gedrukt. Langzaam kwam het onderbe wuste naar boven.' Jan Toorop exposeerde in 1900 en 1901- 1902 bij de Wiener Secession; in het laat ste jaar had hij er een eigen zaal en werd een nummer van Ver Sacrum, het tijd schrift van de Secession, geheel aan hem gewijd. In de vakliteratuur is meermalen gewezen op de invloed die Toorops line- air-symbolistische tekeningen op Klimt moeten hebben gehad. Klimt zowel als Toorop bracht enkele maanden per jaar buiten de stad door; zij zochten voor alles ontspanning in een on gerepte, landelijke omgeving. Wat voor Toorop de zee bij Domburg werd, zou voor Klimt de Oostenrijkse Attersee wor den. Daar kwamen tussen 1900 en 1917 de vrienden Emilie Flöge, Gustav Klimt en later ook Richard Teschner tijdens de zo mermaanden met hun families samen in Villa Paulick te Seewalchen en omgeving, raakten zij geïnspireerd tot esthetische, verinnerlijkte werken met een veelal de coratief karakter zoals onder meer terug te vinden in de reformkleding van Flöge, de landschapsschilderingen van Klimt en de figuren van Teschner. Relatieve vrijblij vendheid bleek een vruchtbare basis. 'Die Gegend um den Attersee war nicht nur wegen seiner Ruhe und landschaft- lichen Schönheit beliebt', heet het in de bijdrage van Renate Vergeiner en Alfred Weidinger aan de publicatie Inselraume, Teschner, Klimt Flöge am Attersee (Se cession LXXXVIII/Villa Paulick am Atter see 1988), 'sie wurde von der vornehmen Wiener Gesellschaft auch aus dem Grund der standesgemassen Sommerfrische auf- gesucht. lm Gegensatz zu Bad Ischl und den Gebieten um den Traunsee, die vor- wiegend von der Aristokratie und dem Hochadel bevölkert wurden, verlegten die Bourgeoisie, der Finanzadel und vor allem die Künstlerschaft ihr Domizil wahrend der Sommermonate an den Attersee. Hierher kamen Künstler um neue Ener- gien zu schópten, sich gegenseitig zu be- einflussen und aus der landschaftlichen Schönheit neue Anregung zu holen. Durch ein kulturelles Szenarium, dessen Protagonisten sich aus samtlichen Kunst- richtungen hier zusammenfanden, ergab sich eine dichte künstlerische Atmospha- re.' De overeenkomsten met Domburg zijn opvallend; zij het dat het sociaal-culturele klimaat in Domburg rond de eeuwwisse- Gustav Klimt en Emilie Flöge aan de Attersee, 1912. Uit: Inselraume, Teschner, Klimt Flöge am Atter see, Secession LXXXVIII/Villa Paulick am Attersee 1988, p. 32. ling ten dele werd bepaald door een men geling van Europese adel en internationa le beau-monde die er de beroemde arts Johann Georg Mezger kwam consulteren of er een badkuur kwam volgen. Na de dood van Mezger, in 1909, veranderde het badgastenpatroon en groeide Dom burg in de eerste plaats uit tot zomerver blijf van vermogende Nederlandse fami lies. Badplaatsen lijken van nature kunstenaars te trekken. In Domburg werd die aantrek kingskracht nog verhoogd door de bijzon dere lichtval langs de kust en de weer schijn ervan over het land van Walcheren. Vanaf 1907/1908 kan men van een regel matig terugkerende 'kunstenaarskolonie' spreken. Naast de aanwezigheid van Mezger en zijn volgelingen, speelde de grote verbindende kracht en charismati sche persoonlijkheid van Jan Toorop - die door kunstvrienden werd gevolgd zoals Mezger door patiënten - een doorslagge vende rol. Jan Toorop en Mies Elout-Drabbe in Domburg, sept. 1919. Foto: particuliere collectie. 1 8 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 20