Televisie moetje intelligent gebruiken Hans Laroes (42), adjunct-hoofdredacteur van het NOS-journaal: inschatting van ons vermogen om tussen acht en tien in de avond concurrerend te zijn. in de huidige situatie is regionale tv nog geen A-merk, daar moeten we eerlijk over zijn. In de hersens van kij kers zitten op dit moment zes zenders: Nederland 1,2 en 3, RTL 4 en 5 en SBS 6. Regio tv hangt daarbij, die komen ze bij het zappen tegen. En in die situatie doe je er verstandig aan om je product zoveel mogelijk in te zetten. Herhalen dus om de trefkans zo groot mogelijk te maken. De vraag is nu wanneer de regionale omroe pen dat loslaten, overgaan tot kanaalontwikkeling en er voor zorgen dat ze een A-merk worden." Werkte eerder voor de PZC, het Utrechts Nieuwsblad en als redacteur voor het NOS-journaal in Den Haag. Vol gens Laroes is het volstrekt logisch dat er regionale tele visie is gekomen. 'Als je een stelsel hebt van landelijke en regionale kranten, dan moetje dat ook hebben op het gebied van radio en tv. De verschillende hoofdstro mingen van de media moet je in je eigen gebied terug vinden. En als je een krant in een gebied kunt maken, kun je er ook televisie maken. Het bestaat niet dat je zegt: dat is een gebied daar gebeurt nooit iets, daar kan wél een krant komen en géén tv.' Dus ook televisie voor Zeeland of liever: zéker voor Zeeland, vindt Laroes. "On danks de vele (schier)eilanden heeft Zeeland een eigen culturele indentiteit. Het is een gebied waar -in geestelijke zin- een hek om kan worden geplaatst. Als je hier goed televisie maakt, dan is iedere Zeeuw een potentiële kijker. Natuurlijk is een Zeeuwsvlaming heel anders dan een inwoner van Tholen, maar tóch zijn het allebei Zeeuwen. Je kunt hen dus aanspreken met regionale televisie. Net zoals de PZC dat doet. Dat is - hoe dan ook- gewoon dé krant van Zeeland. Veel Zeeuwen beleven dat zo en dat zou volgens mij ook kunnen gelden voor de Zeeuwse televisie." Professionele benadering Hoé doe je het dan goed, want televisie is wel een an der medium? "Ik vind datje bij alles watje doet een zekere profes sionele norm moet hanteren. Dat betekent dus datje zó geïnteresseerd moet zijn in wat er in het gebied gebeurt -wat als nieuws wordt beschouwd- datje dat ook brengt als nieuws en tegelijkertijd ook van alle achtergronden, ins en outs voorziet. Datje dus simpelweg de kijker se rieus neemt. Je maakt geen kwartier ómdat je een kwar tier moet maken, je maakt een kwartier met dingen waarvan je vindt datje die moet vertellen. Die dingen moetje ook toelichten, vertellen wat er op de achter grond speelt." Hij is al geruime tijd weg uit Zeeland maar kan zich nog goed herinneren dat de PZC niet al tijd bezig was met het uitleggen van de achterliggende processen bij de besluitvorming. "Er was niet al te veel aandacht voor de manier waarop de autoriteiten ope reerden en wat er allemaal vooraf gebeurde en vooral: wat er achteraf moest gebeuren. Televisie zou op dat punt wat kunnen doen. Met tv kun je namelijk -als je het intelligent gebruikt- veel méér dan alleen maar laten zien wat er gebeurt. Het is een registrerend medium, maar de beperking in lengte vormt geen enkel probleem om vervolgens te gaan uitleggen, om dieper te gaan. In praatprogramma's, toelichtende interviews, reconstruc ties, noem maar op." "De uitdaging van televisie in Nederland (in Engeland is men veel verder), zowel landelijk als regionaal, is het medium een extra -intelligente- betekenis te geven. Verder in te zetten dan tot nu toe vaak gebeurt, meer te verklaren, meer uit te diepen. Het beeld is daarbij geen enkel probleem. Het gaat dus om de intentie waarmee tv gemaakt wordt en in die zin wijkt Zeeuwse tv niet af van Brabantse of landelijke. Je hanteert professionele normen je bent er dus niet om je bezig te houden met braderieën, volksdansen en dergelijke, want een denk fout zou zijn dat in de regio werken betekent dat ook de drempels erg omlaag moeten. Dat je je plotseling moet gaan bezig houden met alles wat om de hoek van de straat gebeurt. Je mag dat best af en toe doen, maar je moet midden in die provincie staan en tegelijkertijd een kritische afstand tot die provincie houden, vanuit een puur journalistieke benadering." Het televisienieuws, dus ook het Zeeuwse, moet vol gens de adjunct-hoofdredacteur van het NOS-journaal meer zijn dan een opsomming van de dingen van de dag. "Als je een nieuwsrubriek maakt dan pretendeer je dat je een compleet overzicht geeft van wat er vandaag is gebeurd, watje als redactie belangrijk vindt. Het is ook logisch datje na het NOS-journaal begint met je Zeeuw se nieuws. Maar je kunt méér doen. Juist als je weinig geld heb kun je wél je studio gebruiken voor gesprek ken over achtergrond en toelichting, dat is de goed koopste manier van werken. Je cameraploegen laten een aantal onderwerpen in beeld zien en daarna pikje er een thema uit datje gaat doorspreken. Voor televisie is het 't meest eenvoudig om een paar mensen in de studio te zetten en aan het woord te laten. Ik zou zeg gen: kies een onderwerp en val de mensen maar lastig. Die mogelijkheid heb je en op die manier kun je meteen al iets doen in de sfeer van achtergrond, toe-lichting en verdieping. Vanaf de eerste dag, ervan uitgaand dat het technisch in de studio zo kan, en als dat niét kan dan heb je een verkeerde studio gekozen. Je hoeft niet aan het misverstand te lijden dat televisie pas goed is als 8 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 10