1 1 V 1. S I
Zicht op de stad vanuit het zuiden tijdens het beleg. Geheel vooraan een kijkje in het legerkamp van Frede
rik Hendrik. De zigzaglijn is de approche, naderingsloopgraaf, richting huidig Oranjebolwerk. In de vroege
ochtend van 24 oktober werd hier een biesbrug over de buitenvest gemaakt en begonnen met de bouw van
een galderije over de binnenvest. Omdat deze galderije niet vlug genoeg vorderde naar de zin van Frederik
Hendrik werd hier 's nachts een dam van rijshout aangelegd.
'Anno 1645. De Inneming van Hulst'
Barend Wijnveld Jr. heeft deze impressie
geschilderd. De begeleidende tekst luidt
als volgt: 'De verovering van Hulst was
de meest briljante van Frederik Hendriks
laatste krijgsbedrijven. Vooral de onge
looflijke snelheid waarmee de prins te
werk ging, was opmerkelijk. Men was
namelijk in veertien dagen vijf rivieren
in vijandelijk land overgetrokken en had
in minder dan een maand een sterke en
goed verdedigde stad met negen bol
werken en goede grachten - welke de
prins met rijsbossen had gedempt - tot
overgave gedwongen'.
Eind september 1645 worden de kam
pementen in de buurt van Oost-Eeklo
opgebroken en trekt het Staatse leger
naar Mariakerke bij Gent. De Brugse
Vaart wordt overgestoken en via Loven-
degem, Landegem en Deinze wordt
naar Petegem getrokken. Op 2 oktober
wordt bij Gavere de Schelde overgesto
ken. Vanuit Gavere trekt de legerstoet
naar Melle, waar men de Beneden-
Schelde over moet en op 4 oktober pas
seert men bij Lokeren het riviertje de
Durme. Donderdagochtend 5 oktober
komt de heer van Brederode met zijn
brigade in Stekene aan. In slechts enke
le dagen tijd was een ongeveer 30.000
man sterk leger met volledige bewape
ning, over een afstand van vijftig kilo
meter, drie rivieren overgestoken. Hier
wordt de historische werkelijkheid zoals
die ons uit de bronnen is overgeleverd
al geweld aangedaan: niet vijf maar drie
rivieren, en niet een ongelooflijke snel
heid van veertien dagen maar van
slechts enkele dagen werd bereikt. Dit
wat betreft de omschrijving van Jacob
de Vos en Jacob van Lennep: ze over
drijven nogal. Vervolgens het schilderij:
in hoeverre strookt het hierop getoonde
beeld met de werkelijkheid?
Op het schilderij wordt de stad afge
beeld vanuit het noordwesten, langs de
zijde van het tegenwoordige Bredero-
debolwerk. Frederik Hendrik, geheel
links met hoed, rijdt met opgeheven
hoofd, in triomf op de zojuist veroverde
stad af. Trompetgeschal weerklinkt, het
Staatse 'vaendel' wappert voor hem uit.
Voorop trekken musketiers en pieke-
niers in gesloten gelederen over een
biesbrug door een bres de stad binnen.
Bestudering van de overgeleverde bron
nen leert het volgende: onder dekkings-
vuur is Brederode tegenover een der
facen (de naar buiten gekeerde zijden
van een verdedigingswerk die in een
hoek samenkomen) van het huidige
Brederodebolwerk begonnen met de
aanleg van een dam van rijshout. Om
dat het flankvuur van de belegerden
niet geheel is uitgeschakeld wordt een
aanvang gemaakt met de bouw van
een galderije (verstevigde tunnel over
de vestinggracht met de bedoeling in
de vestingwerken van de tegenstander
te gaan mineren). Op die manier kun
nen de belegeraars, beschut voor vijan
delijk vuur, over de vestinggracht heen
komen. In tegenstelling hiermee spre
ken De Vos en Van Lennep in hun be
geleidend commentaar over 'rijsbossen'
waarmee de grachten zijn gedempt.
Volgens Jacob van Lansberghe wordt in
de vroege ochtend van 24 oktober
1645 tegenover het huidige Oranjebol
werk begonnen met de aanleg van een
biesbrug over de vest en de bouw van
een galderije. Omdat de galderije niet
vlug genoeg vorderd naar de zin van
Frederik Hendrik wordt 's nachts een
dam van rijshout aangelegd, waarbij
één man wordt gedood en één ge
kwetst. Van Lansberghe vermeldt ver
der: 'De 31 dito was de Galderye van
deselve syn Excellentie de Heer van
Brederode, tegenover het later naar
hem vernoemde Brederodebolwerk)
volkomen overghebracht, sulcx dat de
Beleggers de Palissaden op den voet
van de Wal staende, begonden te kap
pen'.
De door De Vos en Van Lennep bedoel
de rijsbossen zijn dus kennelijk niet de
zelfde als door Van Lansberghe be
schreven.
In de vroege morgen van 3 november
maken de Staatsen alles gereed voor
een stormaanval. De gouverneur van
Hulst, Jacques de Hannyn neemt de
verstandige beslissing de stad over te
geven. Van een bres in de omwalling is
in het geheel geen sprake.
Op het schilderij bestaat de enceinte
(omwalling met vestingwerken) van de
stad niet uit 'negen' aarden 'bolwerken'
maar uit gemetselde stadsmuren. Ken
nelijk was Barend Wijnveld Jr. er niet
van op de hoogte dat tussen 1618 en
1621(op het eind van het Twaalfjarig
Zeeuws Tijdschrift 31