1854 in voor een baan op een tekenbureau. Daar leerde
hij etsen, maar dat was niet voldoende om hem in
Amerika te houden. In september 1855 vertrok hij naar
Parijs, de Verenigde Staten voorgoed achter zich latend.
Hij schreef zich in aan het atelier van Gleyre, volgde les
sen aan de École Impériale et Spéciale de Dessin, werd
door Fantin-Latour geïntroduceerd in de avant-garde
kring rond Gustave Courbet, de voorman der realisten,
slurpte alles in zich op en ging uiteindelijk zijn eigen
weg.
In 1857 bezocht hij de tentoonstelling Art Treasures
in Manchester waar hij een levenslange bewondering
voor Vélazquez en de Nederlandse meesters opdeed.
Whistiers liefde voor Rembrandt was ontstaan bij het
bestuderen van de collectie van zijn zwager; zij werd
versterkt door de Franse verzamelaar Théophile Thoré
die over Vermeer en Rembrandt publiceerde. Whistiers
French Set; Twelve Etchings from Nature die tijdens een
(door geldgebrek afgebroken) etsreis richting Nederland
was ontstaan en aan Haden werd opgedragen, ontlokte
Degas later de opmerking: 'Toen wij pas begonnen, Fan
tin, Whistier en ik, volgden wij dezelfde route: de weg
naar Nederland'. De Set had zoveel succes in Engeland,
dat Whistier besloot naar Londen te verhuizen. Daar be
gon hij aan Sixteen Etchings of the Thames, een reeks et-
J. McNeill Whistler,
Arrangement in Yellow and Grey:
Effie Deans, olieverf, 1876/1878.
sen van 'werkvolk' die in 1871 zou worden gepubliceerd
en zijn naam als meesteretser vestigde.
Intussen trad Whistier ook met olieverfschilderingen
naar buiten. Prachtige werken als At the Piano (1859),
Symphony in White, No 1: The White Girl(1862), Roseand
Silver: La Princesse du Pays de la Porcelaine 1864) en
Arrangement in Grey and Black: Portrait of the Painter's
Mother)1871) ontstonden. Van Rembrandt lijkt Whistier
daar via de Prerafaëlieten en het Japonisme naar de
zeventiende eeuwse Nederlandse meesters te zijn te
ruggekeerd.
Voor The White Girl had de roodharige Ierse Joanna
Hiffernan, Whistiers toenmalige geliefde, model ge
staan. Een vleugje Vélazquez, de melancholie en het es
theticisme van Rossetti, maar volgens Whistler l'art pour
l'arten geen verhaal: 'My painting simply represents a
girl dressed in white, standing in front of a white cur
tain.' De prachtige verwerking van het wit doet ook aan
Toorop denken, die zich eveneens door Courbet had la
ten leiden, Whistier persoonlijk kende en evenzeer als
deze de 'vrijheid' die het impressionisme bood heeft
uitgebuit.
Whistiers Arrangement in Yellow and Grey: Effie Deans
(1876/1878; gebaseerd op de romanfiguur van Walter
Scott) is het enige olieverfschilderij van Whistier dat
zich in een Nederlandse openbare collectie (het Rijks
museum) bevindt. Voor Effie Deans stond de jonge
Maud Franklin model, de nieuwe geliefde van de schil
der die hem (ten minste) twee dochters schonk. Whist-
leriaanse nuanceringen van grijstinten geven het werk
een subtiele harmonieuze kracht; de eenvoud ervan
mist zijn uitwerking niet.
De veelzijdige kunstenaar en vakman ging zich even
eens toeleggen op tekeningen in krijt en pastel, aquarel
len en litho's. Daarnaast aanvaardde hij opdrachten voor
illustratie- en decoratiewerk in de hoop er zijn 'ruime'
levensstijl mee te kunnen betalen.
Toen de in 1877 tentoongestelde schildering Nocturne in
Black and Gold: The Falling Rocket (1875) door de gezag
hebbende kunstkenner John Ruskin werd afgekraakt als
'een pot verf die Whistier het publiek in het gezicht
zou hebben gesmeten, begon de schilder een proces
wegens smaad dat hij weliswaar won maar dat wegens
de kosten ervan (de rechter bepaalde dat die gedeeld
moesten worden) zijn faillissement betekende.
Hij week uit naar Venetië dat hem, aldus Heijbroek en
MacDonald, tot enkele van zijn mooiste werken inspi
reerde en tot een nieuwe richting in zijn oeuvre bracht.
Veertien maanden later keerde hij naar Engeland terug,
met vijftig etsen en bovendien honderd pastels die vol
gens de kunstenaar zelf volstrekt nieuw waren en een
stralend uiterlijk hadden dat sterk van de gebruikelijke
aquarel verschilde. Hij exposeerde ze 'ingelijst in drie
schakeringen goud, in vertrekken die waren gedeco
reerd in Venetiaans rood en groen, met gouden kraallijs-
ten'. Deze expositie bewerkstelligde Whistiers terug
keer in de Londense kunstwereld.
Zijn positie in Engeland bleef evenwel moeilijk. Rond
de jaren negentig was hij in heel Europa en Amerika een
gevierd kunstenaar. In het Verenigd Koninkrijk leek hij
in die jaren vooral naam te hebben gemaakt als een
26 Zeeuws Tijdschrift