Tabel 1 Typering van musea naar kennis-bezoek Zeeuwse bevolking Bereik Bezocht kent Naam Boven-provinciaal Provinciaal >50 30-50 >80 50-80 Delta Expo op Neeltje Jans Zeeuws Museum in Midddelburg Stoomtrein Goes - Borsele Zeeuws Biologisch Museum in Oostkapelle Regionaal 10-30 30-50 Museum voor Zuid- en Noord-Beveland in Goes Stedelijk Museum Vlissingen Maritiem museum Zierikzee Streekmuseum de Vier Ambachten in Hulst Stadhuismuseum Zierikzee Archeologisch Museum in Aardenburg Lokaal 10 <30 Museum Schouwen-Duiveland Goemanszorg in Dreischor Streeklandbouwmuseum Agrimuda in St. Anna ter Muiden Burghse Schoole in Burgh-Haamstede Meestoot in Sint Annaland ken in die zin voor een breder publiek toegankelijk te zijn. Het Archeologisch Museum, het Maritiem Museum, het Zeeuws Museum, het Museum voor Zuid- en Noord Beveland en het Stedelijk Museum zijn de meer besloten musea. Meer dan tweederde van de inwoners van Zeeland gaat wel eens of vaker naar een museum. Bijna de helft van de inwo ners gaat echter nooit in Zeeland naar een museum, hoewel slechts een deel van hen de musea in Zeeland weinig aan sprekend vindt. Toch is ook de helft van de bevolking het komende jaar niet van plan om naar een museum in de eigen provincie te gaan, terwijl een kwart twij felt of zij zullen gaan. Van deze 'twijfe laars' heeft toch nog bijna eenderde wel een museumjaarkaart. Uit het onderzoek blijkt daarmee een behoorlijke latente be reidheid om naar een museum in Zeeland te gaan en eigenlijk vindt een meerder heid dat je als inwoner een museum in Zeeland bezocht moet hebben. Een be zoek moet echter niet teveel moeite kos ten en velen zeggen al bij voorbaat dat zij er niet zomaar tijd voor vrijmaken. De di recte aanleiding voor een museumbezoek is dan ook vaak 'een spontane ingeving'. Een ruime meerderheid van de Zeeuwse bevolking vindt dat de musea voor ieder een wel wat te bieden hebben en interes sant zijn voor kinderen. Ze zijn niet saai. Ze zouden wel meer van zich moeten la ten horen. Zo weet ruim de helft van de bevolking niet of er ooit iets veranderd in de Zeeuwse musea. In alle onderzoeken naar museumbezoek blijkt dat vooral hoger opgeleide mensen belangstelling hebben voor musea. Dat blijkt ook uit dit onderzoek. Uit ons on derzoek blijkt echter ook dat je in alle la gen van de bevolking een even groot deel vindt met enige belangstelling voor mu sea. Het verschil tussen de bevolkingslaag met hoge opleiding en lage opleiding is nu juist dat onder de hoog opgeleiden een veel groter deel te vinden is met een sterke belangstelling voor musea. Dit re sultaat wordt ondersteund door een re cent rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau (De Haan, 1997). Zoals ver wacht komen er relatief weinig mensen met lage opleiding in de musea. Goe- manszorg steekt hier gunstig bij af. Daar heeft bijna de helft van de bezoekers maximaal lager beroepsonderwijs ge volgd. Oudere mensen zijn over het algemeen meer geïnteresseerd in musea dan jongere mensen. Het lijkt er op dat veel mensen met een gemiddelde belangstelling voor musea op latere leeftijd een meer uitge sproken belangstelling ontwikkelen, ter wijl mensen met geringe belangstelling ook op latere leeftijd weinig geïnteres seerd blijven. Dit resultaat vindt eveneens enige ondersteuning in het recente rap port van het Sociaal Cultureel Planbureau. Oudere mensen gaan vaker dan jongere mensen naar een museum als ze er toch in de buurt zijn of om iets te laten zien aan familie of vrienden. Museumbezoek is voor jongere mensen vaker iets voor hun algemene ontwikkeling en om iets te le ren. Mensen in de middenleeftijd van 30- 44 jaar - vaker de mensen met jonge kin deren - gaan veel meer dan mensen van andere leeftijden naar het museum van wege hun kinderen. Redenen voor bezoek Museumbezoek wordt veel meer als leer ervaring gezien dan als ontspanning. Dit geldt zowel voor mensen die vaker naar een museum gaan als voor mensen die dat nooit doen. Naar een museum ga je om mooie dingen te zien, om iets te leren of voor je algemene ontwikkeling. De Zeeuwen die nooit naar een museum gaan vinden ontspanning en iets cultu reels doen de minst aansprekende rede nen om wel naar een museum te gaan. Voor het overgrote deel van de mensen met inwonende kinderen vormen die kin deren een belangrijk motief om naar een museum te gaan. Musea als de Burghse Schoole, de Stoomtrein, het Zeeuws Bio logisch Museum en het Maritiem Muse um worden relatief vaak 'vanwege de kinderen' bezocht. Een museum bezoekt men zelden alleen. Volwassenen dragen meestentijds het idee aan om het museum te bezoeken en een doorsnee gezelschap bestaat uit 2 of 4 personen. In Goemanszorg, Delta expo en de Stoomtrein hebben we een gemid delde omvang aangetroffen van meer dan 4 personen. We kunnen hier voor zichtig uit afleiden dat dit musea zijn die vaker worden bezocht door grotere gezel schappen. In het Zeeuws museum, de Vier Ambachten, het Museum voor Zuid en Noord Beveland en het Stedelijk Muse um is een gemiddelde omvang van min der dan 3 personen gevonden. Het Ar cheologisch Museum, de Stoomtrein en het Zeeuws Biologisch Museum worden in meerderheid met kinderen bezocht. Een museumbezoek duurt meestal een uur, behalve in de Stoomtrein en Delta Ex po waar men ongeveer drie uur door brengt en De Burghse Schoole en het Ma ritiem Museum waar men gemiddeld minder dan drie kwartier rondkijkt. Musea zijn er vooral voor de toeristen Een opvallend resultaat in het onderzoek is dat de meerderheid van de bezoekers in bijna alle musea afkomstig is van buiten Zeeland. Bijna de helft van de bevolking Zeeuws Tijdschrift 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 27