Blof bestaat uit vier jongens (pardon: mannen). Van links naar rechts: Peter Slager, Bas Kennis, Chris Götte en Paskal Jakobsen. hem helemaal in zijn teksten en leer hem door die tek sten eigenlijk nog beter kennen. Het is leuk dat hij in de buurt woont. We gaan gere geld even bij elkaar langs ook al is hij wel heel vaak weg. Vorige week nog kwam hij tussen de middag even een boterhammetje meeëten. Dat vind ik heerlijk. En in februari waren we op wintersport. Peter en zijn vriendin kwamen later want er kwam een tv-opname tussen. Het was fijn om een paar dagen samen te zijn. Die momen ten koester ik echt.' Paskal Jakobsen (24 jaar, geboren en getogen in Vlissingen), zanger en gitarist van Blpf, over zijn moe der: 'Mijn moeder sprong als het moest altijd in de bres voor mij. Ze is heel zorgzaam. Te zorgzaam eigenlijk. Als er iets tegenzit dan ligt zij wakker, ook als ik er mee om kan gaan. Ze is echt zo'n moedertje, dat zeggen vrien den van mij ook. Ze maakt geen onderscheid tussen mij of mijn broer of zus. Anderhalfjaar geleden ongeveer voelde ik me op een gegeven moment besodemieterd. Niemand in de buurt die een glaasje jus voor me kon inschenken. Ik dacht: weetje wat ik ga bij mijn ouders op de bank liggen. En dat kon gewoon. Mijn vader en moeder accepteren mij precies zoals ik ben. Wij praten overal over. Over sex, gevoelens, kwetsbaarheid. En als ik een keer moet huilen dan kijkt ze niet raar. Eigenlijk lijken we op elkaar: mijn moeder kan wis pelturig zijn en heeft wisselende stemmingen. Ze is ook heel gevoelig en emotioneel. Met mijn vrienden en de jongens van Blof praten we ook over hartzaken, zoals vriendschap, eenzaamheid en liefde daar zingen we over. En wat in die teksten eigenlijk steeds weer terugkomt is: Kiezen voor jezelf. Dat is het meest essentiële: van jezelf houden en jezelf accepteren. Want dan kun je ook van een ander houden. Ik denk dat mijn moeder veel aan mij heeft en ik heb ook wel veel aan haar. Mijn ouders vragen mij ook wel om raad als ze die nodig hebben. Als ik kritiek op mijn moeder heb dan zeg ik dat op een manier dat zij daar niet van wakker ligt. Op mijn negende begon ik met gitaar spelen. Min of meer aangestoken door mijn broer Walter die orgel speelt. Orgel was toen voor mij niet stoer genoeg en het moest een gitaar zijn. Op mijn 14de speelde ik voor het eerst in een bandje, samen met de huidige bassist van Blof en onze vorige drummer. Ik speelde veel hardrock vroeger. Op een gegeven moment vroeg Peter (Slager, red) mij voor een nederlandstalig project. Daar heb ik ja op gezegd. Tegenwoordig draait het niet meer alleen om ego en om stoer zijn maar veel meer om inhoud en het vriendschappelijke: soms hebben we aan een blik ge noeg om elkaar te begrijpen en dat hoor je dan ook. Ik ben de Benjamin in het gezin. De laatste jaren dat ik thuiswoonde, ik ging op mijn negentiende uit huis, waren er eigenlijk geen huisregels meer maar hielden we uit respect wel rekening met elkaar. Echt straffen was er niet bij maar als ze het ergens niet mee eens waren zeiden ze: kijk nou uit en leer er iets van. Eerlijk gezegd ben ik niet zo'n heel attent iemand ook niet naar mijn moeder als het om moederdag of van dat soort dagen gaat. Maar ik ben echt niet te beroerd om als ik een quiche maak ook een stuk bij mijn moeder langs te brengen want ze houdt van quiche. Mijn vader Zeeuws Tijdschrift 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1998 | | pagina 17