alles met beeld is afgedekt. Beeld is namelijk ook ge woon mensen laten praten. NOVA doet dat ook met z'n debat, een regionale omroep kan dat ook. Dat is óók televisie. Als je zo vanaf het begint goed te werk gaat kun je dat later meer verfijnen met meer camera's, meer schakelingen, prachtige decors, computeranimaties en alles watje ooit nog verder kan bedenken." Volgens Laroes geldt er van meet af aan maar één criterium: is het interessant om naar te kijken? "Als je goed kunt interviewen en je hebt een aardige gespreks partner dan kun je als kijker best een kwartier lang ge boeid naar een gesprek kijken. Dat is inderdaad radio met een plaatje, maar dat plaatje laat wel zien met wie je te maken hebt, de wethouder of een vertegenwoordi ger van een organisatie, je kunt zien wie het is en hoe hij of zij zich gedraagt en of hij geloofwaardig is in wat hij zegt of juist niet. Dat is waardevol en dat is het voor deel van tv ten opzichte van de radio." Een eigen gezicht Hans Laroes vindt dat een televisieredactie moet uit gaan van de meerwaarde die het medium heeft ten op zichte van ander media. "Als je alléén maar het Zeeuwse ANP-nieuws bent, maar dan mét beeld, dan is dat te be perkt. Dat kun je als consument zeggen: dat zie ik mor gen wel in de PZC, dat heb ik al gehoord op de radio. Kijkers willen wel een zekere compleetheid krijgen, maar ze willen ook iets anders. Dat ze kunnen zeggen: wat aardig dat de redactie ervoor kiest om dat nieuws- verhaal eruit te pikken, om deze manier te behandelen en er iets aan toe te voegen. Datje ze als tv iets geeft dat ze bij een ander medium niet kunnen krijgen." Hij kan zich heel goed voorstellen dat in deze begin fase, waarin de organisatie nog moet worden opge bouwd, ervoor wordt gekozen om de Zeeuwse nieuws- agenda te volgen. "Dat geeft niets, maar het gaat erom watje daar naast doet. Wees maar eens eigenwijs in je keuze en werk die keuze uit zodat je de kijkers verrast met een bepaalde aanpak. Hoewel het dus verdedigbaar is datje heel voorzichtig aan het werk gaat - je moét op de zen der en je moet het waarmaken- moetje ook vanaf het begin laten zien waar je bestaansrecht ligt. Dat ligt niet in het uitzenden als zodanig, dat ligt in watje uitzendt. Een eigen gezicht dus, dat is iets anders dan een eigen opvatting. Dat wordt vaak met elkaar verward, zeker in Zeeland waar men nogal beducht is voor opiniërende journalistiek. Maar er is een groot verschil tussen het puur uitspreken van eigen meningen en het maken van pregnante en eigenwijze keuzes." Andere meningen De Zeeuwse samenleving zou volgens de adjunct-hoofd redacteur van het NOS-journaal wel iets meer gecon fronteerd kunnen worden met eigenwijze en eigenzin nige journalistiek. De Zeeuwse televisie als podium voor andere meningen? Wat Laroes betreft maar al te graag. "Als je als krant, radio of tv midden in de regio wilt staan, dan moetje dus ook hét medium zijn waar de discussie wordt gevoerd. Dat zul je soms moeten organiseren door middel van themadagen, discussie avonden. Je zult zelf op zoek moeten gaan naar andere opvattingen, ik vind dat dat moét." Dat stelt hoge eisen aan de makers, weet Laroes. "Vergelijkbaar met een Haags redacteur, die moet pre cies weten hoe Den Haag werkt maar moet voorkomen dat hij onderdeel wordt van het Haagse journalistieke complex. Dat geldt ook voor Zeeland. Je moet er als me dium dus middenin staan, maar er ook naast staan. Niet omdat je je er niets van aan wilt trekken, integendeel om van de zijkant er tegenaan te kijken en te kunnen zeggen: hoe gaat het en deugt het? Dat is de houding die je moet hebben. Je moet er heel veel van weten, je moet iedereen kennen, je moet de mechanismen ken nen, maar je moet niet onderdeel zijn van de me chanismen. Een zekere afstandelijkheid houden. De PZC staat bijvoorbeeld zo midden in Zeeland, dat de krant eigenlijk onderdeel is van het Zeeuwse bestuur, via commentaren en artikelen. Dat was zeker zo, dat is, nóg wel een beetje zo en dat is eigenlijk niet goed." Een onafhankelijke, journalisitieke rol ziet Laroes weg gelegd voor de Zeeuwse televisie. Het nieuwe medium in de regio zal daarmee een aanvullende functie krijgen, aanvullend op de andere media, óók op de eigen radio. "Alle media concurreren met elkaar, journalisten willen altijd het nieuws als eerste hebben, die concurrentie houd je toch. Maar die concurrentie is nooit het overbo dig maken van elkaar. Op landelijk gebied is het bijvoor beeld zo dat veel mensen het NOS-journaal als enige nieuwsbron gebruiken, dat vind ik jammer. Ideaal zou zijn dat nieuwsconsumenten zich wenden tot én serieu ze kranten én serieuze radio én serieuze televisie en uit dat geheel aan informatie hun beeld van de wereld maken." Politieke grootsheid De Zeeuwse politiek moet volgens hem óók een profes sionele, afstandelijke houding aannemen tegenover de regionale omroep. Zeker als er besloten moet worden over publieke financiering voor opnieuw een periode van vijfjaar. Laroes is er niet helemaal gerust op. "Een politicus deugt niet voor zijn taak als hij inhoudelijke oordelen over wat televisie of radio doet laat meespelen bij de vraag: hoe moet het met de financiering. Een poli ticus moet zo dapper zijn om te zeggen: ik geef u vol doende geld om professioneel te werk te gaan met als consequentie dat u kunt laten zien dat ik niet deug voor mijn vak of dat ik als politicus niet goed functioneer." Laroes spreekt van een soort grootsheid in het opere ren van de politiek, die er niet altijd is. "Het zou mij niet verbazen dat fracties tegen de regionale tv zouden gaan zijn op het moment dat die tv gelegenheid geeft aan an deren om bepaalde standpunten naar voren te brengen. Het is fataal als de provincie het idee heeft dat die om roep vooral gecreëerd is als extra pr-middel voor de provincie. Ik vind ook eigenlijk dat de provincie zich er Zeeuws Tijdschrift 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 11