Gruwelen van het onderwijs Alleen al het noemen van haar naam geeft me een gevoel van warmte: zuster Leontine. Een non, die zich op de kleuterschool aan de Wijngaardstraat met veel liefde over de kleuters ontfermde en ook mij onder haar hoede nam. Zij maakte mijn eerste onderwijservaring tot iets spe ciaals. Liefde voor de leerling is het voornaamste instru ment dat een onderwijsgevende heeft. Maar hoe ver schillend was daarna de lagere school, met als hoofd zuster Clara. In de laagste klassen heersten burger- onderwijzeressen. Er mocht niet worden gepraat en ze knepen mijn arm bont en blauw, tot bloedens toe, omdat ik linkshandig was en rechts niet netjes schreef. Ik herinner me uit de eerste klas, dat ik een half uur lang met twee vingers omhoog zat omdat ik een "grote boodschap" moest doen. Toen ik einde lijk naar de w.c. mocht, was het te laat. Veel leuker was de tijd na school. In de vijfde en de zesde klas van de lagere school groeide mijn inte resse voor de natuur. Ik haalde kranten op, bezorgde boeken en zaagde met mijn vader hout voor de ka chel om aan geld te komen om natuurboeken te kun nen kopen. Ook geschiedenis interesseerde me hevig. Op de duur had ik een aardig bibliotheekje bij elkaar gesprok keld. Vaak trok ik met een klasgenoot zelf de polder in. Ik bad een modelleerling kunnen zijn, als ik op en modelschool had gezeten. Maar dat was de Mariusschool allesbehalve. Tegenwoordig zie je op de basisschool kinderen zit ten werken en door elkaar lopen. In de open klaslo kalen hangen overal kleurige dingen, die ze zelf heb ben gemaakt. De onderwijzers heten meesterjos en juffrouw Truus. Hoe anders was dat in mijn tijd. De laatste tweeëneenhalf jaar van de lagere school had ik een en dezelfde onderwijzer van een soort, die nu niet meer bestaat. Mijnheer Kinne zal ik hem hier maar noemen. Mijnheer Kinne eiste absolute gehoorzaamheid en rust. Hij leed aan onverwachte woede-aanvallen. Dan veegde hij links en rechts de stapels schriften van zijn bureau. Het werd dan doodstil en de jongetjes Dirk Haanman op de eerste banken kropen naar voren, om ze op te rapen. Mijnheer Kinne sloeg zijn leerlingen ook. Dat liet ik niet over me heen gaan. Als hij me sloeg, sloeg ik terug en liep dan de klas uit, naar huis. Een vorm van verzet dat hij niet ac cepteerde. Op den duur herhaalde dat zich weke lijks, soms dagelijks. Hij sloeg zonder dat er een di recte aanleiding toe was. Dat was zijn zwakte. Als hij op de lessenaar zat en meer dan vijf minuten al leen naar mij zat te kijken, legde ik m'n kroontjes pen neer en keek terug. Ijzig zaten wij tegenover elkaar. Het wachten was dan op het moment, dat hij weer de Idas instoof om me af te drogen. Hij bezwoer de andere leerlingen: 'Met hem moetje niet spelen'. Ik accepteerde het lijdzaam, ook het feit, dat ik tijdens alle handarbeidlessen, als er film was en op andere leuke momenten op de gang moest staan. Als ik dagelijks moest nablijven, troostte ik mezelf met de gedachte, dat hij ook niet naar huis kon. Het deerde me niet, als hij maar met z'n han den van me afbleef. Tal van gebeurtenissen staan mij nog levendig voor de geest. Mijnheer Kinne hield een aquarium tropi sche visjes. Op zijn bureau stond bet busje, waar leer lingen regelmatig een stuiver of dubbeltje in offer den. Daar werd vissenvoer van gekocht. Op een dag was er uit gestolen. 'Ik ga niet zeggen wie het ge daan heeft, ik geloof dat iedereen het wel weet', zei hij voor de klas en liet zijn ogen voor lange tijd op mij rusten. M'n klasgenoten begrepen wat hij be doelde en gaven me na schooltijd een flink pak slaag. Op een dag werd ik bij zuster Clara geroepen. 'Je moet Mijnheer Kinne je excuses aanbieden', zei ze. 'Dan komt alles goed'. Dat heb ik gedaan. 'Zeg het nog eens wat harder', zei Mijnheer Kinne,'dan kan de hele klas het verstaan'. 'Het spijt me', riep ik uit. Verder veranderde er niets. Een paar maanden later riep zuster Clara me opnieuw bij zich, weer met het advies dat ik mijn excuses zou aanbieden. 'Waarom', vroeg ik, 'ik heb toch niets gedaan?' 'Dat weet ik wel', zei ze, 'maar doe het maar voor God'. 'Nee' riep ik en sloeg de deur achter me dicht. Pas op het laatst van de zesde klas, liet mijnheer Zeeuws Tijdschrift 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1998 | | pagina 37