De loods wordt duur betaald Soms kun je er geen touw aan vastknopen. Vooral de situatie in het Midden-Oosten heeft veel invloed op de oliemarkt. Als Sadam Hoessein z'n pet verkeerd heeft staan, kunnen de prijzen omhoog schieten. Bij wijze van spreken dan. Dat gebeurde merkwaardigerwijze ook, toen de VN tijdens dat laatste conflict met Irak ferme taal in een resolutie lieten horen. Dat verwacht je toch niet? Ik moet in mijn prijsberekeningen steeds afwegingen ma ken. Wat ga ik doen? Wat is verantwoord? Wat kan ik verwachten? Wat gebeurt er op dit moment in de we reld en wat laten de beurzen zien? Meestal gok ik goed, maar soms zit ik er ook finaal naast. Of het niet makkelijker zou zijn, als ik op vast contract zou werken?" Even een nadenkende blik en dan een resoluut schudden met het hoofd. "Dat ligt me niet, want dan ben ik dat speculatieve ook kwijt. En eerlijk is eerlijk....dat geeft nou net de kick". De oliehandel is bij het grote publiek niet echt po pulair, hoewel deze bedrijfstak - zo werd op een verga dering van de branchevereniging gezegd - maar liefst 25?o van het bruto nationaal produkt genereert. Olie wordt vaak geassocieerd met milieu, vervuiling, het grote geld en fraude. Daar kan Fenny Buijsse uit ervaring over meepraten. "Een paar jaar geleden kregen we hier in het bedrijf een onverwachte inval van de FIOD. Een legertje van 52 man kwam hier binnenvallen. We werden verdacht van fraude en valsheid in geschrifte. Nou, dat doetje wel wat. Vooral omdat die inval helemaal niet nodig was geweest, want er was niets aan de hand. Nu, vijfjaar en talrijke verhoren verder, is het Openbaar Ministerie in hoger beroep niet ontvankelijk verklaard. Nu zijn we bezig met een schadeclaim, maar die hele affaire heeft met name mijn vader behoorlijk onderuit gehaald. Hij heeft zich teruggetrokken uit de zaak." Gelukkig had Fenny toen al zoveel ervaring binnen het bedrijf opgebouwd, dat vader Hamelink met een gerust hart het roer aan zijn dochter kon overdragen. "Ik ben in het diepe gegooid, toen ik 16 was", ver telt Fenny, "mijn ouders gingen sinds lange tijd weer eens twee weken op vakantie en ze vroegen of ik in die tijd de zaak draaiende wilde houden. Ik heb 'ja' gezegd. Maar ik wist van voren niet, dat ik van achteren leefde. Wat een hectische tijd was dat. Al met al heeft mijn vader tijdens mijn inwerkperiode voor een goede leerschool gezorgd: hij liet me alles zelf uitzoeken en administratief verwerken. Soms verdween hij spoorloos voor een paar uur en dan moest ik me maar zien te redden! Maar ik kreeg er steeds meer handigheid in en ik trok steeds meer werk naar me toe. Toen mijn vader zich terugtrok uit de zaak hoefde ik alleen maar de weg te volgen, die ik al was ingeslagen. Inhoudelijk veranderde er niet zoveel." "Wat de toekomst betreft, moet ik m'n oren en ogen open houden, flexibel blijven en met de tijd mee gaan. Zo zie ik voor de haven van Terneuzen best wel groeimogelijkheden. De haven is in ontwikkeling nogal achter gebleven, helaas. Een eerste aanzet tot nieuwe activiteiten wordt nu gegeven door de bouw van een containerkaai van 900 meter ten westen van Dow. Het wordt tijd, dat er eens wat buitendijkse havenactiviteiten op stapel wor den gezet. Nu speelt alles zich binnen de sluizen af en dat werkt remmend. We moeten hier in het Scheldegebied onze sterke kanten ook wat meer profileren. We beschikken over een goedkoop bunkergebied. Als we meer schepen voor 'bunkers only' het Schel degebied op kunnen krijgen, kan dit een hoop meer ak- tiviteit betekenen, omdat er dan wellicht ook smeer middelen, water, en reserve-onderdelen aan boord wor den genomen. Daar kan iedereen van meeprofiteren. Maar dan moet toch echt het loodsengeld omlaag. Niet te geloven, wat schepen moeten betalen om een loods aan boord te krijgen. Dat wordt berekend op meters diepgang van het te loodsen schip. Dat kan voor grote schepen oplopen tot bijna 30.000 gulden. Alle voor delen van dit gebied worden daarmee teniet gedaan. En dat is meer dan jammer!" Foto's: Fotodesign Huib de Jonge. 28 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 30