Engelse Canadees die de geschiedenis van
de kunstenaarskolonie op dit eiland heeft
beschreven en bezig is banden te smeden,
onder meer via het Fries Museum in
Leeuwarden, met andere eilanden langs
de Noordzeekust. Ook op Fanö is men
zich bewust van het bijzondere licht en de
uitwerking ervan op kunstenaars. Barrett
richt zich in de eerste plaats op de Wad
deneilanden. Hij zoekt naar samenwer
kingsverbanden, bijvoorbeeld door middel
van muziekfestivals, waarbij de eilanden
kunst een plaats kan krijgen. Ik heb hem
gezegd dat hij Zeeland en Nieuwe Muziek
daar zeker bij moest betrekken. Waarom
strekte hij zijn plannen niet uit, de kust
langs, tot België? Barrett vertelde me dat
Otto Kuby in België een opzet aan het
ontwikkelen is voor een Europese federa
tie van kunstenaarskolonies. Met Barbizon
als uitgangspunt, wil Kuby streven naar
het behoud en de uitbreiding van de
kunstzinnige traditie van de Europese kun
stenaarskolonies om door middel daarvan
de huidige kunst en kunstenaars te stimu
leren en een wederzijds cultureel begrip te
bevorderen - en zo bleek de wereld op
eens weer klein maar des te rijker aan mo
gelijkheden.
Mijn eigen ideeën bevinden zich tussen die
van Barrett en Kuby in. Allereerst is overleg
in een klein verband van belang. Dom
burg, Katwijk, Bergen, Sylt, Fanö en Ska-
gen moeten de harde kern gaan vormen
van bijvoorbeeld een Stichting Noordzee-
Kunstenaars. Deze plaatsen cq. eilanden
hebben zich al in hun eigen geschiedenis
als toevluchtsoord voor kunstenaars ver
diept en daar structuur aan gegeven in de
vorm van tentoonstellingen, publicaties en
een museum of kunsthal. Na een uitwisse
ling van ervaringen, zal men de mogelijk
heden van gezamenlijke exposities van
Noordzeekunst nu en in het verleden, rei
zende tentoonstellingen, georganiseerde
reizen naar de tentoonstellingen, sympo
sia, enz. moeten onderzoeken.
Een volgende stap is een verbreding van
het terrein door eenlingen in de kunst erbij
te betrekken, zoals Betzy Akersloot en 't
Tromps Huys op Vlieland, Cerm de Jong
naast anderen op Ameland en James Ensor
in Oostende. Ensors paneel De Baden van
Oostende (1890) vormde in 1996 de aan
leiding tot een dubbeltentoonstelling over
de schilder en over Oostende als badplaats
en kuuroord.
Dat brengt me weer een stapje verder:
kuuroorden aan zee krijgen een belangrij
ke plaats in dit verhaal. Zoals zij in het ver-
P.S. Kröyer, Zomeravond aan het Skagense strand (Marie en P.S. Kröyer), 1899. Hirschsprung collectie, Kopenhagen.
Uit: Michael Jacobs, The Good and Simple Life, Artist Colonies in Europe and America, Oxford 1985, p. 107.
■M
-
liiPiiMll mi
22 Zeeuws Tijdschrift