Toeristische recreatieve bestedingen 1995
Als je geluk hebt heeft degene die voor
jou het huisje huurde iets achter gelaten.
Maar ja, dat zijn dan van die verfrommel
de foldertjes, vaak verouderd en onder de
koffievlekken. Dat maakt niet echt een
goede indruk. Je zou het toch mogelijk
moeten maken via de moderne manieren
van informatievoorziening (teletekst, in
ternet) dat de Duitse toerist die een va
kantiehuisje heeft gehuurd in Oostkapelle
direct kennis kan nemen van wat het ach
terland te bieden heeft, zonder dat hij
daar zelf actie voor moet ondernemen. In
elke bungalow staat toch een televisie te
genwoordig. Maak daar gebruik van. En
dan kun je wel zeggen: de mens wordt
wel erg gemakzuchtig. Ja, inderdaad, de
moderne consument is gemakzuchtig!'
'Zeeland heeft geen trekkers. Neeltje Jans
is dat ook niet. Nederland heeft ze niet, is
zelf als vakantieland geen A-bestemming.
Relativering is dus op zijn plaats. Als je aan
een willekeurige buitenlander vraagt wel
ke landen hij van zijn leven nog wil bezoe
ken, dan komt Nederland heus nergens
op de lijst voor. De vraag is ook of dat
moet. Zes miljoen buitenlanders per jaar is
al aardig wat. We moeten het niet van het
volume hebben, het gaat om de toege
voegde waarde. Niet meer toeristen naar
Nederland halen, maar zorgen dat ze
meer besteden. En om dat te bereiken
moet je de kust en het achterland veel
meer als één product verkopen. Ook om
meer Nederlanders over te halen tot een
vakantie in eigen land.'
Kuuroord
'Zeeland moet zich onderscheiden door
de componenten frisse lucht, ruimte en
rust uit te baten. Dat was de allereerste
aantrekkingskracht van Zeeland voor
Duitse toeristen destijds (jaren zestig), dat
zou je weer nieuwe inhoud moeten ge
ven.' Het rapport spreekt van 'gezond-
heidstoerisme' dat vooral op de groeiende
groep vijftig-plussers aantrekkingskracht
uitoefent. De Ruiter: 'Ja, het oude kuur
oord-idee, maar dan in een modern jasje.
Domburg was immers in de negentiende
eeuw al een badplaats met internationale
faam. Maar dan moet je ook iets aan het
gezicht van de kust doen. Vervallen loka-
ties moeten worden opgeknapt. Zeeland
kent ook een aantal rotte kiezen in de
mond van de kust. Domburg zelf kent
ook van die voorbeelden.' Direct gaan de
gedachten naar het Badhotel in Domburg:
een prachtige lokatie, een gebouw met
mogelijkheden, een gribuszooitje nu,
doodzonde.
'Er moet een kentering plaatsvinden. De
ontwikkelingen zijn het afgelopen jaar
eerder tegengesteld geweest aan het
beeld dat ik voor ogen heb. Geasfalteerde
parkeerterreinen aan de voet van de dui
nen, vakantiehuisjes en campings vlakbij
of in de duinen en dat allemaal om Zee
land als zon-, zee-, strand-vakantieland
aan zoveel mogelijk mensen te verkopen.
Dat moet dus niet verder gaan. Je moet
juist het unieke, natuurlijke en kleinschali
ge karakter van het gebied uitbuiten. Ik
stuitte per toeval op een wedstrijd ringrij-
den en heb me uitstekend vermaakt. Daar
zou meer informatie vooraf over moeten
zijn, zonder het nu een massale gebeurte
nis te maken. Terreinen waar nu een hek
omheen staat, moet je openstellen. Het
bezoek natuurlijk wel aan regels binden,
maar in ieder geval voor breder gebruik
aanwenden. En niet meer meteen claims
leggen voor uitbreiding van het areaal aan
verblijfsaccomodaties, daar zijn er al ge
noeg van. De sector moet zichzelf ook be
perkingen zien op te leggen in haar ambi
ties. Niet alleen maar meer en meer, maar
zich toeleggen op kwaliteitsverhoging van
wat er al is. Meer renovatie dan nieuw
bouw, zou je kunnen zeggen.'
Geen hond
'Het seizoen aan de kust beslaat - nog
steeds - niet meer dan hooguit zes we
ken. De rest van de tijd ziet het er toch
gewoon zielig uit? Dat geldt voor alle de
len van de kust. Of je nou langs de chi
que boulevard van noordwijk loopt of
langs de afbraakboel bij Hoek van Hol
land. Er zit geen hond! Daar zul je echt
iets aan moeten doen, in de vorm van
seizoensverlenging. Je ziet al steeds meer
Nederlanders die in het najaar, op winde
rige dagen, zeggen: zullen we een effe
lekker gaan uitwaaien? Frisse lucht hap
pen. Daar liggen mogelijkheden. Sommi
ge ondernemers spelen daar op in - ook
in Zeeland - en organiseren "uitwaai-ar
rangementen" of "frisse-lucht-weekein-
den". Dat soort vormen van seizoensver
lenging, gericht op de binnenlandse
markt, kunnen een basis vormen voor
productvernieuwing.'
Ook op het gebied van dienstverlening is
een kwaliteitsoffensief nodig, vindt De
Ruiter: 'Dat geldt voor heel Nederland.
Service en dienstbaarheid staat overigens
voor mij niet synoniem aan het in het
Duits aanspreken van iedere klant die in
Domburg de bakker binnenloopt. Dat is
natuurlijk ook fout hè? Mensen gewoon
vriendelijk te woord staan mag ook best
in het Nederlands. En verder natuurlijk
soepel inspelen op de wensen van de
toerist, zorgen dat hij welkom is, dat hij
zich thuisvoelt. Daar schort het nog wel
eens aan. We zijn niet erg dienstvaardig,
al is het in andere delen van Nederland
erger dan in Zeeland. Overigens zo onbe
schoft als in sommige Franse vakantie
plaatsen zijn wij nu ook weer niet.'
Bron: Provincie Zeeland CBS.
In Nederland
Zeeuws Tijdschrift 7