/ermelde 'Mémoires' wordt aangegeven dat het moreel bij de soldaten in mineur was. Het is verbazingwekkend dat Zürcher net door De Vos en Van Lennep bijgele verde commentaar kennelijk niet goed heeft begrepen. De manschappen op het schilderij zijn immers juist heel ijverig in de weer en Frederik Hendrik heeft klaarblijke- ijk zijn bemoedigend woordje nog niet eens beëindigd. Binnen vier dagen was de schade her steld': de houten loopbruggen om droog voets de stellingen te betrekken werden vrijwel onmiddellijk geconstrueerd. 'Kort daarna gaf Sas van Gent zich over.' Ken nelijk waren De Vos en Van Lennep er niet van op de hoogte dat Sas van Gent zich al op 5 september overgaf. Op 3 september iep de approche in de Albertuspolder vol water. Volgens De Vos en Van Lennep werd in vier dagen tijd de schade hersteld. Dit bij elkaar opgeteld levert 7 september op. Kort daarna gaf Sas van Gent zich vol gens hen over! (Het is duidelijk dat ze de Mémoires' niet goed hebben gelezen.) Eigenlijk is het vreemd dat juist deze fase van de belegering door De Vos gekozen is als onderwerp voor zijn, zoals hij het zelf omschreef, 'Muzeum Vaderlandsche Ge schiedenis'. Voor ons als twintigste eeuwse toeschouwers zit er eigenlijk niet zoveel heldhaftigheid in dit natte sokken tafereel. Tijdens de krijgsverrichtingen had de Prins zich al verscheidene malen in levensge vaarlijke situaties begeven waarbij het en kele keren maar een haar had gescheeld of hij was door vijandelijk vuur getroffen. De schildering van een dergelijk tafereel waar bij een Oranjevorst zich met ware doods verachting inzet voor de eer en glorie van het vaderland zou voor een historische ga lerij veel toepasselijker zijn geweest. De belegering van Hulst in 1645, ook door Frederik Hendrik, was politiek, strategisch en emotioneel gezien veel belangrijker dan die van Sas van Gent. De door Barend Wijnveld Jr. geschilderde olieverfschets van Frederik Hendriks triomftocht bij de inna me van Hulst was voor het 'Muzeum Va derlandsche Geschiedenis' dan ook zeer zeker gerechtvaardigd. Vanuit het ge zichtspunt van De Vos is ook de keuze voor Sas van Gent begrijpelijk omdat ver heerlijking van het Huis van Oranje hier een belangrijke rol bij speelde. Hij had zich daarbij echter wel moeten realiseren dat een paar (oranje) natte sokken oplopen en daar eeuwige roem mee verwerven toch wel heel gemakkelijk verdiend is! Een der gelijke zoetsappigheid druist in tegen het doel van de historische galerij. Wordt ver volgd. Bronnen Carasso, D., Helden van het vaderland. Onze geschie denis in 19de-eeuwse taferelen verbeeld, Amsterdam 1991. Commelijn, I., Frederik Hendrik van Nassau, Prins van Orange, Zijn Leven en Bedrijf, Amsterdam 1651 Kraker A. de, 'De verovering van Sas van Gent in 1644 en het verdere verloop van de strijd in noordoost- Vlaanderen op het einde van de Tachtigjarige Oorlog', in: Jaarboek 1994/1995 van de Oudheidkundige Kring 'De Vier Ambachten' Hulst, Hulst 1995. Prinsen A. en Stockman P., 'De Tuyn ghesloten'. Het beleg van Hulst anno 1645, Hulst 1993. Met dank aan P. Everaers te Terhole voor de correctie. De approche van Frederik Hendrik is de contre-escarp van de buitenste omgrachting van het Rapenburgh genaderd. Onder dekkingsvuur vanuit enkele batterijen wordt geprobeerd de gracht over te steken en de enveloppe te bereiken waarachter de hoofdgracht ligt. Detail van de 'Perfecte Afbeeldinge van 'T Sas van Gendt'. (Kaart: Universiteitsbibliotheek Leiden, Collectie Bodel- Nijenhuis P38 N141). Zeeuws Tijdschrift 55

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 57