voornamelijk als onze nationale gevoelens sterk op lopen. Dit lied stamt echter uit de eerste helft van de 19de eeuw. Het moest toen, evenals het "Ferme jongen, stoere knapen" en "Wien Neerlands bloed door de ade ren vloeit", ter bestrijding van de heersende Jan Salie- geest dienen. Heyn dankt de prolongatie van zijn roem voornamelijk aan dit rijmdicht. Hiervan is zelfs een rap sodie gecomponeerd. Maar ook aan zijn praalgraf in de kerk in Delft en natuurlijk ook aan de Koninklijke Ma rine die in de loop der jaren vele oorlogsbodems naar hem vernoemde. De Zeeuwse admiraal Pieter Adriaansz. Ita is die eer nimmer te beurt gevallen. Zelfs de naam ita ontbreekt in het Admiralenboek, dat in 1992 onder auspiciën van de Koninklijke Marine is versche nen. Ook in de Zeeuwse Encyclopedie zal men zijn naam tevergeefs zoeken. Toch is in Zeeuwse geschriften enkele malen de met de wapens bevochten overwinning van ita in 1628 ge memoreerd.7 Ook in de Zeeuwse Volksalmanak van 1841 staat vermeld: "Als volgenden held noemen we Pieter Adriaanz. Ita, mede te Vlissingen geboren." De buit van ita was aanmerkelijk groter dan men gewend was; na melijk ongeveer 1,2 miljoen. Behalve twee Honduras- galjoenen, had hij op zijn tocht nog een aantal kleinere schepen overmeesterd. De waarde van de buit van Heyn was echter ongeveer 10 maal hoger, dan die van lta's mini-zilvervloot. De identificatie van het schilderij van Abraham de Vei'wer Hoe belangrijk de verovering van de Spaanse galjoenen door Ita nabij Havanna in 1628 was, werd hierboven al verteld. Belangrijk ook omdat, voor de dan nog zo jonge Compagnie, het aantasten van de Spaanse vijand èèn van de belangrijkste doelstellingen was. Rijke buit werd thuis gevaren en de opbrengst van meer dan één miljoen was reden voor enig vertoon zoals een feeste lijke ontvangst op de Rede van Vlissingen. Tevens was het de gewoonte een vreugdevolle gebeurtenis in beeld te brengen door het laten maken van een kopergravure of schilderij. Vaak gaven personen die direct bij deze gebeurtenis betrokken waren geweest daartoe opdracht.8 Uit de re soluties van de Kamer Zeeland wordt duidelijk dat het merendeel van de Zeeuwse schepen van de vloot op 2 oktober 1628 op de Rede van Vlissingen aankwam en al op 10 oktober Pieter Adriaansz. Ita in gezelschap van Geleyn van Stapels, kapitein op de "Fortuyn" en de an dere kapiteins van de schepen zich bij de bewindheb bers meldden.9 Ook wordt aan de Zeeuwse bewindheb bers Pieter Meunix en Jean van de Poorte verzocht om tezamen met de bevelhebbers een verslag te maken van de reis en dat "alles wel ende naer waerheijt werde in plate gesneden ende so in druck laten uijtgaen met een cleijn verhael daeronder".10 Tevens werden Ita en zijn kapiteins door de Staten Generaal ontvangen. Genoemde bewindhebbers lieten door Daniel van Brem den (de maker) en Cornelis Visser (de uitgever) een fraaie kopergravure in druk verschijnen, waarmee in beeld en tekst het gevecht van ita en zijn vloot werd vereeuwigd. Een afdruk hiervan bevindt zich in het Ma ritiem Museum Prins Hendrik te Rotterdam." Ook het Rijksprentenkabinet te Amsterdam bezit een andere gravure van "twee aaneen behorende platen" zonder naam met tekst die "heel gedienstig geoffert was aan Den Edelen Heren Bewindhebberen en Hooftparticipan- ten der Geoctroyeerde Westlndische Compagnie", met daarbij het adres van een zekere Hessel Gerritsz. Er be vindt zich daar nog een derde gravure zonder naam over dit onderwerp, die ook afgedrukt staat in de levensbeschrijving van Frederik Hendrik door Comme- lyn.12 Een vierde gravure is te zien in het Museum Prins Hendrik te Rotterdam en wordt hierbij afgebeeld.13 On danks de zo vele malen grotere en aanzienlijke buit van Heyn zijn er nauwelijks gravures bekend van de verove ring van zijn Zilvervloot. Genoemde kopergravures die in detail de zeeslag nabij Havanna in beeld brengen tonen ons de positie van de schepen van Ita en de Hondurasvaarders. Niet alleen is de grootte van de schepen goed aangegeven, maar is ook op de spiegel van de "Fortuyn" de afbeel ding van Vrouwe Fortuna duidelijk zichtbaar. Diezelfde afbeelding vinden we ook weer terug op de spiegel van het schip dat het middelpunt vormt op het schilderij van De Verwer. Een schip dat ook is voorzien van 20 ka nonnen zoals dat door De Laet werd vermeld in zijn Yaerlijck Verhael." Talrijk zijn de schepen die in de eerste helft van de 17de eeuw "Fortuyn", "Fortuna" of ook wel "Vrouwe Fortuna" werden genoemd. Schepen die voeren voor de VOC alsook de WIC, maar die echter niet in de eerste helft van de 17de eeuw in de Scheldemonding zijn ge signaleerd en voldeden aan de omvang en bewapening van het schip van Geleyn van Stapels de "Fortuyn".15 Het fregatschip de "Fortuyn Over de typologie van de schepen uit die jaren is al veel geschreven. Het is echter niet moeilijk om de "Fortuyn" een fregatschip te noemen. Een type schip dat in die jaren veel gebouwd werd en talrijk zijn de afbeeldingen van een soortgelijke driemaster; de Westindiëvaarder bij uitstek. De fokke- en grotemast met razeilen ge tuigd en de bazaansmast met een langsscheeps zeil. Op de achtergrond nog een ander fregatschip behorende tot de vloot en kennelijk het vice-admiraalschip. De Verwer heeft echter duidelijk aan willen geven dat we hier met Zeeuwse schepen te maken hebben. Schepen met de Zeeuwse vlag in top; de vlag met het Wapen van Zeeland welke voornamelijk door oorlogs schepen werd gevoerd. Hoewel de vloot van Ita door de Westindische Com pagnie werd uitgezonden, werden de schepen veelal door de Admiraliteit van kanonnen voorzien. Door het tonen van een groen vlaggetje op de boegspriet van de "Fortuyn" wordt dit nauwe contact met de Admiraliteit van Zeeland nog eens benadrukt.16 De WIC-vlag zien we, in tegenstelling tot de VOC, zel den waaien aan boord van de zeegaande schepen van 36 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1997 | | pagina 38