Het Badpaviljoen in Domburg omstreeks de eeuwwisseling, links Villa Carmen Sylva. Foto: Particuliere collectie. De schittering van het licht werd gevan gen in luministische werken, het cubisme waaide over met Parijse vrienden, het ex pressionisme proefde men in Duitse en Bergense contacten, maar alle stromingen hadden er vrij spel. Op de Domburgse tentoonstellingen vond men naturalisme naast impressionisme, neo-impressionis- me, luminisme, cubisme en expressionis me. Die veelheid van stijlen is kenmer kend. Zoveel richtingen gingen er, ver van de stedelijke competitiesfeer en in een ontspannen vakantiestemming, harmoni eus samen. De deelnemers zonden zelden hun meest recente werk in. Het niveau van de schilders lag ook dikwijls ver uit een; kwaliteit was niet de verbindende factor, veeleer lag die in onderlinge vriendschappen, familiebanden, liefde voor het Walcherse land en plezier in het werk. Dat Domburg een voorname plaats in de geschiedenis van de moderne kunst heeft gekregen, dankt de badplaats aan de revolutionaire ontwikkeling die Mon driaan er heeft doorgemaakt. Het belang van de 'kunstenaarskolonie' Domburg evenwel, ligt voor alles in de harmonieuze interactie tussen individuele kunstenaars uit verschillende disciplines en daarin ligt ook haar toekomst. Tijd van dromen Zes jaar geleden vroeg ik mij in dit tijd schrift (nr 3/1991) af hoe men een ver antwoorde collectie negentiende eeuwse kunst tot stand bracht. Was een Neder lands Museum van de Negentiende Eeuw een goede gedachte? Moest men het misschien eerder in het kleine zoeken of anders gezegd, een verzameling rondom een stroming of groep samenstellen en presenteren? 'Zo kent het Duitse Darm stadt een museum van de daar tussen 1899 en 1914 gevestigde kunstenaarsko lonie; een prachtig museum dat al bij het betreden van het terrein begint. Bouw kunst, kunstnijverheid, schilder- en beeld houwkunst in harmonieuze samenhang geven een bijzonder beeld van de opvat tingen, idealen en prestaties van deze groep. Men kan ook denken aan Charles ton Farmhouse in het Engelse Sussex, lan delijk toevluchtsoord voor de leden van Bloomsbury groep en het voormalige huis van Vanessa Bell en Duncan Grant. Na hun dood gekocht en gerestaureerd door de Charleston Trust, laat het huis nu aller lei facetten van verschillende stadia van ontwikkeling in 'Bloomsbury' zien; de lite ratuur komt aan bod, maar vooral ook de schilderkunst en de produkten van de door Roger Fry tussen 1913 en 1919 ge- Oostende omstreeks de eeuwwisseling. Foto: Stadsarchief, Oostende. QSTÖSDE Kursaal t Zeeuws Tijdschrift 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 21