Leo's werk. In een plaatselijke galerie gaan zijn schilderijen gemakkelijk over de toonbank, maar in het
werk dat ik gezien heb miste ik altijd het handschrift van een echte schilder.
Ik voel enige gêne omdat ik desondanks doorzet. "Ik wil alleen een aandenken", stel ik mezelf gerust.
Bij het opgegeven adres aangekomen bel ik aan in het pijnlijke besef dat het mijn eerste bezoek aan
Leo's huis is. De deur zwaait onmiddellijk open. Een oudere vrouw knikt me vriendelijk toe en draait
zich vervolgens meteen om. Het is stampvol in de kleine woning. Ik kijk neutraal om me heen. Als ik al
hebberig ben, dan mag niemand daar iets van merken. De schilderijen staan overal. Op de trap, tegen
de muren van gang en kamers en ook buiten. Op de eettafel in de huiskamer liggen stapels schetsen en
tekeningen.. L. heeft alle stijlen met wisselend sukses uitgeprobeerd, zie ik.. Veel mensen dragen al een
schilderij onder hun arm. Als ze het ook maar ophangen, vang ik op. De zoon van de overledene loopt
tevreden rond. Ik pak ergens een schilderij op, draag het een tijdje met me mee en zet het weer weg.
Dat overkomt me enkele keren tot ik begrijp dat ik onmogelijk kan kiezen. Wat heb ik aan een willekeu
rig schilderij? Ik vlucht de tuin in.
Tegen de buitenmuur van het huis, maar ook tegen schuurtjes, vogelhokken, broeikassen en droogpa-
len staan schilderijen. De tuin ziet er uit alsof er een wonderbaarlijke vermenigvuldiging heeft plaats
gevonden.
"Op het laatst schilderde hij alleen nog maar abstract," begint een vrouw van middelbare leeftijd een
gesprek Ik knik. "Hij heeft niet stilgezeten," antwoord ik banaal en schuifel verder. Op alle schilderijen
zijn stickers met nummers geplakt. Ik ben inmiddels bij de grote getallen aangekomen. Achter een
verwaarloosde broeikas schemeren de laat
ste werken. Ik trek voorzichtig iets te voor
schijn. Een stuk beschilderd hardboard
zonder lijst. Het werk ziet er zo simpel uit
dat ik het in een eerste impuls terug wil
zetten. Een groen vlak omgeven door een
soort grijze omlijsting tegen een rode ach
tergrond, ruw en bijna onverschillig ge
schilderd. Had L. dit werk niet afgemaakt
of was dit het resultaat van een geslaagde
schilders-eindspurt?
In ieder geval kan ik geen afstand meer van
het schilderij doen. Dat moet van mijn ge
zicht af te lezen zijn, want onmiddellijk komen verschillende bezoekers op me af. Een oude man met
een geel, benig gezicht buigt zich over het stuk hardboard en kijkt me vervolgens streng aan: "Je hebt
het mooiste werk uitgekozen," zegt hij met holle stem. Ik knik. Daar ben ik intussen ook van overtuigd.
Ik staar nog een tijdje naar het schilderij. Is hier eigenlijk niet een soort abstracte urn afgebeeld? Dit
kale, lege werk moet met de dood te maken hebben. Nu de dwang om een keuze te moeten maken van
me afgevallen is, raak ik hier en daar aan de praat met familieleden of kennissen van de overledene. De
meeste vragen me of ik ook schilder, maar ik antwoord steeds naar waarheid dat ik alleen maar jaloers
ben op schilders.
Na een half uurtje besluit ik te vertrekken. Ik bedank de zoon van Leo en verlaat met het stoffige stuk
hardboard onder mijn arm de woning. Ik zou het werk nog niet voor een Mondriaan willen ruilen,
bedenk ik. In ieder geval niet vandaag.
Foto: Johan Klein
24 Zeeuws Tijdschrift