lasting en het bijdragen aan een duidelij ker ruimtelijke structurering van de func ties in het gebied. Die intentieverklaring is door alle belanghebbenden ondertekend. De gemeentelijke bestemmingsplannen richten zich daar ook naar. Dat geeft toch voldoende sturing aan de toekomstige ruimtelijk-economische structuur?' Grenzen Sas van Gent geeft zich als zelfstandige gemeente niet zonder meer gewonnen, dat is duidelijk. De tijd zal leren, wie het gelijk aan haar/zijn zijde had. De toe komst zal leren welke visie het beste aan sloot bij de realiteit. Voorlopig gaat Sas van Gent op dezelfde voet verder. Met alle grote en kleine problemen van een industriële grensgemeente. 'Officiéél bestaan de grenzen niet meer', verzucht mevrouw Van Rest, 'maar op onderdelen lopen we er hier nog steeds tegen aan. Het enige dat echt zonder problemen grensoverschrijdend werkt, is het bejaardenwerk in Sas van Gent en Assenede, dat net over de grens in België ligt. De Stichting Welzijn Ouderen werkt aan beide zijden van de grens: bejaarde nalarm, sport, zingen, vervoersdienst, in formatieverstrekking en het "Tafeltje- dek-je"-project. Dat loopt allemaal als een trein. Maar voor de rest is er nog veel werk te doen. Zeker op gebied van infrastructuur, werk en milieu. Dat hebben we wel weer gemerkt bij het recente milieudrama in Zelzate. Dat laat nog eens zien hoe be langrijk het is, dat we als buurlanden mi lieu-normen op elkaar afstemmen! Wat de infrastructuur betreft: het is toch heel logisch, dat de Westerscheldetunnel naar het zuiden toe straks aansluiting krijgt op bestaande wegen in België. De indus trieën op de Axelse Vlakte zouden daar ook weer baat bij hebben. Zo hoort - vol gens mij - het begrip Euregio inhoud te krijgen. Dan het werk: als je alleen al kijkt naar het het grote verschil in het arbeids voorwaardenbeleid tussen Nederland en België, weet je dat we nog niet "grenzen- loos" zijn. We hebben in Sas van Gent een Belgische onderneming, met perso neel uit de beide landen. Naar Belgische normen kunnen werknemers bijvoor beeld rustig voor een week naar huis worden gestuurd om te "doppen". In Nederland is zoiets onmogelijk. In België ligt het minimumloon weer hoger, maar daar krijgen werknemers na een halfjaar ziekte nog maar 60% van hun salaris. Zulke dingen. Maar ook dat is op te los sen. Een kwestie van politieke afstem ming, politieke wil. Gelukkig is er de laat ste jaren duidelijk verbetering in grensoverschrijdend bestuurlijk overleg, zoals over de projecten rond het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Het is ook goed, dat er grensoverschrijdende praat clubs zijn als de Ankerclub en de BBOGW (Beter Begrip Over Grenzen en Wateren). Een paar keer per jaar komen we bij el kaar: vanuit het bedrijfsleven, politiek, overheden, havenschappen en dergelijke. Heel symbolisch stappen we aan boord van het stadsjacht van Gent, de "Jacob van Artevelde" dat op de grens bij de douanepost in het Kanaal van Gent naar Terneuzen gaat liggen. We praten heel open over allerlei actuele onderwerpen, zonder dat er notulen worden gemaakt. Zo werken we van verschillende kanten aan een beter begrip voor elkaar en structurele oplossingen voor de toe komst.' Burgemeester Van Rest, gewoon als "Joke" tijdens carnaval. 12 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 14