van weleer toen je nog echt het gevoel had in het buitenland te zijn, wanneer je de grens met België was gepasseerd. Het mooie gebouw ligt er nu verlaten bij. Ou de brughoofden vertellen het verhaal van een kanaal dat steeds maar dieper, rechter en breder moet voor de steeds grotere schepen die erdoor willen. De tunnel van Zelzate is nog maar net geopend, maar nu al blijkt deze niet diep genoeg: een twee de tunnel wordt er onder gegraven. Als die tweede tunnel af is, kan de diepgang van de schepen weer opgevoerd worden. Gent heeft al nieuwe kades en dokken. En toch kent het kanaal van Gent naar Terneuzen niet eens zo'n oude geschiede nis. In 1800 telde Terneuzen nog geen vierhonderd inwoners. In de haven werd slechts vis verhandeld. In 1585 was er een ketting over de Schelde gelegd, waardoor de internationale handel over het water niet mogelijk was. Ook het verbindings water tussen Terneuzen en Gent was ge sloten voor vrachtverkeer. Na de val van Napoleon werden de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden herenigd. Dit leid de tot de heropening van de Westerschel- de en de aanleg van het Kanaal van Gent naar Terneuzen: de Sasse Vaart werd uit gediept en rechtgetrokken, van Sas naar Terneuzen kwam een nieuwe waterloop. 'Ze moeten het oude kanaal met schep en kruiwagen hebben gegraven', mijmert de bemanning van de Rupelmonde vol be wondering. In 1827 wordt het kanaal geopend. Maar de oorlog en de scheiding van Nederland en België vertragen de ingebruikname. In 1841 wordt het kanaal heropend. Pas als Terneuzen via Gent op het Europese spoorwegnet wordt aangesloten en - dan al - in de jaren '80 van de vorige eeuw een verdieping en verbreding van het kanaal, komt de handel over het water goed op gang en begint Terneuzen mee te tellen als zeehaven. In 1910 wordt het kanaal opnieuw aangepast en verdiept; ook slui zen en bruggen moeten breder en groter. Aanvankelijk wil het niet zo vlotten met de vestiging van bedrijven in Terneuzen. Ei genlijk komt er pas na de oorlog enige verbetering in. In de jaren zestig wordt het kanaal opnieuw verdiept en rechtgetrok ken. Twee sluizen zullen nu de Midden- sluis uit 1910 flankeren: de Westsluis en de Oostsluis worden allebei in 1968 geo pend. De Middensluis is in 1986 gereno veerd. IJzeren wetten We passeren de Sidmar, de Belgische va riant van onze hoogovens, waar ongeveer 4000 mensen werken. Het bedrijf kent spoorwegen, transportbanden, kranen. Deze stad op zich lijkt wel een uit zijn krachten gegroeide mierenhoop: fascine rend. 'Hier zijn wat doden gevallen hoor', vertelt Kees, de machinist. Een poortje geeft de toegang tot oorlogs graven in een stukje bos aan: de graven zullen worden gelicht en verplaatst naar achteren wanneer er een nieuw dok wordt aangelegd ten behoeve van de Gentse haven. De ijzeren wetten van de economie blijven me verbazen: alles wijkt voor geld. Steeds meer geld, steeds sneller verdiend. Tot het fragiele bouwwerk in stort en er opnieuw opgebouwd kan wor den. Wat weer goed is voor de economie. De kolen die de Transbora vervoert, zijn afkomstig uit de Oekraine. Een deel wordt hier in Gent gelost, een deel zal in Ham burg van boord gaan. Het kan best zijn dat de Transbora in Hamburg weer kolen laadt voor de Oekraine. Afhankelijk van de prijs van de dag kan dat aantrekkelijk zijn voor de internationaal handelende on dernemers. Duwen en trekken De Transbora is op de plaats van bestem ming aangekomen. Het is gedaan met de rust: de geoliede machine, die de beman ning is, komt razendsnel in beweging. De Rupelmonde zigzagt achter de Transbora aan om het zeeschip af te remmen. De commando's zijn afkomstig van de loods aan boord van de Transbora. Steeds her haalt Hans Bartels, de kapitein van de Ru pelmonde, het laatste commando voor hij het uitvoert: hij zou het verkeerd hebben kunnen verstaan. Aan dek staan Jan en Kees al klaar. Ook op het Turkse schip is iedereen in actie gekomen. Weer dat han delen zonder woorden. Omdat er aan de kade een binnenvaartschip wordt gela den, komt het nogal nauw met manoeu vreren. Door de kracht van het afremmen, trekt de Rupelmonde scheef. Het water kolkt enorm achter het schip. Ondanks het afremmen, gaan we nog achteruit. De Schotland is nu losgekoppeld en duwt de Transbora in de flank naar de kant. Een zeeschip zou zelf nooit zo netjes kunnen aanleggen. Dat heeft wel twee keer zijn eigen lengte nodig om stil te komen lig gen. Als het schip vastligt aan de kade, klimt een matroos van de Schotland aan boord bij de Transbora voor het tekenen van zijn sleepbriefje. Harry is hier verbaasd over: dat ze dat nog steeds zo doen, wat ouder wets. De kraan op de kade is intussen al in actie gekomen. Even is er nog paniek aan boord van de Rupelmonde als een - in de haast - teruggeworpen tros onder de schroef van de boot terechtkomt. Maar dan is het karwei geklaard. Beter een schip Het loopt inmiddels tussen het middaguur. Harry en ik besluiten met de Rupelmonde mee terug naar Terneuzen te varen, ook al vertrekt de boot pas om drie uur vanuit Gent met een volgend zeeschip naar Ter- neuzen. We hebben nog geluk. Het komt voor dat er alleen een boot heen is en geen terug: dan vertrekt de bemanning tegen vijf uur met de taxi naar Terneuzen. Soms liggen ze de hele dag aan de kade. Dan onderhouden ze de boot. 'Je kunt beter een schip hebben', vertrouwt Hans me toe. Kees heeft boodschappen gedaan voor de lunch. Om beurten doen ze dat en ook de kapitein moet er aan geloven. Gezamen lijk bepalen ze het menu van die week. Met koken is dat anders: Jan zegt dat hij het niet kan en dus doen Kees en de vier de, nu afwezige, man het om beurten. Harry koopt met Jan nog een extra stukje vlees en toetjes aan wal. In de kombuis heerst een huiselijke sfeer: Kees staat te koken en de rest zit rond de tafel. De ge sprekken gaan over motoren (Harry en Jan), werk (Hans: 'Niet iedere verandering is een verbetering'), pensioen en drank aan boord, de positie van grensarbeiders (Kees: 'Wij vallen tussen wal en schip'). Het eten is lekker en voedzaam: doperwt jes met spek, ui en paprika, aardappelen en schnitzels met citroen en een toetje. Jan en Harry wassen af. Ik zou wel een even mijn ogen dicht willen doen. Fandango Op weg naar de nieuw te slepen boot zien we dat het gifgroene bergje afval buiten de fabriek Sadaci in tegenstelling tot op de heenweg nu rookt: wat een troep moet dat zijn! De Transbora is gelost, maar ligt nog aan de kade. Het schip dat - weer in gezelschap met de Schotland - gesleept zal worden heet Fandango. Het vaart on der de vlag van Groot Brittannië en is af- 22 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 24