fellil schien wil hij binnenkort weer gaan spelen, de partituren staan al klaar op de lessenaar. Hij leest veel: 'Al wat er voorbij komt: 't goed en 't slecht' zoals hij zelf zegt Hij heeft een voorkeur voor de boeken van meester Roothaert en ook het werk van Jan den Hartog boeit hem. De bijbel vindt hij ook een belangrijk boek, behalve het Hooglied dat spreekt hem niet zo aan. Verder staan er boeken met titels als: Volken, vorsten en profeten, De pygmeeën, De eeuwige wildernis... 'Ik weet veel over de pygmeeën en over volken die zoge naamd primitief leven en genoeg heb ben aan dat wat de natuur te bieden heeft.' Een manier van leven die te maken heeft met eenvoud en tevre denheid. In harmonie zijn met wat het leven je brengt. Daarover gesproken: hij vertelt dat er soms donkere dagen zijn die licht eindigen. Dat is een hoop volle gedachte die altijd in zijn achter hoofd zit. Natuurlijk kan het omge keerde ook gebeuren: 'Goede en slechte tijden wisselen elkaar af. Ups en downs blijf je houden. Als een don kere dag licht eindigt, voel ik me een ander mens.' Daar spreekt een bepaald vertrouwen uit. Hij zegt daarop: 'leder gelooft op zijn eigen wijze. Daar leef je mee. Ik probeer het zo goed mogelijk te doen. De kerk daar maak ik geen gebruik van. Meestal kon ik niets met wat ik daar hoorde. Er zijn natuurlijk uitzonderingen: heel soms hoor ik op de radio weieens een preek die me wél wat zegt. Ik denk eigenlijk dat iedereen gelooft. Er zijn mensen die zeggen dat ze dat niet doen, dat geloof niet echt. Hoe kun je nou in niets geloven? Als je om je heen kijkt dan kan het haast niet anders of het besef ontstaat dat er meer is..'. Ophouden met werken, dat is hij niet van plan: 'Ik werk graag. Ben er nog helemaal bij betrokken en dat hoop ik tot het einde toe vol te kunnen hou den.' OVET B.V., Terneuzen. Foto: Corné Bastiaansen. rf -tsSr. At trVj'TA?D Mg® 34 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 36