Onder zijn regering is al een kwart van het land om gevormd tot natuurpark. Daarnaast heeft Bhutan wettelijk vastgesteld tweederde van het land voor altijd bebost te laten. Het behoud van bos is in Bhu tan meer dan het behoud van bomen. Het Boed dhisme is vervuld van ontzag voor al het leven. Alles wat de mens neemt van de natuur moet ook weer worden teruggegeven. Dat valt niet mee, want het land ligt ingebed tussen enkele van de meest overbe volkte, verpauperde en qua milieu meest verontreinigde gebieden ter wereld. Het land zelf heeft meer en meer last van een groeiende bevolkingsdruk. De landbouw, de belangrijkste bron van inkomsten, kan alleen in de valleien plaatsvin den. Maar twee procent van de totale oppervlakte van het land kan bebouwd worden. Daarnaast wordt er steeds meer hout gekapt voor huishoudelijk energieverbruik. Verwantschap met de PZC Bhutan heeft een sterke orale traditie. Nieuws is iets watje mondeling aan elkaar doorgeeft. Toen Kinley Dorji (36) in 1982 zijn studie journalistiek aan de Charles Sturt University in het Australische Bathurst afrondde, had hij dus een probleem. In Bhutan was nog nooit een krant verschenen. De enige journalis tieke uitdaging vormde een twee pagina's tellend bulletin dat door de overheid werd uitgegeven. In 1986 vond een aardverschuiving op mediagebied plaats. Op een zaterdagmorgen verscheen het eerste nummer van Kuensel, wat zoiets betekent als 'helder heid, verklaren'. De nationale krant van Bhutan ver schijnt eenmaal per week en in drie talen: Engels, de nationale taal Dzongakha en in het Nepali voor de Nepalese minderheid. De totale oplage van deze edi ties bedraagt 10.000, waarvan de Engelse met 6.000 exemplaren de grootste is. De feitelijke verspreiding is veel groter dan deze aantallen doen vermoeden. De abonnees wonen soms in de verste uithoeken van het land. Kleine busjes brengen de kranten naar de dorpjes en vandaar worden ze aan passanten ge geven die toevallig de goede kant opgaan. Elk exem plaar van Kuensel wordt door minstens tien personen gelezen. Dus lezen waarschijnlijk circa 100.000 men sen het blad. Kuensel bericht niet alleen over Bhutan. Er is ook een pagina met wereldnieuws en de regio Azië krijgt aparte aandacht. Tenslotte telt de krant twee literaire pagina's met verhalen en gedichten. In het voorjaar van 1997 bracht Kinley Dorji een bezoek aan de burelen van de Provinciale Zeeuwse Cou rant (PZC). Al eerder waren zijn twee mede-redacteu ren Tenzin Rigden en Tsewang Dhendup hem voor- geweest. Tot hun verbazing zagen de Bhutanese jour nalisten veel verwantschap tussen hun manier van journalistiek bedrijven en de werkwijze van het Zeeuwse dagblad. De reporters in Zeeland worden, net als de journalisten van Kuensel, op hun vingers gekeken door de lezers. Veelal schrijven ze over vrienden en bekenden. productieverhoging, streven de 22 boeren die in de Zeeuwse Vlegel samenwerken naar duurzame land bouwmethoden. Zo wordt de tarwe op windmolens gemalen, waaronder de korenmolen De Hoop te Wolphaartsdijk. Bhutan voelt zich verwant aan de Zeeuwse Vlegel, omdat deze boeren landbouwdoel einden nastreven zoals die in Bhutan nog bestaan. In september 1997 overhandigde landbouwminister Wangchuck een cheque van 100.000 dollar, bijna tweehonderdduizend gulden, aan de Zeeuwse Vlegel. Het geld is bestemd voor behoud van tarwerassen die met uitsterven worden bedreigd, maar belangrijk zijn voor duurzame landbouw. De donatie zal onder andere gebruikt worden voor onderzoek op de proefboerderij Rusthoeve in Colijnsplaat. De gift aan de Zeeuwse Vlegel heeft hier en daar verwondering gewekt. Zo hebben enkele Kamerleden hierover vragen gesteld. Zij vroegen zich af of het ontwikkelingsgeld niet beter in Bhutan zelf besteed zou kunnen worden. Zelfs minister Jan Pronk van Ontwikke lingssamenwerking moet even de wenkbrauwen hebben gefronst. "Dit kan een verkeerde indruk wekken", ant woordde de minister de Tweede Kamer. Hij kan het be sluit echter niet terugdraaien. Je zou bijna denken dat Pronk zijn eigen beleid niet meer begrijpt. In de DOV's die hij heeft opgesteld en ondertekend, vormen duur zaamheid, gelijkwaardigheid en wederkerigheid de uit gangspunten. Juist in de steun voor duurzame ontwik keling vanuit een derdewereldland als Bhutan aan het hoogontwikkelde Nederland, krijgen deze uitgangspun ten vorm. De discussie rondom deze vorm van 'omge keerde ontwikkelingshulp' heeft in ieder geval aan de nieuwe manieren van samenwerking tussen Nederland en ontwikkelingslanden inhoud gegeven. De samenwer king tussen Bhutan en de Zeeuwse Vlegel moet voor 'Den Haag'juist een duidelijk voorbeeld zijn van duur zame ontwikkeling. Literatuur: Reinout van den Bergh,Ton Homburg en Bas Vereecken, Living apart together. How cultures meet in a two-way street. Ontmoeting tussen vier culturen, (Breda, 1997) Frank Lequin en Albert Meijer, Samuel van de Putte, een mandarijn uitVlissingen (1690-1745), (Middelburg, 1989) Zeeuws Tijdschrift 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 23