fe' tL,
Cf W T
aa. a s
P4
n
fff iJ
Si
m
V
Het Domburgse tentoonstellingsgebouwtje in 1911. Zittend Jan Toorop.
Foto: Particuliere collectie.
Het accent ligt in de eerste plaats op de
schilders die aan de Domburgse tentoon
stellingen meededen, maar exposities met
een ruimer karakter - waarbij de schrij
vers, dichters, musici en theatermensen
die in Domburg samenkwamen mede
naar voren worden gehaald - zijn, al dan
niet in samenwerking met andere muse
ale instellingen en bijvoorbeeld omlijst
door concerten, theateroptredens, poë-
zieavonden, lezingen, cursussen, enz. heel
goed denkbaar. Mits men voor goede
verbindingen (zoals het Rondje Pontje
voet/fietsveren-initiatief), slaap- en eet-
gelegenheden zorgt, hoeven die nevenac
tiviteiten zich niet tot Walcheren te beper
ken. Hier is een rol voor de middenstand
weggelegd, die verder gaat dan bijvoor
beeld het aanbieden van reductiebonnen
voor manifestaties. Ook voor kinderen
kan men cultuur aantrekkelijker maken.
Een culturele speurtocht? Kijken naar
schilders die op het strand aan het werk
zijn? Een snelcursus tekenen volgen en
vervolgens je eigen werkstuk op een ex
positie zien hangen in een hotel, pension
of restaurant?
Het zal duidelijk zijn dat zo'n verbreding
een goede samenwerking en organisatie
vraagt. Over een dergelijk beleid beraadt
onder meer de Rabobank zich (Pilotpro-
jecten Plattelandstoerisme).
Een andere mogelijkheid zou men mis
schien eerder een verlenging dan een ver
breding kunnen noemen: niet alleen de
schilders belichten die aan de Domburgse
tentoonstellingen meededen, maar schil
ders van alle tijden die in Zeeland hebben
gewoond of gewerkt. Een eerste stap in
deze richting heeft het Tak van Poortvliet
Museum al gezet. Dit najaar komt het
museum met een expositie over Ferdi
nand Hart Nibbrig in zijn Walcherse perio
de, voor volgend jaar zomer is in samen
werking met het Stedelijk Museum in
Vlissingen en het Zeeuws Museum in
Middelburg een Schütz-tentoonstelling
voorbereid; maar volgend jaar voorjaar
komt het Tak museum met een Berserik-
expositie. Hermanus Berserik (1921),
schilder, graficus, ontwerper van boekom
slagen, toneeldecors en -kostuums, leer
ling van en later leraar aan de Haagse
Academie, werd door Paul Citroen om
schreven als een 'romanticus der nuchter
heid'. John Sillevis, die de prachtige publi
catie Hermanus Berserik (Den Haag
1983) inleidde, vertelt daarin: 'Ik kan niet
langs de haven van Vlissingen lopen zon
der aan Berserik te denken, net zomin als
ik aan een bloesemboom voorbij kan
gaan zonder associaties met Van Cogh.
Tot de hoogtepunten in dit genre behoren
de kleine landschapjes geschilderd bij af
gaand tij, leeg, op het silhouet van een
scheepswrak na, 'a contrejour' in een
bleek avondlicht.' De expositie in het Tak
van Poortvliet Museum zal in belangrijke
mate werk betreffen dat tijdens 25 jaar
varen in Zeeland is ontstaan.
Een derde mogelijkheid vraagt om een
duik in het verleden.
Jan Toorop, Strand te Domburg, potloodtek. 1905. Particuliere collectie.
k
K11 v vijitf
i> m
/SP
iH
v A Sé --■
F
9
>.x
JU
St
1 6 Zeeuws Tijdschrift