Het nieuwe stadskantoor
Een impressie
Antoinette Verbrugge
Meerdere keren ben ik er voorbij gelopen of gereden en elke keer dacht ik weer:
wat vind ik er nou eigenlijk van?
Er is al veel over gesproken en geschreven: over het nieuwe stadskantoor en over
de plaats waar het staat: de Steenen Beer. Het stadhuis -van architect Jaap Bakema-
was te klein en daarom staat er nu iets verder, verbonden met het stadhuis door een
ichte tunnel, een torenhoog stadskantoor. Een creatie van de architect Koen van
Velsen (1952).
Nu ik het uitgebreid van binnen heb gezien ziet het er van buiten eigenlijk anders
uit dan daarvoor. Aardig dat wanneer je de inhoud en binnenkant van iets of ie
mand leert kennen je het uiterlijk ofwel de buitenkant met andere ogen gaat bekij
ken. Zo verging en vergaat het mij tenminste.
Strak maar niet steriel
Een bijzonder gebouw vol met eigen
aardigheden en vondsten. De eerste en
algemene indruk is dat de architect van
licht houdt. Overal volgt hij het
(dag)licht of hij vangt het. Zelfs op de
vrij donkere plekken in het hart van
het gebouw krijgt hij het voor elkaar
om via raampjes vanuit andere lichtere
ruimten ook daar licht te laten vallen.
Prettig om in te werken lijkt me.
Wat "in het voorbij gaan' een haast
vierkante doos lijkt, met hier en daar
een hap eruit, blijkt bij nadere kennis
making een verrassend en doordacht
gebouw. Wat me al eerder, tijdens
koude dagen opviel, is dat het kantoor
soms staat te rillen en letterlijk blauw
van de kou ziet. En wanneer de zon
uitbundig schijnt, straalt het gebouw.
Dat komt ondermeer door het gebruik
van blauw geglazuurd steen ritmisch
afgewisseld door matte en dan weer
glanzende stenen en de speciale ma
nier van voegen.
Van ver af gezien lijkt het soms net als
of de toren een wordt met de zee of,
afhankelijk van de lucht en het licht, in
de lucht oplost.
De verbinding
Stadhuis en stadskantoor staan met el
kaar in verbinding door een lange lich
te en aflopende gang waar in het bre
de gedeelte plaats gemaakt is voor een
expositieruimte. In het midden staan
door hun eenvoud opvallende veelpo
tige bankjes, alweer een creatie van de
architect. De glazen deur tussen expo
sitieruimte en de werkelijke gang gaat
alleen open voor ambtenaren. De pu
blieksgerichte afdelingen, waar de in
woners voor hun paspoort en andere
zaken (betalen van parkeerboetes zo
als mij die dag duidelijk werd) terecht
kunnen, liggen heel bewust rondom de
ingang van het stadhuis. Voor de be
zoeker makkelijk te bereiken en te vin
den.
Aan het einde van de gang ligt heel
verrassend een vijvertje wat binnen
lijkt maar buiten blijkt te liggen. Er is
ook een soort binnenstraat die richting
zeedijk loopt. En onderweg lopen we
tegen een bar aan met comfortabele
krukken. Allerlei onverwachte door
kijkjes, doorlopende raampjes en zwe
vende plafonds maken de binnenkant
tot een verrassende soms haast laby
rintische omgeving. De techniek van
het gebouw is niet altijd weggewerkt
maar op bepaalde plaatsen juist be
wust zichtbaar gemaakt: een raampje
geeft bijvoorbeeld uitzicht in de liftko
ker. En voordat het zwevende plafond
begint is er boven de deur een uitspa
ring zodat de speciale leidingen die
boven de plafonds lopen zichtbaar
zijn.
Toen mij werd verteld dat het stads
kantoor in zekere zin een omgekeerde
versie van het stadhuis is, dacht ik wil
lekeurig even: Ja, ja, dat zal wel maar
waarom zie ik dat dan niet meteen?
Een onterechte gedachte want bij na
dere beschouwing en vergelijking van
beide gebouwen begrijp ik wat Koen
van Velsen bedoelt als hij spreekt over
eikaars tegenpolen. Ter illustratie: de
liften, de toiletten en koffieautomaten
in het stadhuis zijn te vinden in het
hart van het gebouw. Bij het stadskan
toor daarentegen stap je in en uit de
lift aan de buitenkant, de Scheldekant
van het gebouw. Pal naast de liften
staan koffieautomaten en rechts en
links ervan is een verbindingsgang.
Vanaf buiten zie je de beweging in het
gebouw en andersom uiteraard net zo.
Het uitzicht is op elke verdieping even
indrukwekkend.
In het bedrijfsrestaurant geven num
mertjes op de grond, met een haast
naar perfectie neigende precisie, aan
waar welke poot van elke tafel moet
staan. Dat Koen van Velsen van preci
sie houdt, kan niet onopgemerkt blij
ven. Zelfs in de toiletten zijn de houder
van de handdoekrol en de zeepverde-
ler in een bijpassende kleur gespoten.
Afstemming is een passend woord en
krijgt op deze plaats subtiel gestalte.
Over afstemming gesproken: rondom
het kantoor ligt een schelpenpaadje,
geheel in de sfeer van de locatie. En als
ik later naar de auto loop op de par
king bij het kantoor liggen ook daar
die platgetreden schelpjes.
De afwisseling in de ramen valt nu in
derdaad ook op: voornamelijk liggend
en af en toe staand, verzonken in de
gevel.
Lopend door de gangen van de afde
ling Sociale Zaken vallen hier de bij wij
ze van uitzondering violette muren op,
in de rest van het gebouw is de kleur-
stemming immers blauwgrijs. Het ver
haal doet de ronde dat de dochter van
Koen van Velsen Violet heet...
Zeeuws Tijdschrift 43