Het gevecht van Ita en zijn vloot. respectievelijk 107 en 130 opvarenden zich over de "Nossa Senhora de los Remedios" ontfermd. Ook het grootste Zeeuwse schip de "Walcheren" met 160 sche pelingen kwam langszij van dit galjoen, waarna de ma trozen van beide schepen het Spaanse schip konden be klimmen. Daarna was er sprake van een gevecht van man tegen man, wat aan 300 van de in totaal 600 Spaanse opvarenden het leven kostte; velen sprongen over boord en verdronken. Aan boord van de Zeeuwse schepen sneuvelden slechts 13 opvarenden en raakten een 50-tal gewond. De opvarenden van de "St.Jago" vluchtten en de lading van dit galjoen kon door de Zeeuwen voor een groot gedeelte worden geborgen, waarna zehet schip in brand staken. Op 3 augustus werd besloten om met het Spaanse admiraalsschip op sleeptouw richting Florida te vertrek ken. Er was haast geboden, want de zogenaamde Terra- Firmavioot uit Panama zou ieder moment kunnen opda gen. Die confrontatie wenste men, gehavend als de vloot inmiddels was, te vermijden. Archivo General de Indias In een in 1934 gepubliceerde vertaling van enkele docu menten uit het Archivo General de Indias te Sevilla, is de Spaanse lezing over dit gevecht op 1 augustus 1628 met de vloot van Ita uitvoerig vermeld.6 Eén van de do cumenten bleek namelijk een attest te zijn van de chi rurgijn, Juan Baptista van de "Nossa Senhora de los Remedios". Hierin verklaart hij onder ede dat zijn com mandant, Don Alvaro de la Cerda, zich tijdens het ge vecht met de Nederlandse schepen, waarbij van 's mor gens tot 's avonds gevochten werd, ondanks zijn zware verwondingen het goede voorbeeld had gegeven. Hij had enige maanden medische behandeling nodig gehad om van zijn kwetsuren te herstellen. Duidelijk is dat Alvaro bewijzen had verzameld om zijn moedig gedrag aan te tonen. Deze gebruikte hij la ter met succes in Spanje om zich te zuiveren van alle beschuldigingen die tegen hem werden ingebracht, waaronder het verlies van de kostbare galjoenen met lading die onder zijn bevel stonden. Hij heeft zo kun nen aantonen dat hij zich van zijn taak had gekweten. Dit alles in scherpe tegenstelling tot het gedrag van ad miraal Benavides, de commandant van de Zilvervloot die enkele weken later zonder slag of stoot door Piet Fleyn werd veroverd in de baai van Matanzas. Benavides eindigde driejaar later op het schavot in Sevilla. De Spanjaarden hebben nadat Ita met zijn geha vende vloot de Kraalzee had verlaten de fatale denkfout gemaakt te veronderstellen dat alle Nederlandse sche pen hun zeegebied hadden verlaten. De vloot van Fleyn echter, die bestond uit wel 19 schepen en 11 jachten met in totaal 689 stukken geschut en 4000 opvarenden, arriveerde kort erna op het bekende rendez-vous nabij Kaap San Antonio. Ongetwijfeld hebben Heyn en Ita van eikaars aanwezigheid in hetzelfde zeegebied geweten. Hun schepen waren immers, om geen argwaan te wek ken, niet gelijktijdig uit de diverse havens van de Repu bliek onder zeil gegaan. De overwinning van Piet Heyn is door menig geschiedschrijver in detail beschreven. Over hoe klein zijn naam was en hoe groot zijn daden, wordt nog altijd te pas en te onpas gezongen en dit wei Zeeuws Tijdschrift 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 37