De donderende draak en de Vlegel Duurzame ontwikkeling in Bhutan en Zeeland Boeddha, muurschildering in een kloosterte Ura, Bumtang (centraal Bhutan). Foto: C.M. Enthoven. Er bestaat een behoefte aan nieuwe vormen van samenwerking, op voet van gelijk heid, waarbij het maximaliseren van economische groei niet het enige doel is, maar waarbij het gaat om een evenwichtige verhouding tussen economische, sociale en ecologische aspecten. Een samenwerking waarbij rijke landen inzien en accepteren dat ontwikkelingslanden, die in het verleden als onderontwikkeld, achtergebleven of arm werden beschouwd, misschien rijker zijn, beter ontwikkeld of vooroplopen in individuele of sociale zin. Dit geldt zeker voor Bhutan en Zeeland. VICTOR ENTHOVEN Tijdens de VN-conferentie over Milieu en Ontwikkeling (UNCED) in 1992 in Rio de Janeiro riepen de regerings leiders op tot 'nieuwe vormen van samenwerking'. Daarop sloot Nederland in 1994 duurzame ontwikke lingsverdragen (DOV's) met Costa Rica, Benin en Bhu tan. Deze overeenkomsten bevatten afspraken tussen de vier landen om op een nieuwe manier samen te werken aan duurzame ontwikkeling. Op basis van een inten sieve dialoog, waarbij de principes van duurzaam-heid, wederkerigheid en gelijkwaardigheid een belangrijke rol spelen, kwam tussen deze landen een nieuwe sa menwerking tot stand. Fietsen vooreen cent Wie de eerste Zeeuw in Bhutan is geweest, zal voor al tijd wel een mysterie blijven. De Vlissinger Samuel van de Putte (1690-1745), zoon van vice-admiraal Carel van de Putte van de Zeeuwse Admiraliteit, is waarschijnlijk de eerste die er dicht in de buurt is geweest. Hij werd ook wel de Vlissingse mandarijn genoemd. Tussen 1726 en 1742 heeft hij Nepal, Tibet, China en Mongolië be zocht. Het is zeer waarschijnlijk dat hij toen van Bhutan Zeeuws Tijdschrift 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 21