Tabel 2. Het verloop van het getij in de Westerschelde tussen 1860 en 1990 in cm
ten aanzien van NAP
Plaats
HW
1861/70
LW
Ampl.
HW
1971/80
LW
Ampl.
tijden
getij
Vlissingen
163,0
-202,0
365
200,0
-180,0
382
0 uur
Terneuzen
183,0
-195
378
222,4
-196,8
419,1
0.15u
Walsoorden*
185,0
-228,0
413
237,7
-204,3
442,0
1888/95
1981/90
Antwerpen
234,0
-203,0
437,0
291,0
-228,0
519,0
2 uur
Temse
227,0
-181,0
408,0
311,0
-219,0
530,0
3 uur
Dendermonde
207,0
- 59,0
276,0
287,0
-109,0
396,0
4 uur
Wette ren
165,0
8,0
157,0
248,0
9,0
239,0
5 uur
Centbrugge
179,0
37,0
142,0
267,0
-
-
6 uur
cijfers voor de laatste periode over de jaren 1961/70.
BRON: Gegevens van Rijkswaterstaat, Directie Zeeland, Afdeling Maritieme Schelde te Antwerpen en dhr. Leenders
(Den Haag). De Vlaamse waarden zijn omgerekend naar NAP.
polder was dit in 1986 al 113 cm groter
dan bij Vlissingen en bij Antwerpen 137
cm (tabel 2). Temse is het punt waar de
vloed zijn hoogste stand bereikt.22 Ver
der blijkt er een aanzienlijk verschil te
zijn in het tempo waarin de normale
vloed zich een weg baant in het estuari
um.
Hoewel de twee jaren in tabel 1 vrij wil
lekeurig zijn gekozen, blijkt uit het tijds
verschil van nog geen zes jaar dat de ge-
tijverschillen in deze korte periode alleen
maar groter zijn geworden. Bekijken we
deze ontwikkeling over een langere pe
riode (grafieken en tabel 2) dan blijkt dit
geen toeval te zijn. Uit het verloop van
het getij in de Westerschelde van de
laatste anderhalve eeuw blijkt dat de ge
middelde vloedstand hoger oploopt.
Ook is de gemiddelde ebstand relatief
hoger komen te liggen, behalve op
Vlaams gebied.
Tegelijkertijd is het getijverschil verder
opgelopen. Te Vlissingen is dat de laat
ste anderhalve eeuw maar 17 cm groter
geworden, bij Terneuzen 41,1 cm, bij
Antwerpen gedurende de laatste eeuw
reeds 82 cm en bij Temse maar liefst 122
cm! Indien de cijfers van MYS, c.s. voor
het jaar 1778 juist zijn, zou het getijde-
namplitudo benoorden Antwerpen in
ruim twee eeuwen meer dan anderhalve
meter zijn toegenomen.23
Bij springtij en stormvloeden worden de
ze tendenzen alleen maar versterkt. Op
1 februari 1953 liep de vloed bij Terneu
zen op tot 496 cm en bij Walsoorden tot
525 cm, dat is ruim 2,5 tot 3 meter bo
ven het gemiddelde hoog water (HW).
In 1976 sloeg een nieuwe, maar minder
sterke stormvloed toe. In dit licht moet
ook de constructie van de waterkerende
muur te Antwerpen worden gezien. De
bovenzijde van de muur, die werd ge
bouwd om de hoogst denkbare waters
tand te kunnen keren, reikt tot een
hoogte van 8,35 TAW, dat is +6,02
NAP.24
Indien we de getijcijfers van 1 februari
1953, in het bijzonder de Vlaamse cijfers
herleiden tot NAP-waarden, dan krijgen
we inzicht krijgen in de extreme waters
tanden in het Westerschelde-estuarium.
Uit de bovenstaande cijfers blijkt dat bij
een plotse opstuwing tijdens zware
stormvloed de hoogste waterstanden in
1953 werden bereikt tussen Bath en
Antwerpen. Op deze plaatsen perste het
zeewater zich door een nauwer deel van
het estuarium en ontstond er extra op
stuwing. Voorbij Antwerpen bereikte het
zeewater een minder hoog peil. Het
blijft onduidelijk of dit toe te schrijven is
aan het feit dat het zeewater in de engte
van Bath wezenlijk werd 'opgehouden'.
In ieder geval kwamen er voorbij Ant
werpen dijkdoorbraken voor en inun-
deerde er een omvangrijk cultuurareaal,
waardoor het water meer 'speelruimte'
kreeg.
Een bijkomend aspect is de duur van het
verloop van het getij.
Nemen we als voorbeeld de vloedgolf
van 3 februari 1986. Bij Vlissingen be
reikte deze reeds om 14.10 zijn hoogste
stand, bij Terneuzen was dit 14.35 en bij
Bath was 15.35. Op 1 februari 1953 la
gen de tijdsverschillen aanzienlijk dichter
bij elkaar. Zelfs langs Zeeschelde was het
Tabel 3 Hoogste waterstanden langs de Westerschelde en de Zeeschelde in centime
ters bereikt op 1 februari 195325
Plaatsen HW Plaatsen HW
Nederlandse deel NAP Vlaamse deel NAP
Cadzand 475 Antwerpen 544
Breskens 480 Hingene 507
Vlissingen 455 Dendermonde 440
Terneuzen 496 Boom 480
Hansweert 507 Mechelen 442
Walsoorden 525 Waasmunster 387
Bath 560
14 Zeeuws Tijdschrift