of over een huwelijk. Soms werden er wel eens koppen
gesneld, het ging heel ver en daar wilden ze op een ge
geven moment van af. Toen zijn er afspraken gemaakt
tussen kampongs dat zulke gruwelijke dingen nooit
meer zullen gebeuren. Er is een soort bloedverband
gesloten, want Molukkers voelen zich toch op een be
paalde manier één.' Het wordt nu nóg overgedragen van
ouders op kinderen. Pelaschap heet het. Een vorm van
verwachtschap die verder reikt dan de eigen kring en
uitgaat van het respect dat mensen voor elkaar moeten
hebben. Het vindt ook zijn weerslag in de oude teksten
van de liedjes. Net zoals bijgeloof trouwens.
Molukkers zijn, hoewel christelijk, óók erg bijgelo
vig. 'Wij geloven veel in geesten, in doden die weieens
terug zouden kunnen komen op een bepaalde manier.
Daardoor kent onze cultuur ook veel legendes.' Zoals
het lied Batu badaun. Een legende over een moeder die
na een zwaar leven vol zorgen en lijden wordt opge
nomen door een steen en zo wordt verlost. Haar kinde
ren blijven achter en beseffen nu pas de waarde van de
moeder.
De tweede generatie
De legendes, verwoordt in liedteksten kwamen na de
onafhankelijkheid van het toenmalige Nederlands-Indië
ook naar Zeeland, mét de eerste generatie Molukkers,
die als militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch
Leger (KNIL) hadden gevochten voor Koningin en Vader
land. Tijdelijk zoals het toen heette, in afwachting van
terugkeer naar de hen toegezegde eigen staat.
Het vervolg van het verhaal is bekend: het ideaal van
de RepublikMaluku Selatan (RMS) -de Vrije Republiek
Zuid-Molukken- is langzaam maar zeker een illusie ge
worden.
Met alle pijn en woede van dien, die in de jaren ze
ventig nog leidde tot militante strijd in de vorm van
treinkapingen en een gijzeling. De tweede generatie,
geboren in de jaren zestig en zeventig, groeide op in
een andere tijd. Bij hun is het besef door gedrongen dat
ze hier -in Zeeland- hun bestaan zullen opbouwen. 'Wij
zijn hier opgegroeid, helemaal in de westerse cultuur.
Toen we klein waren was 25 april, RMS-dag, nog een be
langrijke feestdag. Dat is allemaal veel minder gewor
den. Het ideaal van een Vrije Republiek Zuid-Molukken
zal nooit kunnen worden bereikt met vechten. Het zit
nog steeds in ons hart, we zullen het ook nooit verge
ten, maar wij proberen er op een andere manier uiting
aan te geven: met muziek.'
Molukse Zeeuwen
In hun doen en laten op het werk en in de maatschappij
zijn ze naar eigen zeggen vaak gewone Zeeuwse jongens.
Maar Dick Wattimena, gitarist Benno Titiheru en basgi-
tarist Giovanni Patty blijven ook altijd Moluks, niet al
leen in hun uiterlijk, ook in hun hart.
In hun eigen gezinnen speelt de Molukse cultuur en
hun eigen taal nog steeds een belangrijke rol. 'Als ik mu
ziek maak komt de binnenkant heel sterk naar buiten:
dan ben ik een échte Molukker,' zegt Dick. Hij zingt ook
liever in zijn eigen taal, dan in het Engels. 'Dan gaat het
niet diep genoeg. Ik zing het, maar het komt niet echt
van binnenuit. Dat is heel anders bij een Molukse tekst:
elk woord dat ik zing, komt uit mijn hart, dan wéét ik
wat ik zing en dan voél ik dat ook. Ik kan me er in inle
ven, ik weet waarover het gaat, ik kan het me inbeel
den.' Nederlands en Engels als de talen van het verstand,
Maleis als de taal van het hart.
Calua heeft bewust gekozen voor een hedendaagse
vertolking van de traditionele liedjes, in plaats van
nieuwe liedjes (songs) in het Maleis te maken. 'Die tek
sten zijn op een bepaalde manier heilig', aldus Dick
Wattimena. 'Ze zijn zo goed gemaakt, ze zijn gewoon
Nusaniwé
Nusaniwé de Kaap van Ambon)
Nusaniwé Nusaniwé dan
Tandjung Alang sioh
waktu beta, waktu beta
dari Ambon sioh
ombak pukul, ombak pukul
di badan kapal sioh
had beta, hati beta
sioh takaruang
Nusaniwé Nusaniwé en
Tandjung (kaap) Alang, ach
toen ik wegvoer
vanuit arnbon oh
en de golven
tegen de romp van het schip sloegen
ach m'n hart, m'n binnenste
was totaal van streek...
Ombak putih putih
ombak datang dari laut
kipas lenso putih
tanah Ambon sudah djauh...
Kijkend naar de witte golven
die vanuit de zee aan komen rollen
wuif ik m'n witte zakdoek
als afscheid van Ambon dat al ver weg is.
32 Zeeuws Tijdschrift