Dat lijkt een cliché, maar het is echt waar. Niet alleen persoonlijk: thuis was voor mij ook altijd thuis. Als ik binnenkwam kon ze aan mijn gezicht al zien wat er was ge beurd. Die opvang was geweldig. Maar ook zakelijk: ik legde haar vaak vraag stukken voor en kreeg dan verrassende reacties. Heel vaak dacht ik dan: dat zou wel eens waar kunnen zijn. Dames zien veel dingen heel anders dan kerels. Ze hebben een andere invalshoek. Het is een soort intuïtie, waar ik jaloers op ben en die goud waard is. Ze lichten je kanten toe, waar je helemaal niet aan gedacht hebt. Meer managers zouden dat met hun partner moeten doen. Dat zou heel heil zaam zijn voor het bedrijfsleven, weet hij. 'Of -en dat is nog beter- meer vrou wen aanstellen, juist ook in leidingge vende functies. Maar je moet niet in het andere uiterste vervallen. Niet alleen da mes aannemen omdat ze vrouw zijn. En: je moet rekening blijven houden met de biologische verschillen tussen man en vrouw. De man beschikt nou eenmaal over meer spierkracht dus je moet nu niet gaan zeggen dat het wenselijk is dat de dames in de bodem van het schip gaan kruipen om iets tot een oplossing te brengen Maar het is over het algemeen in het verleden zo geweest dat dames te veel op de achtergrond zijn gebleven. En dat begrijp ik niet. Ik ben erg gevoelig voor de vrouwelijke inbreng. We hebben slechts één dame in het huidige dagelijks bestuur van de Kamer. Dat vind ik erg jammer.' De nieuwe voorzitter van die nieuwe, ene Kamer voor Zeeland een vrouw? 'Waarom niet? Ja graag, ik denk alleen niet dat het lukt. Maar ze zijn er natuur lijk wel...' Reimond Kimpe, 'Dok in Middelburg' 0925), olieverf op doek, 110 x 117 cm. Foto: Rein A. van der Zwan. Zeeuws Tijdschrift 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 11