R. Kimpe, Westkapelle (1938), olieverf op doek 94 x 108,5 cm.
Foto: Rein A. van der Zwan.
Timmermams dat Kimpe in 1931 schilder
de, ging verloren.
Het prentenboek van Zeeland
Kimpe werd vanwege zijn collaboratie met
de Duitsers na de Eerste Wereldoorlog ter
dood veroordeeld. Hij week uit naar Ne
derland en vestigde zich in Middelburg
waar hij als bouwkundig ingenieur werk
zaam zou zijn. Een grote financiële strop
verzoorzaakte volgens hemzelf een exis
tentiële crisis die hem definitief voor het
kunstenaarschap deed kiezen. Hij begon
rond 1925 met schilderen. Twee vroege
werken, Dok in Middelburg (1925) en
Kermis in Middelburg (1929) zijn vaak be
sproken in recensies. Het zijn grote doeken
met uitbundige composities die destijds
door critici in termen van "alles blaakt en
gloeit' werden omschreven. Kimpe vond
in deze periode vooral zijn inspiratie in
Zeeland wat tot uitdrukking kwam in het
veelvuldig gebruik van Zeeuwse motieven.
Zeeuwse boeren, matrozen en visvrouwen
bevolken zijn schilderijen tegen een leven
dige achtergrond en vormen zo een soort
prentenboek van Zeeland. Trots en monu
mentaal zijn de Westkappelse boeren, met
scheve pet en gouden oorring, expressio
nistisch weergegeven op het doek West-
kapelle. Met de handen in de zakken van
de klepbroek staan ze voor de witte hui
zen van het dorp met op de achtergrond
de druk bevaren zee. Later zou Kimpe
over het Zeeland van het begin van de ja
ren dertig opmerken: Tsjonge tsjonge wat
een land was dat Zeeland in die dagen. Ik
zie nog Vlissingen voor me als de echte
zeehaven die het toen was, het schouw
spel van de officieren, de "koperen jon
gens", met veel goud op de armen en aan
de schouders.'
In 1929 werd Kimpe bestuurslid van het
Kunstmuseum in Middelburg waar hij fre
quent exposeerde en meehielp met het in
richten van tentoonstellingen. Dat Kimpe
ook wel eens zijn inspiratie elders zocht,
bleek uitzijn bezoeken aan Parijs in 1931
en 1932. Hier bezocht hij zijn vriend en
kunstenaar Otto van Rees. De schilderijen
die in deze periode tot stand kwamen zijn
Zeeuws Tijdschrift 27