natuurlijk ook tv komen, want het gaat in Hilversum im mers altijd over de Randstad en nooit over ons gebied. Er is daar een sterker regiogevoel ener wordt dus meer belang gehecht aan de eigen media in het gebied." Draagvlak Het draagvlak van de regionale omroep in Zeeland? 'Er zijn twee soorten draagvlak. Het eerste lees je in cijfers: hoeveel mensen er luisteren. In dat opzicht heeft Zee land een behoorlijk draagvlak opgebouwd. Het heeft een behoorlijk aantal luisteraars ook al bestaat de om roep nog betrekkelijk kort,vergeleken met andere regionalen. Het is niet top van Nederland, maar Zeeland scoort als een gemiddelde regionale omroep." Het tweede is het maatschappelijk draagvlak en dat is voor de start van televisie heel belangrijk volgens Groenendijk. "Wat merkje ervan om je heen? Hoe leeft het, hoe wordt het beleefd, wat is het imago van het station, wordt er over gepraat, staat het aan in winkels? Dat is hier in Rotterdam heel sterk. Radio Rijnmond heeft veel meer draagvlak dan ik uit de cijfers kan lezen. Dat kan ik bij Omroep Zeeland minder beoordelen. In Friesland en Groningen zag je het effect van dat draagvlak ook direct bij de start van televisie. Daar werd onmiddelijk hoog gescoord omdat een groot deel van het publiek de automatische associatie maakte met de eigen radio. Er is een hele directe relatie tussen de radio en de televisie van de regio. Dat zou in Zeeland ook zo moeten kunnen zijn." Hij constateert evenwel dat er van buiten blijkbaar anders wordt aangekeken tegen Zeeland dan de Zeeu wen zelf doen. "Wij zijn geneigd om te zeggen: het is een ideale provincie voor radio en ook voor televisie want de eigenheid is erg groot, terwijl ik me altijd heb laten uitleggen door Zeeuwen dat er grote onderlinge verschillen zijn. Dat er niet zo'n eenheid is als wij van buiten wel denken. Ook bij radio hadden wij vooraf ge zegd: dat moet enorm aanslaan, net zoals in Friesland, Groningen en Drenthe. Maar dat niveau heeft Zeeland niet bereikt." Hoe dat komt weet hij ook niet. "Het kan met de aard en samenstelling van de bevolking te ma ken hebben, in hoeverre er onderlinge verwantschap wordt gevoeld, of met concurrentiepositie, of met de programmering, hoewel ik dat als buitenstaander moei lijk kan beoordelen. Als ik Zeeland binnenrijd en 'ik hoor een lange reportage van een kwartier over een verenigingsvergadering van de avond ervoor, dan denk ik wél: bij Radio Rijnmond zou dit killing zijn. Zouden wij nooit doen. Maar in Zeeland kan het waarschijnlijk heel goed." Hét medium De radio heeft in de regio de basis gelegd voor televisie Met de radio is het draagvlak gecreëerd en door de ra dio is het besef ontstaan dat zo'n regionaal medium waardevol is. Maar omdat bij de informatievoorziening de radio, en ook de krant, steeds meer achter gaat lopen op de televisie moester volgens Ben Groenendijk gewoon ook regionale televisie komen. "Televisie heeft weliswaar steeds meer een amusementskarakter maar is wel degelijk medium nummer één bij de consumptie van informatie. Daar stemmen mensen op af. Bij al die kanalen waar mensen tegenwoordig uit kunnen kiezen ontbrak de regio, dan kón gewoon niet. De boodschap was nogal gemakkelijk over te brengen: we hebben wel een eigen radio en een regionaal dagblad(en), maar hét medium ontbreekt. Dat is een doorslagggevend argu ment geweest -ook bij mij- maar zeker ook in de over wegingen van politiek en bestuur." Vervolgens is de vraag: kan regionale televisie ook die doorslaggevende rol vervullen, zoals radio dat heeft gedaan? "Ik denk het niet, ik denk dat het een andere functie gaat krijgen. Regionale televisie is het medium van de dagelijkse round-up. Daarmee kun je op een be paald moment tegen de Zeeuwen zeggen: vandaag was er dit aan de hand en daar hebben we de volgende beel den bij. En dat kun je dan ook nog een paar keer herha len. En dat is het dan. Je bent altijd wat later dan de ra dio, je kunt niet binnen tien minuten het nieuws bren gen en je kunt niet overal bij zijn. Televisie is trager en ook omslachtiger." De televisietechniek op zich ontwik kelt zich weliswaar heel snel -wordt compacter en draagbaarder- waardoor tv als medium de radio aan het inhalen is, maar voor regiotelevisie biedt dat volgens Groenendijk voorlopig geen soelaas. "Het vergt namelijk grote investeringen en brengt bij live-uitzendingen zul ke hoge (verbindings)kosten met zich mee dat regiotv met een budget van zo'n vijf miljoen gulden per jaar daar nog lang niet aan toe is. Het is echt ook een kwes tie van centen. In het algemeen kan tv al wel die functie vervullen, maar regio-tv heeft nog een behoorlijke ach terstand op radio." Dat zal in Zeeland nog iets sterker zijn dan in andere provincies voorspelt hij, want de Zeeuwse televisie is voor het grootste deel afhankelijk van publieke financiering en die ligt voor de komende vijfjaar vast. "De dynamiek zit hem in de reclame inkomsten en die komen er wel, maar dan vooral in Brabant, Gelderland en de Randstad, in Zeeland maar beperkt." Radio met plaatjes Verregaande samenwerking tussen de redacties van te levisie en radio, waar ook Omroep Zeeland voor geko zen heeft, is volgens hem vanuit het oogpunt van effi ciency en financiën zeer verstandig. Een noodzakelijke bundeling van krachten, noemt hij het. "Natuurlijk is er een groot verschil tussen de twee disciplines. Maar de basis is hetzelfde: zowel bij radio als televisie ben je bezig met het overbrengen van infor matie en dat doe je door middel van journalistieke technieken. In principe moetje zeggen: mensen die ra dio kunnen maken zouden ook televisie moeten kunnen maken. Alleen: ze moeten anders denken, in andere productiemethoden, in beelden. Ze moeten ook meer geduld hebben en niet denken dat het allemaal even snel gedaan kan worden. Het is een heel andere werk- 6 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 8