Toeristische waarde Kanaalzone Verrassingen tussen industrie en natuur Trees van Herpen De Zeeuwse stranden, van het puntje van Schouwen tot aan de Zwingeul kent ie dereen. Ook het Veerse Meer, de historische stadskern van Middelburg of het ver dronken land van Saeftinghe zijn gerenomeerde toeristische trekpleisters. Maar wie de Kanaalzone een unieke toeristische attractie noemt oogst hooguit een opgetrok ken wenkbrauw. 'Ten onrechte' reageert Tiny Maenhout, directeur van het Toeris- isch Bureau Zeeuwsch- Vlaanderen. Het Kanaal van Gent naar Temeuzen, waar deze zone zijn naam aan dankt, roept in eerste instantie associaties op met scheep vaart en industrie. De contouren van Ter- neuzen, de derde haven van Nederland, worden bepaald door fabriekscomplexen met hoge fakkels en stoomwolken uitbra kende schoorstenen. Over het Kanaal va ren enorme schepen af en aan. De groot ste draaibrug van Europa, vlakbij Sluiskil, bevordert een soepele doorvaart, welis waar tot ergernis van menig automobilist. Modern, dynamisch en energiek krijgt in deze regio de vooruitgang gestalte. Maar er is ook een ander aspect te ontdek ken in het Kanaalzonegebied. 'Juist het contrast tussen de technologische hoog standjes en het omliggende boerenland maakt dit gebied zo interessant', zegt Tiny Maenhout. Een duik in het overvloedige foldermateriaal van VW en Toeristisch Bu reau bevestigt haar stelling. Een toerist kan een meerdaags programma samenstellen om de streek te verkennen. Steeds zal het daarbij gaan om uitersten. De keuze is tus sen de verstilling van de natuur of de dy namiek van wat mensenhanden hebben gemaakt. De bruisende stad In Terneuzen wandelend over de Schelde- boulevard heeft men een mooi zicht op de schepen, op weg naar de haven van Ant werpen. Draai je je om dan zie je het in het centrum van de stad de markante bouw van het stadhuis, een ontwerp van Van den Broek en Bakema. Ernaast ligt het nieuwe Stadskantoor ontworpen door Gewestdomein veerpontovergang. Foto: Corné Bastiaansen. Tijdschrift 27

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 29