PODIUM Kiezen voor kunst? In Zeeland, nu nog een stilte-centrum tussen Holland en Vlaanderen, broeit het. De stille maar hevige krachten van het komende millennium lijken ook hier hun invloed te doen gelden. Ook op het gebied van politiek en kunst. Op beide terreinen is de rade loosheid groot. Waar gaat het naar toe? Richtingen ontbreken bijna geheel en ook doelstellingen lijken vaag. Een voorlopige analyse. Op het feestje aan het begin van dit jaar, dat de beoogd lijsttrekker van D66 Els Borst moest promoten, liepen precies dezelfde bunnies rond als bij de partij van het 50-jarig bestaan van de WD. Ik bedoel maar: aan de buitenkant kun je geen verschil meer zien tussen de ene politieke partij en de andere. Zelfs De Hoop Scheffer, op het journaal na zijn troonsbestijging, schijnt door zo'n delle tje omhelst te zijn. Al met al het zoveel ste bewijs dat die partijen tegenwoordig bijna allemaal service clubs zijn gewor den. Principes nee, en idealen nog minder. En de cultuur van die gezelschap pen zie je gaandeweg afbladderen. Als dergelijke verschuivingen aanleiding geven tot vrolijkheid, dan is er niets aan de hand. Lachen is gezond, zelfs vrolijk heid om allerlei politiek gestuntel doet een mens goed. Maar zodra politici keuzes moeten maken, begint de narig heid. Wie gebrek heeft aan uitgangspun ten, kan niet kiezen. Natuurlijk hebben ze allemaal beleidsnota's in de bureaula liggen, maar - laten we eerlijk zijn - van principieel kiezen is geen sprake meer. Kunst is - gezien het feit dat het een echt delicaat onderwerp is - in hoge mate afhankelijk van een standpunt of stelling- VOOR UITGESPROKEN MENINGEN name. Er is immers geen socialist meer die kunst voor het volk aanwijst? Sinds mannen als Weijers (zoals hij begin dit jaar deed) de Internationale aanheffen (en nog uitzingen ook!) is er van socialis tisch gezang ook al geen sprake meer. De socioloog Martin Cox spreekt zelfs van proletarisering van kunst en cultuur. Met dit oorspronkelijk marxistische begrip bedoelt hij dat de kunst niet langer op een voetstuk staat en nu gewoon onder de mensen woont. 'Gewoon' is trouwens pasmunt geworden aan het eind van deze eeuw. Of dat nu een resultaat van de dialectiek is of niet, heel Nederland is in feite één verburgerlijkte klasse geworden. Van dit verval der zeden was het politiek café in "The Duke" op 2 april jl. wel weer een schrijnend voorbeeld. De gemeentelijke politiek, die op de stam tafel lag uitgespreid, leed aan totale sprakeloosheid. Toen de wethouderjoan van Dijk-Sturm moest antwoorden op de vraag waarom het jeugdbeleid in Middel burg niet op poten kwam, kwam er louter nota-taal uit haar mond. Zinnen waar een gemotiveerde kiezer van op tilt slaat. Ook werd er vreselijk op de per soon gespeeld: 'Wil de verantwoordelijk wethouder hier eens even antwoord op geven?' Ook een trekje in de politiek dat sterk samenhangt met de geschetste bloedarmoede. Middelburg doet daar mee echt niet onder voor de landelijke en de internationale politiek. Van de andere kant is het bestoken van een politicus niet ongewoon in een debat. Een jaar of tien geleden had je in de beeldende kunst een soort algemene moeheid. Schilderen was uit zei men, want alles was immers al geschilderd en getekend. Wie naar de kunstacademie ging en zei dat hij wilde gaan schilderen, werd uitgelachen. Alom pessimisme over de mogelijkheden van het medium en een sterk geloof in het einde van de kunst. En zoals dat gaat met geloof: het breidde zich uit en al gauw dacht men dat het wel spoedig gedaan zou zijn met alle kunsten. Tegenover de doemdenkers in de kunst wereld staan zo'n beetje de optimisten die stellen dat kunst altijd vernieuwend is geweest. En nog. Hannelore Meyaard, die een topgalerie in Vlissingen heeft, kwam met de resultaten van een rond vraag in Vlaanderen terug. Het millen nium daagt de kunstenaars daar uit blijkt nu: 'Het is allemaal in beweging' zegt de galeriehoudster. 'De stelling dat de kunst aan z'n eind is, spreekt mensen daar echt niet aan'. Tegenwoordig heb ik heel vaak, als ik een galerie of museum voor moderne kunst binnenloop, het gevoel dit of dat al een keer gezien te hebben. Sterker nog het is de ervaring 'dit heb ik al eens beleefd: dit staat al op m'n netvlies; zelfs op hinderlijke wijze'. De kunstverzamelaar Henk Koch spreekt in zo'n geval van 'citeren'. Ik denk dat hij daarmee bedoelt datje als kunstenaar teruggrijpt op een eerder moment uit de schilderkunst. En een heel rijtje 'citaten' vormt dan een traditie. Vermoeidheid, verval van krachten, losraken van bindmiddelen, maar ook herhaling, citeren: de parallellen tussen kunst en cultuur zijn te mooi en te duidelijk om niet waar te kunnen zijn. De manier waarop kunst en politiek interfereren of elkaar juist vermijden is buitengewoon boeiend. Je vergeet zelfs even dat de één 'gewoon' maar politiek is en de andere component in het spel 'gewoon' kunst cultuur. De achtergrond van de vrijage tussen politiek en kunst is een bijna mystieke aangelegenheid, een zaak waar de diep ste wortels van het mensdom bij zijn betrokken. Het is als een handvol regen wormen in vervuilde grond: de beestjes kunnen de rulle aarde niet missen, maar tegelijk gaan ze naar de knoppen door het gif in de bodem. Blind zijn ze ook, maar ze voelen en proeven daardoor des te beter. Is feeling niet een betere manier om te kunnen kiezen? Wormen kunnen het denk ik wel, maar politici? Die altijd alle zintuigen tegelijk willen gebruiken? Hebben zij het? Ik betwijfel het. Pieter Schoonheim 30 Zeeuws Tijdschrift

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1998 | | pagina 32