met een unieke koepelconstructie, zeker
een bezoekje waard. De 'bodemloze put',
net over de grens, is een uniek verschijnsel,
een overblijfsel van een vroegere dijkdoor
braak. Nog meer kreken. Voor vogellief-
nebbers is het moment aangebroken af te
stappen en zich eens goed, met de verre-
Kijker bij de hand, te installeren.
Onderweg worden allerlei buurtschappen
en gehuchten met bijzondere of bizarre
namen gepasseerd; De Knol, Posthoorn en
Driekwart, 't zijn er maar een paar.
Zeeuws-Vlaanderen telt er vele.
De Fortenroute loopt meer ten westen van
Terneuzen, door het land van Axel, for-
neel misschien niet meer tot de Kanaalzo
ne behorend. De fietser komt vergelijkbare
bezienswaardigheden tijdens zijn tocht te
gen.
Heel bijzonder zijn twee aspecten die bijna
lergens anders in Nederland nog gereali
seerd zijn. Uiteraard zijn de routes voorzien
/an herkenbare bewegwijzeringsbordjes.
Om er voor te zorgen dat deze blijven
staan waar ze horen te staan is onlangs
/en nieuw project in het leven geroepen:
-let Toeristische Route Gilde: bewoners die
angs een gemarkeerde fietsroute wonen
kunnen een gedeelte adopteren, ze wor
den peter of meter van zo'n stuk. Van hen
wordt verwacht dat ze twee maal per
maand het geadopteerde stuk inspecteren
en de bevoegde instanties op de hoogte
stellen van eventuele vermiste bordjes, af
gewaaide takken op de route of andere
mankementen. Een fietser loopt zo weinig
risico de weg kwijt te raken of onneembare
obstakels tegen te komen..
Het kan gebeuren dat men onderweg een
lekke band of een ander ongemak aan fiets
of lijf oploopt. Ook daar is aan gedacht.
Op verschillende plaatsen langs de routes,
meestal bij een VVV-kantoor of horecage
legenheid, zijn rijwielhulpkisten bevestigd.
Men vindt hier eenvoudig reparatiegereed
schap alsmede E.H.B.O.-artikelen in. Het is
een gratis service, geboden in samenwer
king met de A.N.W.B.
Omdat niet iedereen er voor voelt braaf
een voorgeschreven route te volgen heeft
het Toeristisch Bureau Zeeuwsch-Vlaande-
ren ook algemene fietskaarten uitgebracht.
Alle wegen staan er op aangegeven. De
meest aangename en veilige route per fiets
is met groene lijnen gemarkeerd en wordt
het fietsennetwerk genoemd. Vaak kom je
langs boerderijen waar bepaalde produc
ten te koop zijn. Aardappelen, uien en ei
eren zijn vrij algemeen verkrijgbaar. Steeds
vaker zie je ambachtelijk gemaakte streek-
gerechten zoals kruidenazijn, honing of ap
pelsap. Bloemen en groentes horen even
eens tot het assortiment. De verkoop gaat
dikwijls in goed vertrouwen. De koper
neemt wat van zijn gading is en stop het
verschuldigde bedrag in een trommeltje of
busje dat daarvoor is bestemd.
Stroopielekkerstocht
Naast de initiatieven van het Toeristisch
Bureau en de VVV's bestaan er ook aan
trekkelijke plannetjes, bedacht door vin
dingrijke particulieren voor toeristen en
dagjesmensen. Zo kent Zaamslag zijn
'Stroopielekkertocht', een initiatief van en
kele vrouwelijke inwoners van dit plaatsje
ten oosten van Terneuzen. Alleen de naam
al doet menigeen watertanden. Een rit van
zo'n dertig kilometer in en om Zaamslag
wordt onderbroken door een picknick in
boomgaard 'De Appelgaard'. Op het
menu staan eigengemaakte streeklekker-
nijen. Ter afsluiting van de dag staat een
bezoek aan het schelpenmuseum van
Zaamslag op het programma. Per seizoen
wordt de tocht vier of vijf maal georgani
seerd.
Helaas is niet iedereen in staat om nog zul
ke afstanden te fietsen. Maar geen nood,
ook per auto is het mogelijk te genieten
van een nostalgische toer langs dijken en
boerderijen. De Krekenroute, speciaal voor
autoverkeer ontworpen, is een goed voor
beeld. Deze tocht gaat deels door het Bel
gische land. De rustig gelegen kreken ten
noordwesten van Sas van Gent benadruk
ken andermaal het grote contrast tussen
de geïndustrialiseerde Kanaalzone en het
rurale gebied. Een maal per week rijdt er
ook een 'boemeltreintje' (over de weg,
want railsen zijn er niet) van de Braakman
door dit krekenlandschap. Een deskundige
gids geeft uitleg over alles wat onderweg is
te zien.
Over gidsen gesproken, het Toeristisch Bu
reau heeft een aantal jaren geleden het ini
tiatief genomen een gidsenteam op te lei
den. De leden van het huidige team
hebben een degelijke opleiding achter de
rug waarin veel aandacht besteed wordt
aan de cultuur-historie van de streek, de
geografische en topografische kennis
wordt bijgespijkerd en zo nodig wordt de
talenkennis opgefrist. De gidsen begelei
den groepsreizen en dagtochten op aan
vraag.
Van noord naar zuid
Het Kanaal van Gent naar Terneuzen
stoomopwaarts varend, voert, voor de
grens wordt gepasserd, nog langs twee
Nederlandse plaatsen: Sluiskil en Sas van
Gent. Sluiskil is vooral bekend de grootste
draaibrug van Europa. Voor de inwoners
en toeristen zonder auto vaart er ook een
pontje heen en weer. Voor hen die maar
niet genoeg kunnen krijgen van de
scheepvaart- en havenactiviteiten is hier
een prachtig uitkijkpunt om de overslag
van goederen van zeer nabij te bekijken.
Tegen de Belgische grens aangeplakt ligt
Sas van Gent. De naam geeft de histori
sche band met de Vlaamse havenplaats al
aan. Reeds in de zestiende eeuw legden de
toenmalige Gentse havenbaronnen een
sluis (sas) aan in de Graafjansdijk. Ter be
scherming van die kostbare sluis werd een
militaire nederzetting gebouwd. Van de ze
ven verdedigingswerken uit die tijd is nog
slechts één bolwerk bewaard gebleven, de
Generaliteit of ook wel de Molenberg ge
noemd. Onder dit oude vestingwerk be
vindt zich een gangenstelsel, ooit in ge
bruik voor wapenopslag, dat nu een
toeristische attractie is geworden.
Tegenwoordig mag het zwaartepunt van
de industrie in deze streek aan de monding
van het Kanaal liggen, historisch gezien
heeft Sas van Gent een oudere traditie. Het
stadje gaat er prat op de eerste Zeeuwse
industriestad te zijn. Vreemd is het dus niet
dat hier een industrieel museum staat waar
oude machinerieën en apparaten te be
zichtigen zijn die ook daadwerkelijk ge
bruikt zijn in de plaatselijke industrie.
Kenmerkend is het beeld van de schepen
trekker, een afbeelding van een verdwenen
ambacht, door velen uit het vroegere 'Sas'
uitgeoefend. Uit de architectuur van de
woningen van zowel de West- als de Oost
kade valt af te lezen dat er welvarende
handelslieden hebben gewoond in deze
stad aan het Kanaal. Verschillende stijlen
zijn door elkaar toegepast. Voor kenners is
het een puzzeltocht waard om de verschil
lende bouwperiodes te achterhalen.
'De toerist' bestaat niet, volgens Tïny Ma-
enhout. "Als je vandaag denkt te weten
wat de toerist leuk vindt, kan dat morgen
weer iets anders zijn. We moetene allert
blijven, nieuwe plannen bedenken en de
interesse van de klant op de voet volgen.
Maar wat het aanbod ook zal worden,
steeds is het stevige fundament: het con
trast."
Zeeuws Tijdschrift 29