Berichten in de regionale pers over voorgenomen bezuinigingen ten aan zien van de bibliotheek hebben me ge alarmeerd. Hoe is het mogelijk dat par tijen in de raad niet meer ruggegraat vertonen? Hans Spenkeling, directeur, vertelt over zijn bibliotheek. Over fusies en een lan ge reeks bezuinigingen, over plannen en projecten om tot leesbevordering te komen, zowel bij scholieren als bejaar den. "In '93 sloot ons filiaal. Er zijn boven dien twee formatieplaatsen geschrapt en allerlei efficiency maatregelen geno men. Nu moeten we opnieuw f 30.000 inle veren. Als de verkorte werkweek bin nen onze branche van kracht wordt, zullen we wellicht een dag moeten slui ten of in ieder geval minder uren open zijn. Maar ik wil niet de indruk wekken dat het hierin Terneuzen en in Zeeland al leen maar kommer en kwel is. We heb ben pas de bibliotheekruimte heringe richt. We schuwen de contacten met andere culturele instellingen niet. Ik heb de indruk dat er op het ogenblik weer van alles mogelijk is in de biblio theek: lezingen, tentoonstellingen of zelfs muziekuitvoeringen. Wij doen vo lop aan innovatie, ook op multi-media- gebied.' Ik speel even voor advocaat van de dui vel: 'Is privatisering en sponsoring geen oplossing voor de tekorten?' Spenkeling resoluut: 'Nee, ik vind dat de zorg voor een basisvoorziening als de onze op de eerste plaats van de (plaatselijke) overheid uit moet gaan. Die moet er voor zorgen dat de bevol king tegen een zo laag mogelijk tarief bij ons terecht kan.' De hamvraag: scoort Terneuzen redelijk met het bibliotheekbezoek? Het ant woord maakt me een beetje gelukkig. Terneuzen ligt enkele promillen boven het landelijk gemiddelde. De dag na dit gesprek lees ik in de krant dat de bezuiniging van f 30.000 is om gebogen naar f 15.000. De overbekende politieke truc. Vraag eerst het dubbele en daarna is men blij dat men maar voor het halve bedrag gepakt wordt. Overigens wordt de an dere helft van het bedrag het jaar erop geïnd. De tweede poot van het culturele basis- gebeuren, de stichting Toonbeeld (op leidingen musische vorming) krijgt het zwaarder te verduren. Die moet zonder meer dit jaar f 30.000 inleveren. Wet houder P. Hamelink hierover: 'Bij Toon beeld kiezen we als gemeentebestuur voor een accentverschuiving. We scha kelen de docenten in voor bijvoorbeeld een verlengde schooldag. Dan komt er een groep kinderen aan bod, die nor maal geen gebruik maakt van de facili teiten van Toonbeeld. Dat heb ik liever dan dat iemand tot op hoge leeftijd harp probeert te spelen, met alle on kosten vandien. Ook het laatste moet mogelijk zijn, maar dan wel met ver hoogde eigen bijdragen.' Maar waarom in een welvarende tijd bezuinigen op basisvoorzieningen? Wethouder Piet Hamelink draait een tijdje met zijn antwoord om de hete brij heen. Wat moet hij anders? Zijn opsomming van wapenfeiten is echter indrukwekkend: andere en bete re huisvesting Toonbeeld, plannen voor een nieuwe schouwburg, nieuw beleid beeldende kunst, installatie coördinatie commissie, renovatie Kalashnikov. 'Niet alleen mijn verdienste, zegt hij, 'Maar toch...' Jazz bij 'De Neger' Een van de meest vitale onderdelen van de Terneuzense cultuur vormt de jazz- scene. Dit jaar bestaat het jazzcafé Por- gy Bess 40 jaar. Initiatiefnemer Frank Koule ofwel De Neger, is al langer dan tien jaar dood. Hij toverde zijn lunch room in jaren vijftig om tot een jazz- tempel. Zijn zaak kreeg internationale bekendheid vanwege het overdonde rende aanbod van talent en wellicht ook vanwege de unieke bouwstijl van zijn pand: niets klopte, alles hing van el lende aan elkaar, maar als de voorstel ling begon was de entourage volmaakt. De schemering was Koules beste com pagnon. Alle grote jazzmusici zijn er binnen ge weest. In Porgy hing volgens ingewij den in de bloeiperiode altijd een kos mopolitische sfeer. Na de dood van Koule ontfermde de stichting Porgy Bess zich over zijn erfenis. De ergste bouwkundige fratsen werden wegge werkt, zonder dat de zaak aan burger lijk fatsoen ten onder ging. Porgy kreeg bovendien de functie van kleinkunst- theater waar van alles mogelijk moet zijn. De jazz bleef vanzelfsprekend gelieerd aan de club. Een keer per jaar mondt het jazzgebeuren uit in een festival van vier dagen. Tijd voor een anekdote, die ik overigens niet zonder schroom vertel. Ooit zat ik in Porgy een half uur of lan ger tegenover een van de reuzen van de jazz, zonder dat ik het in de gaten had. Een man in een armoedig zwart le ren jasje met een uitgemergeld bleek gezicht, trok mijn aandacht.Zijn vrouw leek er ook niet al te best aan toe. Ik vroeg me af of ze het wel naar hun zin hadden en of ze niet in de verkeerde club terecht waren gekomen. Na een half uurtje verdwenen ze stille tjes, waarna ik tot mijn verbazing de man het podium zag beklimmen met een instrument in zijn hand. Hij begon ongelofelijk mooi en ingetogen te spe len. Op een trompet meen ik. Zijn naam was Chet Baker. In Porgy worden ook films vertoond. Dit gebeurt nog met een 16 mm projec tor. In overeenstemming hiermee zijn het wankele podium en de ongemakke lijke houten stoelen. Maar het filmge not blijft op deze manier wel puur. Vanaf de jaren zestig vonden de activi teiten van de werkgroep Poëzie, wel licht de 20ste eeuwse opvolger van de rederijkerskamer 'Neuzens kunstliefde' of van de leesvereniging 'Tot Nut en Genoegen' ook in Porgy Bess plaats. Initiatiefnemer was Michel Huisman, plaatselijk dichter. Een aantal keren heb ik zo'n avond bezocht. Wat mij en waarschijnlijk ook de andere bezoekers opviel, was dat de dichters- club altijd veel te lang tafelde en de be zoekers soms uren liet wachten, om vervolgens stommelend en aangescho ten binnen te vallen als een gezelschap ouderwetse bohémiens. Het is niet verwonderlijk dat de werk groep gedoemd was te verdwijnen. De activiteiten werden op professionele wijze overgenomen door de stichting Prometheus. Deze huurt acht of tien keer per jaar een schrijver die op tijd komt en op tijd begint. Als ik boekhan delaar Van de Sande, bestuurslid van Prometheus, vraag naar bijzonderheden over het nieuwe seizoen, fluistert hij: 40 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 42