Historische olieverfschetsen van Zeeland I Anno 1645. De inneming van Hulst Pau| stockman In 1991 werd in het Amsterdams Historisch Museum de in vergetelheid geraakte 'historische galerij', (een persoonlijke verzameling olieverfschetsen met de vader landse geschiedenis als onderwerp), van Jacob de Vos Jacobszoon vanonder het stof gehaald en gerestaureerd om vervolgens voor het publiek te worden tentoonge steld. Ter gelegenheid hiervan werd door Dedalo Carasso, conservator aan het Am sterdams Historisch Museum, een begeleidende catalogus samengesteld. De catalo gus heeft als titel 'Helden van het Vaderland; Onze geschiedenis in 19de-eeuwse taferelen verbeeld'. In de eerste helft van de vorige eeuw werd de historieschilderkunst voor een groot deel beheerst door heldendaden en heroïsche gebeurtenissen, waarbij de vader landslievendheid breed uitgemeten werd. Gebeurtenissen die van weinig of geen belang voor de voortgang der geschiedenis zijn geweest werden op overladen dra matische wijze uitvergroot, vaak op het ridicule af. Het leek wel of heel de vader landse geschiedenis op die manier een aaneenschakeling werd van heldendaden. De 19e eeuwse historieschilderkunst heeft thans de status van cultuurmonument verworven omdat deze een uitdrukking is van de tijdgeest van toen. De vraag die hierbij gesteld kan worden, luidt: hoe keek men begin 19e eeuw terug op het eigen verleden? De collectie historieschilderingen van De Vos bestond oorspronkelijk uit 253 olie verfschetsen waarvan er zeven betrekking hebben op Zeeland. Van deze geschilder de impressies zullen er verschillende in achtereenvolgende afleveringen van dit tijd schrift worden besproken. In dit artikel, dat de reeks opent, wordt eerst Jacob de Vos voorgesteld. Verder wordt beschreven hoe de historische galerij tot stand is ge komen, wat olieverfschetsen zijn en de schildering 'Anno 1645. De inneming van Hulst'. Jacob de Vos Jacob de Vos (1803 - 1878) was een groot liefhebber van historieschilder kunst. Van beroep assuradeur, was hij tevens bestuurslid van de Koninklijke Akademie voor Beeldende Kunsten en het Rijksmuseum, beiden te Amster dam. De Vos verleende aan een dertig tal kunstenaars opdrachten om schilde rijen voor een persoonlijke verzameling te vervaardigen. De betalingen aan de kunstenaars geschiedden geheel uit ei gen middelen zodat we De Vos als een 19e eeuwse mecenas kunnen beschou wen, zeker wanneer we de achtergrond tot het ontstaan van de galerij kennen: de 'Groote Prijs' van 1847. Dit was een schilderwedstrijd voor jonge kunste naars waarbij de hoofdprijs bestond uit een beurs die het mogelijk maakte om enkele jaren in het buitenland te gaan studeren. Om onduidelijke redenen ging er bij de wedstrijd in 1847 iets he lemaal mis. De hoofdprijs werd niet uit gereikt en de uitslag werd niet bekend gemaakt. Dit wekte een hoop wrevel op, zeker ook bij Jacob de Vos die zelf deel uitmaakte van de beoordelings commissie. Een dertigtal schilders die aan de wedstrijd hadden deelgenomen werden korte tijd nadien door De Vos uitgenodigd mee te werken aan een historische galerij. De historische galerij De onderwerpen van De Vos zijn galerij bestaan uit heroïsche gebeurtenissen uit de geschiedenis van Nederland. Er is vooral sprake van verheerlijking van heldendaden van weleer met de bedoe ling het eigen nationale gevoel te stre len. De schilderingen zijn uitdrukkingen van vaderlandsliefde en verheerlijking van het koningschap. De galerij opent in 40 na Chr. met een schilderij van An- tonie Frederik Zürcher (1825 - 1876): 'Een Kaninefaat bespot keizer Caligula om zijn overwinning op de zee' en be sluit in 1861 met een schilderij van Her man Frederik Carel ten Kate (1811 - 1891): 'De inhuldiging van koning Wil lem III in de Nieuwe Kerk'. De galerij was niet voor het grote publiek be stemd. Enkel 'ware kunstliefhebbers' (in de ogen van De Vos althans) was het vergund de schilderijen te komen be zichtigen. De collectie stond opgesteld in een tuinpaviljoen achter zijn kapitale woning aan de Herengracht 130 te Am sterdam. De Vos zelf omschreef zijn col lectie historieschilderijen als 'Muzeum Vaderlandse Geschiedenis'. De galerij geeft een mooi overzicht van de over gang van romantiek naar realisme. De dagen van succes waren in 1863, het jaar waarin de collectie voltooid werd, reeds geteld. Dit kwam hoofdzakelijk omdat het gedateerde schilderkunst be trof zonder enige eeuwigheidswaarde. In de tweede helft van de negentiende eeuw traden de schilders van de Haagse School meer op de voorgrond. Impres sie en suggestie verdrongen de hande ling. Mede ook door de historische kri tiek werden de heldengeschiedenissen naar het lager onderwijs verbannen. In teressant voor ons is vooral te weten hoe De Vos terugkeek op het eigen ver leden. Het is van belang bij de nadere beschouwing van de schilderijen hier terdege rekening mee te houden. Ver der dient opgemerkt te worden dat Ja cob de Vos in samenwerking met Jacob van Lennep bij elk der 'olieverwschet- sen' een beschrijving heeft gemaakt die in manuscriptvorm, gezet in een rood- lederen band, door de (uitverkoren) be zoekers geraadpleegd kon worden. Olieverfschetsen De techniek waarin de schilderijen ge maakt zijn is de olieverfschets. De olie- verfschets maakte onderdeel uit van de academische opleiding van een kunste- Zeeuws Tijdschrift 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 31