Toerisme in de Zeeuwse Archipel Redactioneel Paul van der Velde Het is inmiddels een kleine drie jaar geleden dat er een dubbelnummer van het Zeeuws Tijd schrift is verschenen. Meestal gebeurt dat om de schijnwerpers te richten op een fenomeen dat ten nauwste met de Zeeuwse samenleving verbonden is. Het toerisme valt daar zeker on der. Immers meer dan tien procent van de Zeeuwse beroepsbevolking is werkzaam in die sector waarin meer dan twee miljard per jaar wordt omgezet dat uitgegeven wordt door tal loze toeristen. In het begin van deze eeuw be gon het allemaal heel kleinschalig en deftig in badplaatsen als Domburg en Vlissingen. De groei van het populaire toerisme vond plaats na de Tweede Wereldoorlog. In de jaren vijftig en zestig trok de burgerij met tent en later caravan naar geïmproviseerde boerencampings aan de kust: van Renesse tot Cadzand. Die campings zijn inmiddels uitgegroeid tot ontspanningscen tra voor elk budget. Daarnaast zijn er grote va kantiebungalowparken en nieuwe jachthavens aangelegd en verdringen torenflats zich langs de oevers van de Westerschelde. Ook zijn er dankzij de Deltawerken in de afgelopen decen nia een aantal toeristische trekpleisters van for maat bij gekomen. De Oosterscheldedam, de Zeelandbrug en Delta Expo op het voormalige werkeiland Neeltje Jans. Toch zijn de meeste toeristen nog steeds in het zomerseizoen in Zeeland te vinden en ze ko men ook nog steeds voor de bekende trits: zon, zee en strand. Slechts weinigen van hen zullen bij thuiskomst zeggen dat de vakantie verwa terd is, want in Zeeland regent het toch immers nooit? Dat is een psychologisch voordeel maar de verkopers van het toeristisch product Zee land weten wel beter. Zeeland moet meer kun nen bieden wil het blijven kunnen concurreren met de altijd zonnige bestemmingen. Ze maken zich vooral zorgen om de opkomst van de bad plaatsen aan de Oostzee in het voormalig Oost-Duitsland. Terecht. Uit cijfers blijkt dat van alle buitenlandse toeristen 90% uit Duitsland komt. Dus bijna net zoveel Nederlandse als Duitse toeristen zoeken hun vertier in onze pro vincie. Beide groepen staan centraal bij de in spanningen Zeeland nog aantrekkelijker te ma ken als vakantiebestemming. Die inspanningen richten zich erop het achter land van Zeeland open te leggen voor het toe risme door onder andere de oude veerverbin- dingen nieuw leven in te blazen en het cultuur (historische) aanbod van de steden beter te profileren. Ook wordt aansluiting gezocht bij landelijke toeristische projecten als het VOC- project (Middelburg/Vlissingen) en de Vesting- Zeeuws meisje dat boterbabbelaars verkoopt op de toersitenmarkt in Middelburg. Foto: Dresscode Bekend, Anda van Riet Karina Leijnse. steden (Hulst). Er moet nog meer gedaan wor den aan seizoensverlenging zoals dat al gerui me tijd bijvoorbeeld met de Zeeland Natuur- maand (juni) en de Zeeland Nazomer Festivals (september) gebeurt. Bij dit alles zullen de mo gelijkheden die de moderne electronica biedt niet geschuwd worden. Zeeland virtueel is bijna een realiteit. Op operationeel niveau is er nu reeds een beter gestructureerde samenwerking tussen de aanbieders en verkopers van het toe- risch product Zeeland. Die kreeg een duw in de goede richting door de oprichting van het Toe ristisch Huis Zeeland dat onlangs de poorten opende en waarin verschillende organisaties op toeristisch gebied samenwerken. Kort samengevat: een vitale sector van de Zeeuwse economie is zich aan het hergroepe ren en heroriënteren. Daarbij ontwikkelt ze nieuwe producten van klein- en grootschalige aard, waarbij verbetering van de kwaliteit van het product voorop staat. Toeristisch Zeeland maakt zich op voor de veeleisende en wispeltu rige zap-toerist van de 21 ste eeuw die eerst vir tueel zijn vakantiebestemming komt inspecte ren voor hij er werkelijk naar toegaat. Een Zee van Cultuur en het Bureau Karen Kroese en Peter van Houte hadden een gesprek met de opsteller van 'Een Zee van Cul tuur' een landelijk plan van aanpak voor het Nederlandse toerisme in de komende eeuw, de econoom Piet A. de Ruiter. Zij vroegen hem het raster van zijn plan op Zeeland te leggen. De Ruiter maakt zich daarin vooral sterk voor een betere aansluiting met het achterland van Zee land. Dat kan alleen maar door een ingrijpende verbetering van het openbaar vervoer. Na acht uur 's avonds kan niemand met dat vervoer de provincie in of uit. Hierdoor is de toerist afgeslo ten van het achterland dat zich met een beter vervoer tot Vlaanderen en Brabant zou kunnen uitstrekken. Tevens ziet De Ruiter veel in klein schalige projecten zoals het Rondje Pontje maar ook in gewaagde plannen zoals De Glazen Dijk dat de ultieme verbeelding van de strijd van de Nederlanders tegen het water moet gaan vor men. In zijn gesprek met Peter van Houte doet Rudi ter Heide, directeur van het Bureau voor Toeris me Zeeland (BTZ, Provinciale VW Zeeland), uit de doeken hoe dat Bureau waar 54 mensen werken, functioneert. Ook Ter Heide is er prin cipieel van doordrongen dat de zap-toerist nu reeds over de schouders meekijkt en heeft in formatievoorziening tot een van de speerpun ten van zijn beleid gemaakt. De Internetsite van het Bureau is nu al een van de drukbezochtste in Zeeland. Ter Heide hoopt ook de samenwer king met het bedrijfsleven in de toeristische sec tor te kunnen versterken. Dit betekent met na me een grotere financiële betrokkenheid van het bedrijfsleven bij het BTZ. Nu is het nog te dikwijls zo dat wanneer de zaken goed gaan over de bestaansgrond van het BTZ wordt ge twijfeld maar wanneer er een slap seizoen is, wordt door datzelfde bedrijfsleven aan de deur van het BTZ geklopt met de vraag hoe het Bu reau denkt nieuwe impulsen te geven (Onlangs wist de Zeeland Natuurmaand wèl de steun van elf campinghouders te verwerven). Voor nieu we productontwikkeling is niet alleen inciden teel maar structureeLgeld tiQfjjg- Daarmee zou het Bureau echt tot-de.tentt^ pièlt^gn regel- kamervan het toërisme-w.Zeelandk'irnrien uit groeien. v In dé toekomst zal het Zeeuws ■Tifdschïttt gast- columnistenuitnodigen om corïinrientcfar te le veren op aspecten van de Zeeuwse samenle ving. Onze eerste gastcolumnist is P.A. Nouwen, hoofdirecteur van de grootste lidmaatschapsor ganisatie van Nederland, de ANWB. Hij vestigt in het kader van het plan 'Een Zee van Cultuur' Zeeuws Tijdschrift 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 3